Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3],
4.
[eiser 4],
5.
[eiser 5],
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De kern van de zaak
2.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in voorwaardelijke reconventie,
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie,
- de mondelinge behandeling (zitting) van 4 februari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Tijdens de zitting heeft de advocaat van [eisers] spreekaantekeningen voorgedragen.
3.De feiten
op 8 weken na ondertekening van de koopovereenkomst koper voor de financiering van de onroerende zaak een bedrag van € 550.000,- […] geen bindend aanbod tot een hypothecaire geldlening van een erkende geldverstrekkende bankinstelling heeft verkregen, zulks tegen de thans geldende marktrente en hypotheekvorm.
“Langs deze weg bevestig ik je verlenging van de ontbindende voorwaarden met 4 weken. Zie onderstaande mail van de verkoper;”
“Naar aanleiding van ons telefoongesprek hedenmiddag laat ik je hierbij weten dat ik akkoord ga met het verzoek van de kopers om de overdracht/het passeren van de akte bij de notaris met een termijn van max. 4 weken te verlengen.”
“[b]ij gebreke waarvan en het verstrijken van laatste termijn van 8 dagen (na heden) zonder passering, u in verzuim komt te verkeren.”
4.Het geschil
5.De beoordeling
Langs deze weg bevestig ik je verlenging van de ontbindende voorwaarden met 4 weken. Zie onderstaande mail van de verkoper;”
“schriftelijk en goed gedocumenteerd”geschieden, waarbij
“onder 'goed gedocumenteerd'[wordt, toevoeging rechtbank]
verstaan dat één afwijzing van een erkende geldverstrekkende bankinstelling […] dient te worden overgelegd”. Partijen zijn het erover eens dat [gedaagden] de brief van 26 oktober 2023 niet aan deze voorwaarde voldeed, onder meer omdat bij de brief geen afwijzing van een bankinstelling zat. Partijen zijn het niet eens over het antwoord op de vraag of het niet voldoen aan deze voorwaarde betekent dat de overeenkomst is ontbonden of niet.
documentatieplicht(de verplichting om een afwijzingsbrief over te leggen) is niet voldaan: [gedaagden] hebben geen afwijzingsbrief overgelegd bij het inroepen van het financieringsvoorbehoud. Daardoor hebben [eisers] zich geen beeld kunnen vormen over de vraag of het beroep op het financieringsvoorbehoud niet lichtvaardig was gedaan.
inspanningsverplichting(de verplichting om al het mogelijke te doen om financiering te verkrijgen) hadden voldaan op het moment van het inroepen van het financieringsvoorbehoud (op 26 oktober 2023). [gedaagden] hebben niet gesteld dat zij al het mogelijke hadden gedaan om financiering te verkrijgen, noch hebben zij dat onderbouwd. Weliswaar blijkt uit de stukken dat [gedaagden] (via een financieel adviseur) in gesprek waren met een bank, maar daaruit volgt nog niet dat [gedaagden] al het mogelijke hadden gedaan om financiering te verkrijgen. Uit de stukken volgt dat de financieringsaanvraag op 26 oktober 2023 nog in behandeling was.