In de zaak tussen Stichting Droogteschade Waterwinning (SDW) en verschillende drinkwaterbedrijven, heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 15 januari 2025 een rolbeslissing genomen over de procedureverloop in de eerste fase van de collectieve actie. SDW, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Ynzonides, heeft vorderingen ingediend op basis van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve zaken (WAMCA). De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rol voor het nemen van een rolbeslissing na een regiezitting die op 2 december 2024 heeft plaatsgevonden. Tijdens deze zitting zijn de standpunten van partijen besproken en heeft de rechtbank voorstellen gedaan voor de procesorde in de fase voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling.
De rechtbank heeft voorgesteld om de behandeling van de voorvragen in twee stappen te laten plaatsvinden: eerst de bevoegdheid en het toepasselijk wettelijk regime, gevolgd door de ontvankelijkheidseisen van de collectieve actie. De rechtbank heeft de termijnen voor het indienen van conclusies vastgesteld op 12 weken voor de Drinkwaterbedrijven en 4 weken voor SDW om te reageren op het beroep op onbevoegdheid. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de eerste mondelinge behandeling gepland zal worden in de periode van 1 juli tot en met 22 juli 2025, of in september 2025, waarbij rekening zal worden gehouden met de beschikbaarheid van partijen.
De rechtbank heeft de verdere beslissingen aangehouden en zal de zaak op een later moment opnieuw behandelen. Deze rolbeslissing is openbaar uitgesproken op 15 januari 2025.