Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
tonen/ voor te houden,
tegen de keel/hals van die [slachtoffer] te houden/drukken, en/of
De formele voorvragen.
Bewijs
De bewijsmiddelen.
Op 21 september 2024 ben ik samen met mijn vriendin naar haar woning gelopen op de [adres 2] .
De bewijsoverwegingen
De bewezenverklaring.Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
Alles afwegende zal de rechtbank de immateriële schade in een eerste schatting begroten op € 4.000,00. De verdere bespreking en beoordeling van de vordering zou uitgebreide nadere standpuntwisseling vragen, en voor dat gedeelte levert de vordering een onevenredige belasting op van het strafgeding.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
gevangenisstrafvoor de duur van
18 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan
12 maanden voorwaardelijken een proeftijd van 2 jaren.