Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.[gedaagde 1] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
trading under the name [gedaagde 2] Ltd”. Dit impliceert dat [gedaagde 1] in zijn persoonlijke hoedanigheid betrokken is bij de transacties en verplichtingen. Het feit dat de vso zowel in naam van [gedaagde 1] als [gedaagde 2] is gesloten, wijst erop dat zij zich beide hoofdelijk verbonden hebben. Indachtig de correspondentie is dat in ieder geval wat partijen beoogd hebben, aldus [eiser] .
Mr. [gedaagde 1] ,trading under the name“ [gedaagde 2] Ltd”’, die is geredigeerd door de advocaat van [eiser] . Dat het paard verkocht is door [gedaagde 2] en dat in de schriftelijke koopovereenkomst abusievelijk [gedaagde 1] als verkoper is vermeld, schrijft [eiser] zelf ook in zijn dagvaarding (onder randnummer 11), aldus [gedaagde 1] .
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de tekst van de vso niet dat ook [gedaagde 1] partij is bij de vso. Integendeel, want er staat ‘trading under the name’, dus optredend namens de vennootschap waarvan hij bestuurder is en juist niet in eigen naam. Dat aan deze partij in het lichaam van de vso wordt gerefereerd als ‘ [gedaagde 1] ’, zoals in de kop van de vso is vermeld, maakt dat niet anders. Er staat immers: ‘hereinafter referred to as: “ [gedaagde 1] ”’, dus hierna te noemen [gedaagde 1] . Uit de vso (en uit de koopovereenkomst) blijkt verder niet dat er (aan één zijde) twee contractspartijen zijn, bijvoorbeeld weergegeven als ‘1) … 2)…’, want in beide overeenkomsten staat er per zijde maar één partij vermeld. In beide overeenkomsten is ook geen hoofdelijkheid vermeld (‘jointly and severally’ of iets soortgelijks). Uit de tekst van de vso volgt dus dat [gedaagde 1] geen partij bij de vso is.
‘ [gedaagde 1] shall fully compensate [eiser] forallthe additional costs’, waarbij de advocaatkosten
(‘attorney’)bovendien expliciet genoemd worden. De tekst van de vso wijst dus op een daadwerkelijke proceskostenveroordeling. [gedaagde 2] heeft onvoldoende onderbouwd gesteld dat deze tekst anders uitgelegd moet worden. [gedaagde 1] heeft namens [gedaagde 2] op de zitting meegedeeld dat partijen niet speciaal over artikel 7 van de vso hebben gesproken. Partijen hebben dus niet gesproken over een andere uitleg dan de letterlijke tekst. Bovendien heeft [gedaagde 1] meegedeeld dat hij niet wist dat in een Nederlandse procedure voor een proceskostenveroordeling het liquidatietarief wordt gehanteerd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [gedaagde 2] dus onvoldoende onderbouwd dat partijen met artikel 7 van de vso een andere bedoeling hadden dan het vergoeden van de werkelijk gemaakte kosten.
5.De beslissing
woensdag 12 februari 2025voor het nemen van een akte door [eiser] over wat is vermeld onder 4.35, waarna de wederpartij op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,