ECLI:NL:RBOBR:2024:906

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
11 maart 2024
Publicatiedatum
7 maart 2024
Zaaknummer
22/1720
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens fiscaal compromis in WOZ-zaak

In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedaan op 11 maart 2024, is het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had beroep ingesteld tegen de hoogte van de WOZ-waarde van zijn woning, vastgesteld door de heffingsambtenaar op € 504.000. De rechtbank oordeelde dat er tussen eiser en de heffingsambtenaar een fiscaal compromis tot stand was gekomen, waardoor eiser afstand had gedaan van zijn recht om beroep in te stellen tegen het bestreden besluit. Dit compromis was gebaseerd op een e-mailcorrespondentie waarin afspraken waren gemaakt over de afhandeling van bezwaren tegen de WOZ-waarde. De rechtbank concludeerde dat de gemaakte afspraken bindend waren en dat eiser niet kon worden ontvangen in zijn beroep. De rechtbank benadrukte dat het fiscaal compromis een vaststellingsovereenkomst is in de zin van het Burgerlijk Wetboek, en dat eiser niet had aangetoond dat het compromis tot stand was gekomen onder invloed van wilsgebreken. De uitspraak heeft gevolgen voor de proceskosten, aangezien eiser geen vergoeding ontvangt voor zijn kosten. De rechtbank heeft de zaak niet inhoudelijk beoordeeld, omdat de ontvankelijkheid van het beroep ontbrak.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 22/1720
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 maart 2024 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: [naam] ),
en
de heffingsambtenaar van de Samenwerking A2-gemeenten, de heffingsambtenaar

1.Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de hoogte van de WOZ [1] -waarde van een woning aan de [adres] in [woonplaats] .
1.2.
De heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde van de woning met de beschikking van 25 februari 2022 vastgesteld op € 504.000. De waarde is vastgesteld per waardepeildatum 1 januari 2021 en voor het kalenderjaar 2022. De WOZ-beschikking is opgenomen in het aanslagbiljet van dezelfde datum. In dit aanslagbiljet heeft de heffingsambtenaar ook de aanslag onroerendezaakbelasting 2022 opgelegd.
1.3.
De heffingsambtenaar heeft met de uitspraak op bezwaar van 20 juni 2022 (de bestreden uitspraak) de waarde gehandhaafd.
1.4.
Eiser heeft tegen de bestreden uitspraak beroep ingesteld.
1.5.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.6.
Eiser heeft een nader stuk ingediend.
1.7.
De rechtbank heeft het beroep op 9 januari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [naam] , kantoorgenoot van de gemachtigde van eiser en de heffingsambtenaar H.J.M. Venner.

2.Feiten

2.1.
Eiser is eigenaar van de onroerende zaak [adres] in [woonplaats] . De woning is een in 2019 gebouwde geschakelde woning. Bij de woning horen een aanbouw woonruimte, een dakkapel en een perceel grond.
2.2.
In een e-mail van 10 februari 2022 heeft de heffingsambtenaar het volgende geschreven naar de gemachtigde van eiser:
“naar aanleiding van ons gesprek zojuist onderstaande de volgende werkwijze voor de afstemming bezwaren WOZ/OZB 2022.
Hoorzitting
• De hoorzittingen van de GRA2 vindt schriftelijk plaats op 18 mei 2022 om 9.00 (proceskostenvergoeding van één punt);
• U levert de aanvullende grieven voor de hoorzitting aan per mail in pdf gericht aan
[e-mailadres]
• Voorafgaand aan de hoorzitting ontvangt u van ons een Excel bestand met de alle door u ingediende bezwaarschriften op objectniveau.
Beoordeling taxateur
• Alle door u genoemde bezwaarschriften en de aanvullende grieven die tijdens de hoorzittingen zijn aangedragen worden beoordeeld door een taxateur.
Waardevoorstel
• De taxateur maakt een overzicht (Excel bestand) per gemeente met daarin zijn bevindingen; gegrond/ongegrond, waarde na bezwaar, vergoeding proceskosten en een korte motivering waarom het
bezwaarschrift gegrond of ongegrond is verklaard;
• U ontvangt dit overzicht met het verzoek of u kan instemmen met de bevindingen;
• Indien akkoord zal dit door u worden aangegeven in het bestand;
• Indien u niet akkoord bent zal u dit aangeven met een korte motivering;
• De taxateur zal deze objecten nogmaals beoordelen.
Uitspraak
• Indien partijen het eens zijn over de waarde zal een korte uitspraak worden opgesteld waarin zowel de grieven als motivering kort hierin worden opgenomen;
• Indien partijen het niet eens zijn over de waarde zal een uitgebreid besluit worden opgesteld door de GRA2;
• De proceskostenvergoeding zal overeenkomstig het proceskostenbesluit worden vergoed.
Beroep
• Tegen besluiten waar overeenstemming over is zal géén beroep worden ingesteld;
• Besluiten waar géén overeenstemming over is behoudt gemachtigde het recht om alsnog beroep in te stellen;
• Streven van beide partijen is om op efficiënte wijze de bezwaarschriften af te handelen en het aantal beroepsprocedures te voorkomen.
Graag zie ik een bevestiging van bovenstaande afspraken tegemoet, door op deze mail te reageren.”
2.3.
In de e-mail van 2 maart 2022 heeft de gemachtigde van eiser geschreven:
“Onderstaand voorstel is akkoord!”
2.4.
Vervolgens heeft de heffingsambtenaar in de e-mail van dinsdag 19 april 2022 geschreven:
“Afspraken zijn om op terug te komen, toch?
Graag wil ik u een aangepast voorstel doen, wat voor zowel u als voor ons tijd scheelt en efficiëntie biedt.
Met de voorbereiding is gebleken dat we de WOZ waardes voorafgaand aan de hoorzitting kunnen bekijken en beoordelen vandaar dat ik u onderstaand aangepast voorstel wil doen:
Het aangepaste voorstel:
• Op 18 mei (de dag waarop de hoorzitting schriftelijk plaats zou vinden) ontvangt u een overzicht (Excel bestand) per gemeente met daarin zijn bevindingen; gegrond/ongegrond, waarde na bezwaar, vergoeding proceskosten en een korte motivering waarom het bezwaarschrift gegrond of ongegrond is verklaard;
• Vervolgens levert u 2 weken later, (1 juni) de grieven van de hoorzitting aan van de objecten waar u extra grieven aan wil dragen en waar u het niet mee eens bent.
• Voor ieder gegrond bezwaar ontvangt u (ook als u geen extra grieven aandraagt) wel het punt voor de hoorzitting overeenkomstig met het proceskostenbesluit.
Dit biedt u meer ruimte als gemachtigde en u hoeft enkel de bezwaarschriften te beoordelen waar u het niet mee eens bent.
Graag zie ik uw reactie tegemoet.
2.5.
In de e-mail van 28 april 2022 schrijft de gemachtigde van eiser:
“Onderstaand voorstel is akkoord.
Ik heb het in de agenda genoteerd.”

3.Beoordeling door de rechtbank

Strijd met de goede procesorde?
3.1.
Eiser stelt dat de heffingsambtenaar in strijd met de goede procesorde heeft gehandeld door het verweerschrift pas op 9 september 2023 in te dienen. De zitting is door een verzoek om uitstel van de heffingsambtenaar en organisatorische redenen binnen de rechtbank twee keer uitgesteld. De zitting heeft uiteindelijk plaatsgevonden op 9 januari 2024. Het verweerschrift is ruimschoots voor die datum ingediend en eiser heeft op 15 september 2023 een schriftelijke reactie gegeven op het verweerschrift. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om strijd met de goede procesorde aan te nemen.
De ontvankelijkheid van het beroep
3.2.
Het beroep van eiser is niet-ontvankelijk. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
3.3.
De heffingsambtenaar stelt zich op het standpunt dat tussen partijen in de bezwaarfase een fiscaal compromis tot stand is gekomen. Het fiscaal compromis houdt volgens de heffingsambtenaar in dat als tussen de gemachtigde van eiser en de heffingsambtenaar overeenstemming is bereikt over de waarde van de woning, aan eiser een verkorte uitspraak op bezwaar zal worden toegezonden en dat eiser dan tegen deze uitspraak geen beroep zal instellen. De gemachtigde van eiser en de heffingsambtenaar hebben een compromis bereikt over de waarde van de woning, te weten € 504.000, wat overeenkomt met de beschikte waarde. In het bestreden besluit heeft de heffingsambtenaar vervolgens de waarde gehandhaafd en het bezwaar ongegrond verklaard. Inhoudelijk verwijst de heffingsambtenaar ter onderbouwing van de vastgestelde waarde (€ 504.000) naar de getaxeerde waarde (€ 504.000), zoals is opgenomen in de taxatiematrix die is opgesteld op 4 september 2023 door taxateur H.J.M. Venner. De heffingsambtenaar concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
3.4.
De rechtbank zal eerst beoordelen of tussen partijen een fiscaal compromis tot stand is gekomen waarop de heffingsambtenaar een beroep kan doen en zo ja, tot welke rechtsgevolgen dat leidt.
3.5.
De rechtbank gaat bij de beoordeling uit van het volgende juridisch kader. Een fiscaal compromis is een vaststellingsovereenkomst in de zin van artikel 7:900 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) [2] . Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. [3] Dit betekent dat voor de vraag of een compromis tot stand is gekomen, de rechtbank toetst of sprake is van een aanbod dat is aanvaard en of dat voldoet aan de eisen van een vaststellingsovereenkomst. Daarbij komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen mochten toekennen en op wat zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (Haviltex-norm). Daarbij moet rekening worden gehouden met alle omstandigheden van het geval.
Het staat een belastingplichtige in beginsel vrij om in het kader van een met de belastingdienst gesloten fiscaal compromis afstand te doen van zijn recht tegen een aan hem overeenkomstig dat compromis op te leggen aanslag met een bezwaar- of beroepschrift op te komen. [4] Dat geldt ook als er een fiscaal compromis met de heffingsambtenaar tot stand is gekomen.
Een vaststellingsovereenkomst is bindend voor de daarbij betrokken partijen, tenzij die overeenkomst zo duidelijk in strijd is met het recht dat niet op nakoming van de overeenkomst mag worden gerekend. [5] Als een compromis tot stand komt onder invloed van dwaling, door bedreiging, bedrog of misbruik van omstandigheden (wilsgebreken), is die overeenkomst vernietigbaar (artikel 3:44 en 6:228 BW).
3.6.
Uit de e-mail van 10 februari 2022 van de heffingsambtenaar aan de gemachtigde van eiser leidt de rechtbank af dat, na voorafgaand telefonisch overleg, de heffingsambtenaar een voorstel doet voor de werkwijze om de bezwaren tegen de WOZ/OZB-aanslagen 2022 af te handelen. Voor zover relevant begrijpt de rechtbank dat het voorstel het volgende inhoudt. De hoorzitting vindt schriftelijk plaats. De aanvullende grieven worden door de gemachtigde schriftelijk per e-mail ingediend en voorafgaand aan de hoorzitting ontvangt de gemachtigde van de heffingsambtenaar een Excelbestand met alle ingediende bezwaarschriften op objectniveau. De bezwaren en aanvullende grieven worden door de taxateur beoordeeld. De taxateur maakt een overzicht per gemeente met daarin zijn bevindingen (gegrond/ongegrond, waarde na bezwaar, vergoeding proceskosten en een korte motivering). De gemachtigde ontvangt dit overzicht met het verzoek of hij kan instemmen met de bevindingen. Indien akkoord zal dit door de gemachtigde worden aangegeven in het bestand. Als de gemachtigde niet akkoord is, zal hij dit aangeven met een korte motivering. De taxateur zal deze objecten nogmaals beoordelen. Als partijen het eens zijn over de waarde zal een korte uitspraak worden opgesteld waarin zowel de grieven als de motivering kort worden opgenomen. Tegen besluiten waar overeenstemming over is zal geen beroep worden ingesteld. Voor besluiten waar geen overeenstemming over is, behoudt de belanghebbende het recht om alsnog beroep in te stellen. In reactie op deze email schrijft de gemachtigde van eiser op 2 maart 2022 aan de heffingsambtenaar dat hij akkoord is met dit voorstel. Met de e-mail van 19 april 2022 stuurt de heffingsambtenaar een aangepast voorstel, omdat is gebleken dat de heffingsambtenaar de WOZ-waardes voorafgaand aan de zitting kon beoordelen. In de e-mail van 28 april 2022 schrijft de gemachtigde van eiser dat het aangepaste voorstel akkoord is.
3.7.
Uit wat hiervoor in 3.6 is overwogen volgt dat tussen partijen een fiscaal compromis tot stand is gekomen, omdat de heffingsambtenaar een aanbod heeft gedaan en de gemachtigde van eiser dat aanbod heeft aanvaard. Nadien is het aanbod nog een keer aangepast en dit aangepaste aanbod is ook door de gemachtigde van eiser aanvaard. Het fiscaal compromis houdt in dat als tussen partijen overeenstemming is bereikt over de waarde van de woning, eiser een verkorte uitspraak op bezwaar zal worden toegezonden en dat eiser tegen die uitspraak geen beroep zal instellen. Met het fiscaal compromis is tussen partijen een vaststellingsovereenkomst in de zin van artikel 7:900 lid 1 BW tot stand gekomen, omdat het is gesloten ter beëindiging van het geschil omtrent de waarde van de woning. Dit leidt de rechtbank af uit de e-mail van 10 februari 2022 van de heffingsambtenaar, waarin is opgenomen dat het ‘
streven van beide partijen is om op efficiënte wijze de bezwaarschriften af te handelen en het aantal beroepsprocedures te voorkomen.'
3.8.
De heffingsambtenaar heeft het bestreden besluit met inachtneming van het fiscaal compromis genomen. Met het fiscaal compromis heeft eiser afstand gedaan van het recht om beroep in te stellen tegen het bestreden besluit, omdat in het voorstel van de heffingsambtenaar van 10 februari 2022 staat dat ‘
Tegen besluiten waar overeenstemming over is zal géén beroep worden ingesteld’en de gemachtigde van eiser hiermee heeft ingestemd. Eiser heeft niet aangevoerd dat het fiscaal compromis tot stand is gekomen onder invloed van een wilsgebrek of dat het anderszins in strijd met het recht is. Het fiscaal compromis is daarom bindend voor partijen.
3.9.
De gemachtigde van eiser heeft aangevoerd dat sprake is geweest van een ‘misverstand’ tussen hem en een kantoorgenoot van hem, als gevolg waarvan hij beroep heeft ingesteld tegen het bestreden besluit. De gemachtigde van eiser schrijft hierover in zijn reactie op het verweerschrift:
“Ik kan mij goed voorstellen dat de heffingsambtenaar verrast was het beroep te ontvangen, maar ik denk dat we het ook niet groter moeten maken dan het is. Er is op geen enkele wijze de intentie geweest om de gemaakte afspraken te breken, maar nu dit toch gebeurt is lijkt het mij een goede zaak om te kijken naar de inhoud van het beroep en daar een oordeel over te vellen. dat het ook niet groter moet worden gemaakt dan het is.” Deze stelling kan niet worden gevolgd. Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen, is het fiscaal compromis bindend voor partijen en heeft eiser afstand gedaan van zijn recht om in beroep te gaan tegen het bestreden besluit. De heffingsambtenaar heeft bovendien een beroep gedaan op de afstand van recht.
3.10.
De gemachtigde van eiser heeft verder aangevoerd dat ook de heffingsambtenaar van de afspraken is afgeweken, omdat de heffingsambtenaar – nadat tussen partijen al overeenstemming was bereikt – een aangepast voorstel heeft gedaan. Deze stelling is op zichzelf beschouwd juist, maar leidt niet tot de conclusie dat eiser niet kan worden gehouden aan de afspraak dat afstand van recht is gedaan. De gemachtigde van eiser is immers akkoord gegaan met het aangepaste voorstel.

4.Conclusie en gevolgen

Het beroep is niet-ontvankelijk. Dat betekent dat eiser niet kan worden ontvangen in zijn beroep en de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan beoordelen. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

5.Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Lie, rechter, in aanwezigheid van mr. L. Langenhoff, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 maart 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch.

Voetnoten

1.Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ)
2.Het artikellid luidt: ‘Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van onzekerheid of geschil omtrent hetgeen tussen hen rechtens geldt, zich jegens elkaar aan een vaststelling daarvan, bestemd om ook te gelden voor zover zij van de tevoren bestaande rechtstoestand mocht afwijken.’
3.Artikel 6:217 lid 1 BW.
4.HR 22 april 1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2428.
5.HR 25 oktober 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7844.