ECLI:NL:RBOBR:2024:6786
Rechtbank Oost-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening exploitatievergunning recreatiepark
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 12 juli 2024, worden de verzoeken om voorlopige voorzieningen van verschillende standplaatshouders op recreatiepark Prinsenmeer behandeld. De verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen de weigering van de burgemeester van de gemeente Asten om een exploitatievergunning te verlenen voor het recreatiepark. De burgemeester had eerder op 4 december 2023 de vergunning geweigerd en de bezwaren van de verzoekers tegen deze beslissing zijn op 27 mei 2024 niet-ontvankelijk verklaard. De verzoekers, die geen permanente bewoners zijn maar recreanten, hebben de voorzieningenrechter gevraagd om hen tijdelijk te behandelen alsof er een vergunning is verleend, zodat zij in de zomer kunnen recreëren op het park.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van een voorlopige voorziening. De verzoekers hebben pas op 1 juli 2024 beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijk verklaring van hun bezwaren, wat de urgentie van hun verzoek ondermijnt. Bovendien hebben zij sinds 8 december 2023 geen toegang meer tot het park, maar hebben zij eerder geen actie ondernomen om hun belangen te beschermen. De voorzieningenrechter concludeert dat de verzoeken kennelijk ongegrond zijn en wijst deze af, zonder dat er aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.