ECLI:NL:RBOBR:2025:1187

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
20 februari 2025
Publicatiedatum
26 februari 2025
Zaaknummer
11400916/EJ VERZ 24-666
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst gemeente Eindhoven wegens integriteitsschending door werknemer

In deze zaak verzoekt de gemeente Eindhoven de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer wegens vermeend handelen in strijd met de integriteit. De werknemer heeft via de mailbox van haar leidinggevende een Excelbestand ingezien dat niet voor haar bestemd was. De werknemer erkent dat zij het bestand heeft ingezien, maar betwist dat zij hiertoe toegang heeft verkregen via de mailbox van haar leidinggevende. De gemeente voert aan dat de werknemer jarenlang onbevoegd toegang had tot deze mailbox en dat zij zich onrechtmatig toegang heeft verschaft tot gevoelige informatie. De werknemer heeft een klacht ingediend wegens discriminatie en heeft in het verleden ook een dreigende sms naar haar leidinggevende gestuurd. De kantonrechter heeft de gemeente in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren van haar stellingen. De zaak is aangehouden tot 11 maart 2025 voor verdere bewijslevering. De kantonrechter oordeelt dat er op dit moment geen sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie, maar dat de gemeente wel ontvankelijk is in haar verzoek tot ontbinding.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats Eindhoven
Zaaknummer : 11400916/EJ VERZ 24-666
Uitspraak : 20 februari 2025
in de zaak van:
de gemeente Eindhoven,
gevestigd te Eindhoven,
verzoekende partij, tevens verwerende partij in het (voorwaardelijk) tegenverzoek,
hierna te noemen: de gemeente,
gemachtigde: mr. L.S. van Loon,
tegen:
[verweerster],
wonende te [woonplaats] ,
verwerende partij, tevens verzoekende partij in het (voorwaardelijk) tegenverzoek,
hierna te noemen: [verweerster] ,
gemachtigde: mr. J. Klerks (Stichting Achmea Rechtsbijstand).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende processtukken:
- het verzoekschrift met producties, ontvangen ter griffie op 12 november 2024;
- het verweerschrift met producties, tevens houdende een voorwaardelijk tegenverzoek;
- de aanvullende producties van beide partijen.
1.2.
Op 27 januari 2025 heeft de mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden. Daarbij werd de gemeente vertegenwoordigd door mevrouw [A] , bijgestaan door de gemachtigde van de gemeente, mr. L.S. van Loon. Ook [verweerster] is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde mr. J. Klerks. Tijdens de zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. Beide gemachtigden hebben daartoe spreekaantekeningen overgelegd. Verder hebben partijen vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken.
1.3.
Na afloop van de mondelinge behandeling is een datum voor beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
[verweerster] is op [datum] in dienst getreden bij de gemeente Eindhoven als junior projectleider tegen een laatstgenoten salaris van € 6.072,- bruto per maand, exclusief emolumenten (17,05% IKB) voor 36 uur per week. Op de arbeidsovereenkomst is de vigerende cao Gemeente van toepassing.
2.2.
In juni 2023 heeft [verweerster] gesolliciteerd naar de functie van medior projectleider.
Op 21 juni 2023 heeft het sollicitatiegesprek van [verweerster] plaatsgevonden. Enkele dagen voordat het sollicitatiegesprek plaatsvond heeft [verweerster] inzage gehad in een Excelbestand met daarin de namen van de sollicitanten voor de functie van medior projectleider (hierna ook: ‘het Excelbestand’).
2.3.
Op 28 juni 2023 is [verweerster] meegedeeld dat zij niet is aangenomen voor de functie van medior projectleider.
2.4.
Op 3 juli 2023 heeft [verweerster] bij het Meldpunt Integriteit van de gemeente een klacht ingediend wegens discriminerend handelen van de gemeente / haar leidinggevende (verder: [B] ) omtrent haar sollicitatie omdat zij afgewezen zou zijn wegens haar huidskleur/afkomst. In reactie daarop heeft [B] op 4 juli 2023 bij het Meldpunt Integriteit een klacht ingediend wegens een onterechte beschuldiging van discriminatie door [verweerster] .
2.5.
In het klachtgesprek met het Meldpunt Integriteit op 6 juli 2023 heeft [verweerster] meegedeeld dat zij tijdens de sollicitatieprocedure via de mail een Excelbestand heeft ontvangen met de beoordelingen van alle sollicitaties naar de vacature en met de tekst: “
, heb je gesolliciteerd op de Medior functie? Kijk wat er over jou en jouw brief wordt gezegd. Je weet dat je niet wordt gekozen voor deze functie, dat komt door je afkomst, je kleur en de (voorname) positie als Medior! Ik hoop dat het je (toch) lukt”. [verweerster] heeft bij de klacht een foto met daarop het betreffende Excelbestand en de door haar daarbij geschreven bovenstaande tekst getoond. De bron van de foto en tekst heeft zij niet met het Meldpunt Integriteit willen delen.
2.6.
Voor de gemeente was een en ander geen aanleiding om nader onderzoek te doen. De klachten over en weer tussen [verweerster] en [B] zijn informeel opgelost en op 21 juli 2023 is het discriminatie onderzoek afgerond.
2.7.
Op 8 november 2023 heeft de gemeente bemerkt dat [verweerster] leesrechten had in de
uitgaande mailbox van [B] . Uit onderzoek bleek dat het Excelbestand met de beoordelingen van de sollicitaties alleen is verstuurd tussen de drie leden van de sollicitatiecommissie ( [C] , [B] en [D] ).
2.8.
Op 7 en 9 februari 2024 is [verweerster] verzocht om opnieuw met de gemeente in gesprek te gaan. Bij brief van 20 februari 2024 heeft de gemeente [verweerster] uitgenodigd voor een gesprek over een nieuwe melding en daarbij aangegeven dat was geconstateerd dat zij leesrechten heeft in de uitgaande mailbox van [B] . [verweerster] heeft hieraan niet meteen gevolg gegeven; wel heeft zij op 21 februari 2024 met een uitgebreide brief haar visie op het verzoek gegeven.
2.9.
Op 26 februari 2024 heeft [B] een sms ontvangen met de volgende tekst:
2.10.
Op 12 maart 2024 heeft een gesprek plaatsgevonden met [verweerster] over haar leesrechten ten aanzien van de uitgaande mailbox van [B] en de bestanden, die zij had ontvangen. [verweerster] heeft in dat gesprek verklaard dat zij twee bestanden had ontvangen: een e-mail van [D] (verder: [D] ), met daarin de tekst dat zij de functie van medior projectleider niet kon krijgen wegens haar huidskleur en een Excel-bestand met de brievenselectie dat opeens op haar beeldscherm verscheen. [verweerster] heeft in dat gesprek voorts verklaard dat zij de twee bestanden had doorgestuurd naar haar privé computer thuis maar dat zij deze niet meer kon terugvinden.
2.11.
De gemeente is vervolgens een intern onderzoek gestart. Uit dit onderzoek heeft de gemeente geconcludeerd dat [verweerster] :
- vanuit haar functie in het verleden sinds een jaar of acht leesrechten had op de verzonden mails in de mailbox van [B] en dat deze autorisatie bij verandering van functie niet (goed) is ingetrokken en waarvan [verweerster] geen melding heeft gemaakt;
- het Excelbestand, dat zich in de mailbox van [B] met verzonden items bevond, zelf heeft geopend door te klikken op de link en het Excelbestand vervolgens in haar zakelijke laptop is opgeslagen; en
- in haar mailbox geen mails heeft ontvangen met daarin de tekst dat zij de functie waarnaar zij solliciteerde niet had gekregen wegens haar huidskleur. Ook zijn er geen bestanden en/of foto’s in haar mailbox aangetroffen, waaruit dit zou blijken noch is haar een mail toegezonden waar het Excelbestand van de brievenselectie was bijgevoegd.
2.12.
Op 8 mei 2024 is een tweede gesprek gevolgd waarin [verweerster] opnieuw heeft verklaard dat het Excelbestand ineens op haar computerscherm verscheen en dat zij een mail heeft ontvangen waarin staat dat ze wegens haar huidskleur de baan niet zal krijgen.
De gemeente heeft [verweerster] vervolgens met ingang van 8 mei 2024 geschorst voor de duur van het onderzoek.
2.13.
[verweerster] heeft daartegen bezwaar gemaakt en op 14 mei 2024 heeft zij zich ziek gemeld.
2.14.
Op 10 juli 2024 heeft een vervolggesprek plaatsgevonden tussen het Meldpunt Integriteit en [verweerster] . In dit gesprek heeft [verweerster] herhaald dat zij van [D] een mail had ontvangen met als bijlage een foto van het Excelbestand met de brievenselectie, welk Excelbestand de volgende dag op haar beeldscherm verscheen. [verweerster] heeft voorts alle betrokkenheid met de dreig-sms aan [B] ontkend.
2.15.
Op 28 augustus 2024 is de door het Meldpunt Integriteit opgemaakte voorlopige rapportage van het onderzoek voor wederhoor aan [verweerster] voorgelegd en op 27 september 2024 heeft [verweerster] daarop aangegeven dat en waarom diverse onderdelen van de rapportage onjuist waren.
2.16.
Op 25 oktober 2024 heeft de gemeente meegedeeld dat de resultaten van het
onderzoeksrapport gekwalificeerd worden als ernstig verwijtbaar handelen en zij tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wil komen. De gemeente heeft daarbij aangegeven dat een vaststellingsovereenkomst mogelijk is en heeft [verweerster] daartoe op 29 oktober 2024 een voorstel gestuurd.
2.17.
In reactie daarop heeft de gemachtigde van [verweerster] bij e-mail van 5 november 2024 meegedeeld dat zij [verweerster] heeft geadviseerd geen vaststellingsovereenkomst te sluiten in verband met haar ziekmelding.

3.Het verzoek

3.1.
De gemeente verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerster] op de kortst mogelijke termijn en zonder toekenning van een transitievergoeding te ontbinden, (primair) op grond van verwijtbaar handelen of nalaten (e-grond) dan wel (subsidiair) op grond van een verstoorde arbeidsverhouding (g-grond).
3.2.
De gemeente voert ter onderbouwing van haar verzoek - kort samengevat - aan dat [verweerster] de ambtseed, de Gedragscode ambtenaren 2020 en de Ambtenarenwet 2017 op diverse punten vergaand heeft geschonden. Er is sprake van een ernstige integriteitsschending. In juni 2023 heeft [verweerster] gesolliciteerd naar de functie van medior projectleider. Op 14 juni 2023 heeft [verweerster] een Excelbestand in de uitgaande mailbox van haar leidinggevende ( [B] ) gelezen. Uit onderzoek van het Meldpunt Integriteit van de gemeente is gebleken dat [verweerster] jarenlang onbevoegd toegang had tot die mailbox. Vastgesteld is dat [verweerster] via deze toegang heeft geklikt op de OneDrive-link van het Excelbestand met daarin de brievenselectie van alle sollicitanten op de functie van medior projectondersteuner. Daarmee heeft zij zich bewust en onrechtmatig toegang verstrekt tot een gevoelig document dat niet voor haar bestemd was. Zij heeft zich onbetrouwbaar getoond door erin te volharden dat zij deze informatie van iemand anders zou hebben gekregen dan wel dat deze plots op haar computerscherm was opgepopt, ook nadat uit ICT-onderzoek onomstotelijk was gebleken dat [verweerster] zelf op de link in de mail had geklikt, die zich in de mailbox van haar leidinggevende bevond.
Er is vervolgens een bedreigende sms gestuurd aan de leidinggevende van [verweerster] in de periode dat [verweerster] was uitgenodigd om een verklaring te geven over het vorenstaande. Niet is komen vast te staan dat [verweerster] deze sms heeft verstuurd maar gelet op de feiten en omstandigheden is wel aannemelijk dat zij of iemand uit haar directe omgeving daarbij betrokken is geweest. Hiermee heeft [verweerster] zich ernstig verwijtbaar gedragen. [verweerster] heeft daarnaast meermaals geweigerd medewerking te verlenen aan het onderzoek en heeft niet open en eerlijk verklaard, ook niet nadat ze met de feiten was geconfronteerd.
Dit gedrag, dat aanleiding geeft tot ontbinding wegens verwijtbaar gedrag of nalaten, geeft eveneens aanleiding tot ontbinding wegens een verstoorde arbeidsrelatie. Door haar handelwijze en glasharde ontkenning van de feiten heeft [verweerster] het noodzakelijkerwijs in haar te stellen vertrouwen door de gemeente in ernstige mate geschonden. Op geen enkel moment heeft zij zelfinzicht getoond en openheid van zaken gegeven. Hierdoor is de arbeidsverhouding onherstelbaar verstoord geraakt. Herplaatsing ligt niet in de rede. De gemeente heeft er geen enkel vertrouwen in dat [verweerster] hetzelfde gedrag in een andere functie niet opnieuw zou herhalen. Zij heeft geen zelfinzicht getoond en daarnaast betreffen de verwijten gedragskenmerken die zich, naar de overtuiging van de gemeente, binnen elke functie zullen openbaren. Van een opzegverbod is geen sprake. [verweerster] is weliswaar nog steeds ziekgemeld maar het ontbindingsverzoek houdt geen verband met ziekte.

4.Het verweer

4.1.
[verweerster] heeft - samengevat - het volgende verweer gevoerd. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst is niet aan de orde. Er is sprake van een ontslagverbod nu zij sinds
14 mei 2024 arbeidsongeschikt is. Daarnaast ontbreekt een redelijke grond. Zij betwist dat zij bewust en onrechtmatig toegang heeft gezocht tot de uitgaande mailbox van haar leidinggevende met als doel te klikken op de OneDrive-link van het Excelbestand met daarin de namen van de sollicitanten. Zij wist niet dat zij (nog) toegang had tot die mailbox omdat het account van haar leidinggevende sinds 2017 niet meer zichtbaar is in haar outlook account. Zij heeft op de link geklikt naar aanleiding van de eerdere e-mail van [D] waarin stond dat zij de functie van medior projectmanager niet zou krijgen wegens haar huidskleur. Door niet te onderzoeken of het is uitgesloten dat een derde de link aan haar heeft kunnen versturen heeft de gemeente onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij kwade bedoelingen heeft gehad bij het klikken op de link. Zij is ook niet betrokken bij een dreig-sms aan haar leidinggevende. Zij is niet de afzender van die sms en heeft daar ook geen enkel belang bij. Dat het, zoals de gemeente stelt, aannemelijk is dat zij daarbij betrokken is geweest blijkt ook nergens uit. Ook zij zelf heeft op 24 december 2024 een anonieme dreig-sms ontvangen. Zij betwist voorts dat zij het onderzoek heeft gefrustreerd en niet eerlijk heeft verklaard over het ontvangen van de betreffende mail en het Excelbestand dat op haar computer verscheen. Zij heeft de foto van het Excelbestand begin juli 2023 al met de gemeente gedeeld in het kader van de door haar ingediende discriminatieklacht. Tijdens het intakegesprek op 6 juli 2023 heeft zij ook meteen verklaard dat zij via een e-mail inzage heeft gehad in een Excelbestand met daarin een overzicht van de sollicitanten op de functie van medior projectmanager. Ook van een verstoorde arbeidsrelatie is geen sprake. Zij heeft voor de gemeente niets achterhouden en ook niets verdraaid. Hetgeen zij in het eerste gesprek op 12 maart 2024 heeft verklaard, heeft zij in de daarop volgende gesprekken herhaald en zij heeft niet meer kunnen verklaren dan zij heeft verklaard. Er is geen deugdelijk onderzoek gedaan door de gemeente. Het onderzoek is intern gedaan door ICT en is niet aan haar overgelegd. Niet is uit te sluiten dat er andere scenario’s voorstelbaar zijn dan uit het onderzoek van de gemeente volgt.
4.2.
Indien het ontbindingsverzoek toch wordt toegewezen verzoekt [verweerster] , bij wijze van voorwaardelijk tegenverzoek, de gemeente te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding ex artikel 7:673 BW op basis van het op de beëindigingsdatum geldende bruto maandsalaris vermeerderd met bijbehorende emolumenten waaronder 17,05% IKB, uit te betalen uiterlijk binnen veertien dagen nadat de arbeidsovereenkomst tussen partijen is beëindigd en onder gelijktijdige verstrekking van een deugdelijke en schriftelijke specificatie en met de veroordeling van de gemeente in de proceskosten.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat bij dit verzoek om de vraag of de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden. In geval van ontbinding moet ook worden beoordeeld of aan [verweerster] een transitievergoeding moet worden toegekend en per wanneer de arbeidsovereenkomst dan dient te eindigen.
opzegverbod?
5.2.
Bij een ontbindingsverzoek door de werkgever moet de kantonrechter eerst onderzoeken of er sprake is van een opzegverbod. Als daarvan sprake is kan de ontbinding niet worden uitgesproken. Omdat [verweerster] momenteel arbeidsongeschikt is geldt een opzegverbod. Dit opzegverbod staat de verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst echter niet in de weg omdat het verzoek van de gemeente geen verband houdt met de ziekte van [verweerster] . Het verzoek is er immers op gebaseerd dat [verweerster] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld dan wel dat door toedoen van [verweerster] de arbeidsverhouding tussen partijen ernstig verstoord is geraakt. De gemeente is dan ook ontvankelijk in haar verzoek.
ontbinding van de arbeidsovereenkomst
5.3.
Nu van een opzegverbod geen sprake is komt de kantonrechter toe aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek. Uit artikel 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden als daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. In artikel 7:669 lid 3 BW is nader omschreven wat onder een redelijke grond moet worden verstaan.
ontbinding op e-grond?
5.4.
De gemeente verwijt [verweerster] dat zij:
(1) onbevoegd toegang heeft gehad tot een uitgaande mailbox van haar leidinggevende en daarin heeft geklikt op een OneDrivelink die toegang gaf tot een Excelbestand;
(2) - zo is aannemelijk - is betrokken bij een dreig-sms aan haar leidinggevende;
(3) meermaals heeft geweigerd medewerking te verlenen aan het onderzoek en niet open en eerlijk heeft verklaard, ook niet nadat ze met de feiten was geconfronteerd.
onbevoegde toegang tot uitgaande mailbox leidinggevende en daarin klikken op een OneDrivelink die toegang gaf tot een Excelbestand
5.5.1.
Volgens de gemeente is uit onderzoek gebleken dat [verweerster] onbevoegd toegang had tot de uitgaande mailbox van haar leidinggevende en is vastgesteld dat [verweerster] via deze toegang heeft geklikt op de OneDrivelink van het Excelbestand. Uit het onderzoek zou voorts blijken dat zich in de mailbox van [verweerster] noch in die van [D] een aan [verweerster] verzonden e-mail van [D] bevond en dat ook de mail en het Excelbestand die [verweerster] volgens haar zeggen naar haar privé mailadres zou hebben doorgestuurd niet zijn aangetroffen. Wat betreft de verklaring van [verweerster] dat het originele Excelbestand plots op haar scherm is opgepopt zou volgens de gemeente vastgesteld zijn dat dit niet heeft plaatsgevonden omdat daarvan altijd technisch bewijs is terug te vinden en dat bewijs niet is gevonden.
5.5.2.
[verweerster] betwist dat zij zich bewust en onrechtmatig toegang heeft verschaft tot een document dat niet voor haar bestemd was. Volgens haar heeft zij een e-mail van [D] ontvangen met daarin de mededeling dat zij wegens haar huidskleur de functie van medior projectondersteuner niet zou krijgen. Bij die mail zat een foto van een Excelbestand en kort daarna popte het ‘originele’ Excelbestand op haar pc op. Door op die link te klikken heeft zij inzage in het bestand gekregen, aldus [verweerster] . Volgens [verweerster] wist zij niet en kon zij ook niet weten dat ze kennelijk nog toegang had tot bestaande e-mailpostbussen vanuit een eerdere functie omdat het account van haar leidinggevende sinds 2017 niet meer zoals voorheen zichtbaar was in haar outlook account.
5.5.3.
Overwogen wordt als volgt.
De gemeente baseert haar stelling dat [verweerster] zich onrechtmatig toegang heeft verschaft tot een document dat niet voor haar bestemd was op een intern onderzoek van ICT.
[verweerster] heeft erkend dat zij heeft geklikt op een link die heeft geleid tot inzage in een Excelbestand met daarin de namen van de sollicitanten maar betwist de door de gemeente gestelde wijze waarop zij op deze link heeft geklikt.
5.5.3.1. Als productie 8 is door de gemeente een verklaring d.d. 21 januari 2025 van [E] , technisch (ICT) specialist van de gemeente Eindhoven, overgelegd. In die verklaring geeft [E] een nadere toelichting op vragen van de gemeente naar aanleiding van het ICT onderzoek.
5.5.3.2. Uit dat onderzoek blijkt dat [verweerster] vanuit haar eigen Outlook-bestand op 14 juni 2023 op de link naar het sollicitatiebestand heeft geklikt. Op de vraag van de gemeente hoe dat in de praktijk werkt heeft [E] het volgende verklaard:

De permissies waren aanwezig en het toevoegen van een mailbox van een andere gebruiker is redelijk eenvoudig te realiseren in de gebruikersinterface. Het is niet "automatisch" zichtbaar tenzij je "full access" permissies hebt, echter is het toevoegen van een postvak van een gebruiker wel mogelijk wanneer de juiste permissies aanwezig zijn (Dit is een interactieve en bewuste actie). Deze permissies waren aanwezig voor Mevrouw [verweerster] op de mailbox van meneer [B] , en technisch de enige mogelijkheid om deze link te kunnen openen zonder sporen achter te laten van mailwisselingen met deze specifieke link. Dit is ook bevestigd door restanten in haar postvak waar aantoonbaar is dat ze op de link geklikt heeft vanuit haar Outlook.
Om het kort uit te leggen: De link in kwestie is een willekeurige gegenereerde complexe link welke je niet kunt raden en uitsluitend kunt benaderen wanneer je deze op 1 of andere manier hebt ontvangen. Wanneer het digitaal is doorgespeeld zou ik een resultaat kunnen vinden van deze actie, echter is dit NIET terug te vinden.
Een mogelijkheid zou zijn geweest dat het delen van het linkje is gebeurd door het over te schrijven (op papier, dus niet digitaal) en in te voeren in je browser om op deze manier de informatie uit te wisselen. Om deze situatie uit te sluiten heb ik een onderzoek gedaan op haar device en ben tot de conclusie gekomen dat het linkje niet is gedeeld op een digitale manier, en ook niet op een niet digitale manier, maar echt uitgevoerd vanuit haar Outlook.exe proces op haar werklaptop.
Zonder deze link te hebben ontvangen is het alleen mogelijk om dit vanuit haar Outlook te doen wanneer ze toegang heeft tot een mail waar deze link in voorkomt (en deze toegang had ze ook op postvak van meneer S). Wanneer je op deze link klikt vanuit Outlook zal er een restant achterblijven. (..) Hiermee is bevestigd technisch dat de link vanuit haar Outlook.exe is geopend zonder dat ze de link in kwestie in haar eigen postvak heeft staan. Dit is uitsluitend mogelijk door de link te openen vanuit een andere postvak (waar de gebruiker inderdaad permissies op had). Het is niet mogelijk om direct een link uit te voeren vanuit outlook.exe op deze manier. Na het "klikken" op deze link komt de gebruiker in de "access control list" van het betreffende bestand welke initieel werd gezien als "spookgedrag". Omdat mevrouw aangaf dat er opeens "popups" verschijnen op haar device en er geen directe relatie te vinden was ben ik heel ver gegaan om te achterhalen hoe dit is kunnen ontstaan. Gezien mijn functie is "spookgedrag" op onze devices iets wat ik verklaard moet hebben. Onverklaarbare situaties storen mij in mijn functie als technisch (security) specialist. Bovenstaande is de enige verklaring welke past binnen de technische realiteit en hiermee was voor mij het "spookgedrag" ook verklaard. Vanuit technisch oogpunt is 100% duidelijk wat hier is gebeurd.
5.5.3.3. Op de vraag van de gemeente of het mogelijk is dat zoals door [verweerster] wordt gesteld: de link waarop [verweerster] heeft geklikt plotseling zou zijn ‘opgepopt’ op haar scherm; dat een ICT-specialist van de gemeente in zijn hoedanigheid van 'administrator' de link aan [verweerster] heeft toegestuurd en dat elke ICT medewerker in alle bestanden kan van de gemeente en alles kan wissen, zodat de sporen van de acties van een dergelijke medewerker niet zichtbaar zijn, heeft [E] als volgt verklaard:

Het is waar dat beheerders met de juiste permissies (en dit zijn er 2 waarvan ik er zelf 1 ben) zaken kunnen wissen vanuit Exchange (mail) en Teams (sharepoint), echter niet uit het retentiebeleid . Dit is zelfs voor de 2 beheerders met deze permissies niet mogelijk zonder sporen achter te laten. Het is mogelijk dat er een link oppopt, echter niet zonder bewijzen achter te laten op het systeem. Er zijn weinig mensen die weten waar deze bewijzen zich bevinden en hoe deze te manipuleren, laat staan dat ze werkzaam zijn binnen de gemeente Eindhoven en toevallig 1 van de 2 mensen zijn die deze permissies hebben. Het is ook niet mogelijk voor deze beheerders om "bewijzen" achter te laten op haar systeem waaruit blijkt dat het bestand vanuit Outlook is geopend. Dit is terug te vinden in haar "recente bestanden" en in haar Exchange mailbox (zie eerdere screenshot). Dit betekent dat een beheerder deze link heeft laten "oppoppen" en vervolgens extreme (onmogelijk zelfs) moeite heeft moeten doen om bewijzen achter te laten op haar systeem om te laten lijken dat ze het vanuit haar Outlook geopend heeft en dit op een niveau binnen Microsoft heeft aangepast waardoor er restanten bestaan in haar mailbox van deze actie. Nee ... dit is dus niet realistisch op welke manier dan ook. Een beheerder met reguliere permissies heeft nog de kennis of de autorisatie om een actie op zo'n kaliber uit te voeren (deze zullen altijd sporen achter laten namelijk). De mensen welke dit wel kunnen beantwoorden deze mail, en het is belachelijk te noemen dat iemand dit scenario beschrijft, even los van de beweegredenen voor beheerders om dit werkelijk te doen (het betreft een sollicitatie!? Geen hoge classificatie of geheime documenten of andere zaken welke dit kaliber aantrekt?).
5.5.3.4. De kantonrechter stelt vast dat uit de verklaring van [E] blijkt dat het volgens hem uitgesloten is dat [verweerster] de link (waar ze op heeft geklikt) op een andere manier heeft ontvangen dan via de mailbox van [B] . [E] geeft in zijn verklaring ook aan dat in het device van [verweerster] is te zien dat ze op die manier (via de mailbox van [B] ) heeft geklikt op de link. Dit is een nadere aanvulling van de stellingen van de gemeente. [verweerster] heeft deze bevindingen betwist.
5.5.4.
Gelet op voornoemde productie 8 en de bevindingen van [E] daarin is de kantonrechter van oordeel dat de gemeente haar stellingen in het licht van het verweer van [verweerster] voldoende heeft aangevuld. Gelet hierop zal de gemeente in de gelegenheid worden gesteld bewijs te leveren van haar stelling dat [verweerster] via de uitgaande mailbox van [B] op de OneDrive-link van het Excelbestand met daarin de brievenselectie van de sollicitanten op de functie van medior projectondersteuner heeft geklikt.
5.5.5.
Indien de gemeente het bewijs (mede) wenst te leveren door schriftelijke stukken of andere gegevens, moet zij deze stukken afzonderlijk in het geding brengen. Indien de gemeente het bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen, moet zij dit vermelden en de verhinderdata opgeven van beide partijen en van de op te roepen getuigen. De kantonrechter zal dan vervolgens een dag en uur voor een getuigenverhoor bepalen, waarbij in beginsel wordt uitgegaan van 60-90 minuten per getuige. Partijen moeten bij de getuigenverhoren in persoon aanwezig zijn. Indien een partij zonder gegronde reden niet verschijnt, kan dit nadelige gevolgen voor die partij hebben.
niet open en eerlijk verklaren
5.6.
Slaagt de gemeente in voornoemde bewijsopdracht dan vloeit daaruit automatisch voort dat [verweerster] bewust in strijd met de waarheid heeft verklaard over de wijze waarop zij toegang heeft verkregen tot het Excelbestand.
betrokkenheid bij dreig-sms aan [B]
5.7.
De gemeente stelt verder nog dat het aannemelijk is dat [verweerster] betrokken is bij het verzenden van een dreig-sms aan [B] dan wel betrokken door het geven van informatie aan een derde die vervolgens de sms heeft verstuurd.
De kantonrechter overweegt dat vast staat dat technisch niet is aangetoond dat die betreffende sms door [verweerster] of door iemand uit haar naaste omgeving is verstuurd. Dat de gemeente dit aannemelijk acht is onvoldoende om daaraan de conclusie te verbinden dát die sms daadwerkelijk door [verweerster] is verstuurd. De gemeente heeft daartoe onvoldoende concrete en te verifiëren feiten gesteld. Dat de sms werd verstuurd op het moment dat [verweerster] zich door de gemeente
waarschijnlijk(cursief kantonrechter) steeds meer in het nauw gedreven voelde (brief van 21 februari 2024) en dat de verwijten in de sms aan [B]
strooktenmet de toon die [verweerster] eerder richting [B] had aangeslagen (mail van 26 februari 2024) mag zo zijn maar daaruit blijkt niet onomstotelijk dat de sms daadwerkelijk afkomstig is van/uit de omgeving van [verweerster] . Overigens is het nog maar de vraag of als de sms van iemand uit de omgeving van [verweerster] afkomstig zou zijn, dit aan [verweerster] zelf kan worden toegerekend. Dat in de sms specifiek wordt verwezen naar een bestand van [D] waarover [verweerster] heeft verklaard maakt dat niet anders.
ontbinding op g-grond?
5.8.1.
Slaagt de gemeente niet in haar bewijsopdracht en komt daarmee dus niet vast te staan dat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerster] dat meebrengt dat van de gemeente niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, dan zal moeten worden beoordeeld of de subsidiaire grondslag tot ontbinding leidt. De beoordeling van de g-grond kan echter niet los worden gezien van de beoordeling van de e-grond omdat de gemeente ter onderbouwing van de g-grond vrijwel dezelfde feiten en omstandigheden heeft aangevoerd als die zij ten grondslag heeft gelegd aan de e-grond en waarvan hiervoor al is geoordeeld dat die feiten en omstandigheden door de gemeente vooralsnog niet zijn aangetoond.
5.8.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter is er op dit moment geen sprake van een ernstige en duurzame verstoring als bedoeld in de g-grond. Daarvoor is meer nodig dan de gemeente stelt. Het mag duidelijk zijn dat er in 2023 zaken tussen partijen zijn voorgevallen en dat daardoor het onderlinge vertrouwen onder druk is komen te staan maar dit maakt niet dat er thans aanleiding is om vast te stellen dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding zodanig dat van de gemeente in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Zo kan op dit moment niet worden aangenomen dat sprake is van een patroon zoals de gemeente lijkt te suggereren met haar opmerking dat de verwijten gedragskenmerken betreffen die zich naar de overtuiging van de gemeente binnen elke functie zullen openbaren. De aanleiding van de kwestie waar het in casu om gaat is in juni 2023 gestart terwijl in al die jaren daarvoor tussen partijen niets vergelijkbaars is gebeurd, althans dat is door de gemeente niet gesteld. Hetzelfde geldt voor de stelling van de gemeente dat het [verweerster] ontbreekt aan zelfinzicht. Nergens uit blijkt dat daarover ooit eerder tussen partijen is gesproken. Het enkele feit dat [verweerster] in deze procedure verweer voert kan niet tot de conclusie leiden dat zij geen zelfinzicht heeft. Verder is van belang om te kijken wat er is gebeurd om de gestelde verstoring te herstellen en waarom dat is mislukt. Op dat punt heeft de gemeente niets gedaan terwijl dit wel van haar verwacht had mogen worden. Er is dus tot op heden niet onderzocht of de onderlinge relatie (op termijn) hersteld kan worden. Alleen daarom al kan op dit moment niet worden geconcludeerd dat de verstoring duurzaam is.
vervolg van de procedure
5.9.
De procedure wordt aangehouden tot dinsdag 11 maart 2025 op welke datum de gemeente zich bij akte kan uitlaten of, en zo ja op welke wijze, zij invulling wenst te geven aan de gegeven bewijsopdracht zoals hiervoor onder 5.5.4. omschreven.
5.10.
Iedere verdere beslissing wordt in afwachting daarvan aangehouden.
5.11.
Vanzelfsprekend staat het partijen vrij om (opnieuw) in overleg te gaan over een afwikkeling van deze procedure zonder bewijslevering.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
laat de gemeente toe te bewijzen dat [verweerster] via de uitgaande mailbox van haar leidinggevende ( [B] ) op de OneDrive-link van het Excelbestand met daarin de brievenselectie van de sollicitanten op de functie van medior projectondersteuner heeft geklikt;
6.2.
houdt de zaak aan tot
dinsdag 11 maart 2025tot welke datum de gemeente bij akte schriftelijk kan aangeven of, en zo ja, op welke wijze zij bewijs wil leveren;
6.3.
bepaalt dat, voor zover de gemeente dat bewijs schriftelijk wil leveren, zij uiterlijk op de hiervoor genoemde datum daartoe stukken kan indienen door middel van toezending of afgifte aan de griffie;
6.4.
bepaalt dat, voor zover de gemeente dat bewijs wil leveren door het horen van getuigen, zij uiterlijk op 11 maart 2025 het aantal en de personalia van de te horen getuigen zal opgeven, alsmede de verhinderdata van de getuigen en de wederpartij in de maanden april 2025 tot en met juli 2025;
6.5.
bepaalt dat de datum van het getuigenverhoor in beginsel niet zal worden gewijzigd nadat daarvoor dag en tijdstip zijn bepaald;
6.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.F.M.T. Franke, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 februari 2025.