Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewijsvraag.
[betrokkene 1] verklaard dat hij ’s nachts werd opgebeld door aangeefster en dat zij hem vertelde dat verdachte teveel op had en de hele tijd zei dat hij met haar wilde neuken. [betrokkene 1] heeft ook verklaard dat hij verdachte dit ook zelf een paar keer heeft horen zeggen toen hij aangeefster aan de lijn had. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte die nacht behoefte had aan seksueel contact met aangeefster. Dat dit uitsluitend een grapje zou zijn, zoals verdachte ter zitting verklaard heeft, acht de rechtbank, gelet op alle bewijsmiddelen, niet aannemelijk. Verder is er de verklaring van [betrokkene 2] over een heel gestreste, heel erg geschrokken en gespannen aangeefster toen ze hem in de middag na het voorval vertelde wat haar was overkomen.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straffen.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank
verkrachting
Legt op de volgende straffen.
Een jeugddetentievoor de duur van 182 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27
Een taakstrafbestaande uit een werkstraf voor de duur van 200 uren subsidiair 100 dagen