Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 24 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 6 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers en gedaagde over de ontbinding van een koopovereenkomst betreffende garageboxen. De eisers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. V.J.K. Welten, hebben de koopovereenkomst ontbonden op 4 oktober 2022, omdat gedaagde zijn verplichtingen niet was nagekomen. Gedaagde had de koopovereenkomst op 3 augustus 2022 willen ontbinden, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet rechtsgeldig was gebeurd. Gedaagde voerde aan dat hij was misleid door eisers over de staat van de garageboxen en de huurprijzen, maar de rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat eisers opzettelijk onjuiste informatie hadden verstrekt. De rechtbank concludeerde dat gedaagde niet gerechtigd was de overeenkomst te ontbinden en dat eisers recht hadden op schadevergoeding. De rechtbank heeft gedaagde veroordeeld tot betaling van € 58.920,00 aan eisers, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van beslagkosten en proceskosten. De vorderingen van gedaagde in reconventie werden afgewezen.