Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte],
De tenlastelegging.
zij op of omstreeks 3 september 2023 te 's-Hertogenbosch, grovelijk, althans aanmerkelijk onvoorzichtig, onachtzaam en/of nalatig [medeverdachte] toegang heeft gegeven tot haar woning en/of met die [medeverdachte] heeft besproken dat hij [slachtoffer] kon doden en/of dat zij, verdachte, dan haar leven terug zou krijgen en/of die [medeverdachte] toestemming heeft gegeven die [slachtoffer] te doden en/of die [medeverdachte] met een hamer naar de slaapkamer heeft laten gaan waar die [slachtoffer] in bed lag en/of die [medeverdachte] niet van het plan af heeft gebracht en/of tegen heeft gehouden, waardoor het aan haar schuld te wijten is dat [slachtoffer] is overleden;
zij op of omstreeks 3 september 2023 te 's-Hertogenbosch, als getuige van het ogenblikkelijk levensgevaar waarin een ander, te weten [slachtoffer], verkeerde, heeft nagelaten die [slachtoffer] die hulp te verlenen of te verschaffen, die zij hem, zonder gevaar voor zichzelf of anderen redelijkerwijs te kunnen duchten, verlenen of verschaffen kon, door [medeverdachte] niet tegen te houden toen hij het voornemen uitte om die [slachtoffer] te doden en/of de slaapkamer van die [slachtoffer] binnen ging en/of was gegaan om die [slachtoffer] te doden en/of door geen politie en/of medische hulpdiensten in te schakelen, terwijl de dood van die hulpbehoevende [slachtoffer] is gevolgd.
Inleiding
De formele voorvragen.
De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie.
De bewijsvraag.
Het handelen van [medeverdachte].
Het handelen van verdachte.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde].
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
medeplichtigheid aan moord.
gevangenisstrafvoor de duur van
40 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht;
maatregel tot schadevergoeding, inhoudende de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [benadeelde], van een bedrag van € 18.803,63. Indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 129 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Voormeld bedrag bestaat uit € 1.303,63 materiële schade en € 17.500,00 immateriële schade. De vergoeding van materiële schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening. De vergoeding van immateriële schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.