Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewijsvraag.
De bewezenverklaring.
- met kracht de mond en neus van die [slachtoffer] met een hand af te sluiten en
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
De oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
.Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De motivering van de hoofdelijkheid.
De toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
verkrachting, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
een jeugddetentie voor de duur van 15 maanden met aftrekovereenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht
waarvan 3 maanden voorwaardelijkmet een
proeftijd van 2 jaren;
- zich gedurende een door Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering en zich houdt aan de afspraken, aanwijzingen en bijzondere voorwaarden die aan het reclasseringscontact zijn verbonden, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- meewerkt aan een plaatsing op een passende woonplek;
- meewerkt aan poliklinische behandeling, waarbij gedacht kan worden aan een instelling zoals De Waag en/of ambulante begeleiding/training of een ander soort hulpverlening zoals de jeugdreclassering nodig acht;
- meewerkt aan het vinden (en behouden) van een opleiding en/of dagbesteding;
- meewerkt aan het vinden (en behouden) van een structurele, zinvolle vrijetijdsbesteding;
- meewerkt aan toezicht op alcoholgebruik, waarbij verdachte verplicht is mee te werken aan urinecontroles wanneer de reclassering dit nodig acht;
- meewerkt aan eventuele Elektronische Monitoring wanneer de Jeugdreclassering dit nodig acht;
- meewerkt aan een ITB CRIEM traject dat zal worden ingezet gedurende de eerste drie maanden na de detentieperiode;
de verplichting tot betaling aan de Staatten behoeve van [slachtoffer] , van een bedrag van 15.044,55 euro;