Op 8 maart 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling en verbale doodsbedreigingen. De rechtbank heeft de verdachte, geboren in 1983 en thans gedetineerd in DC Rotterdam, veroordeeld op basis van twee parketnummers: 01.298694.23 en 01.235774.23. De tenlastelegging omvatte mishandeling van [slachtoffer 1] op 12 november 2023 in Eindhoven, waarbij de verdachte tegen de linker heup van het slachtoffer schopte, en bedreiging van [slachtoffer 2] met de dood door dreigende woorden. Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van bedreiging van twee BOA's in 's-Hertogenbosch op 16 september 2023.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn en dat de verdachte strafbaar is voor de bewezen feiten. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een ISD-maatregel van twee jaar eiste, toegewezen. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en het strafblad van de verdachte, dat 37 pagina's telt met eerdere veroordelingen voor agressie tegen ambtenaren in functie.
De rechtbank heeft ook een advies van de reclassering in overweging genomen, waarin werd gesteld dat de verdachte ernstig verslaafd is aan alcohol en dat zijn gedrag onder invloed van alcohol leidt tot agressie. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ISD-maatregel noodzakelijk is om de kans op recidive te verminderen en om de veiligheid van de maatschappij te waarborgen. De verdachte is niet in staat gebleken om zich aan afspraken te houden en heeft herhaaldelijk nieuwe strafbare feiten gepleegd. De rechtbank heeft de ISD-maatregel opgelegd voor de duur van twee jaar, zonder dat de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht.