ECLI:NL:RBOBR:2025:1539
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- L.R.H. Koekoek
- S.J.W. Hermans
- C.C. van Ravenhorst
- Rechtspraak.nl
Oplegging van de ISD-maatregel aan verdachte wegens winkeldiefstal met recidive
Op 19 maart 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 29 november 2024 in Eindhoven een of meerdere pakjes Croma heeft weggenomen, toebehorende aan een ander, met het oogmerk om deze wederrechtelijk toe te eigenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie in de vervolging kon worden ontvangen. De verdachte heeft het feit bekend, waardoor de rechtbank volstond met een opgave van de bewijsmiddelen. De rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen was.
De officier van justitie heeft de oplegging van een ISD-maatregel voor de duur van twee jaren gevorderd, terwijl de verdediging pleitte voor een lagere strafmaat. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de omstandigheden van de verdachte en het recidiverisico in overweging genomen. De verdachte heeft een lange geschiedenis van strafbare feiten, voornamelijk vermogensdelicten, en er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die zijn strafbaarheid uitsluiten. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de ISD-maatregel noodzakelijk is om de maatschappij te beschermen en om de kans op recidive te verminderen.
De rechtbank heeft de ISD-maatregel voor de maximale termijn van twee jaren opgelegd, zonder de tijd in voorlopige hechtenis in mindering te brengen. De beslissing is gegrond op de artikelen 38m, 38n en 310 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft het ten laste gelegde bewezen verklaard, verdachte hiervoor strafbaar verklaard en de ISD-maatregel opgelegd.