Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
hij op of omstreeks 31 oktober 2023 te Helmond ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengenmet een afgebroken flessenhals, althans een scherp en/of puntig voorwerp, meermalen, althans eenmaal, op ongecontroleerde wijze, in de richting van het hoofd en/of de hals, althans het bovenlichaam van die [slachtoffer] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De formele voorvragen.
De bewijsvraag.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
- € 50,- (telefoon);
- € 170,- (kleding);
- € 100,- (schoenen);
- € 27,50 (sportschoolabonnement);
- € 161,- (extra praktijkexamen).
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
gevangenisstrafvoor de duur van
30 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
wijstde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij
gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer] , van een bedrag van
€ 1.258,50, bestaande uit € 508,50 materiële schadevergoeding en € 750,- immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
legtaan de verdachte
opde verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer] , van een bedrag van € 1.258,50 en bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 22 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Voormeld bedrag bestaat uit € 508,50 materiële schadevergoeding en € 750,- immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.