Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Inleiding
2.Feiten
”
3.Beoordeling door de rechtbank
Het staat een belastingplichtige in beginsel vrij om in het kader van een met de belastingdienst gesloten fiscaal compromis afstand te doen van zijn recht tegen een aan hem overeenkomstig dat compromis op te leggen aanslag met een bezwaar- of beroepschrift op te komen. [4] Dat geldt ook als er een fiscaal compromis met de heffingsambtenaar tot stand is gekomen.
streven van beide partijen is om op efficiënte wijze de bezwaarschriften af te handelen en het aantal beroepsprocedures te voorkomen.'
Tegen besluiten waar overeenstemming over is zal géén beroep worden ingesteld’en de gemachtigde van eiser hiermee heeft ingestemd. Eiser heeft niet aangevoerd dat het fiscaal compromis tot stand is gekomen onder invloed van een wilsgebrek of dat het anderszins in strijd met het recht is. Het fiscaal compromis is daarom bindend voor partijen.
“Ik kan mij goed voorstellen dat de heffingsambtenaar verrast was het beroep te ontvangen, maar ik denk dat we het ook niet groter moeten maken dan het is. Er is op geen enkele wijze de intentie geweest om de gemaakte afspraken te breken, maar nu dit toch gebeurt is lijkt het mij een goede zaak om te kijken naar de inhoud van het beroep en daar een oordeel over te vellen. dat het ook niet groter moet worden gemaakt dan het is.” Deze stelling kan niet worden gevolgd. Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen, is het fiscaal compromis bindend voor partijen en heeft eiser afstand gedaan van zijn recht om in beroep te gaan tegen het bestreden besluit. De heffingsambtenaar heeft bovendien een beroep gedaan op de afstand van recht.