ECLI:NL:RBOBR:2024:6767

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
25 november 2024
Publicatiedatum
30 januari 2025
Zaaknummer
C/01/403853 / FA RK 24-1632
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voornaamswijziging van een minderjarige op verzoek van de moeder

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 25 november 2024 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van de voornaam van een minderjarige. De verzoekster, de moeder van het kind, heeft verzocht om de eerste voornaam van haar zoon te wijzigen van een Islamitische naam naar een Katholieke naam. De moeder stelt dat het kind al geruime tijd onder de gewenste naam leeft en dat de huidige naam niet past bij de geloofsovertuiging en cultuur waarin hij opgroeit. De vader van het kind, de heer [X], heeft zijn mening over het verzoek kenbaar gemaakt, maar is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige al jaren de gewenste naam gebruikt en dat de wijziging van de voornaam de juridische situatie in overeenstemming brengt met de feitelijke situatie. De rechtbank heeft het verzoek tot wijziging van de eerste voornaam toegewezen, maar het verzoek om de tweede voornaam te laten vervallen, is afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er geen voldoende zwaarwegend belang is voor deze wijziging, gezien de identiteit van de minderjarige en de traditie van de naamgeving in de familie van de vader. De beslissing is genomen met inachtneming van de belangen van de minderjarige en de relevante wetgeving.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/403853 / FA RK 24-1632
Uitspraak : 25 november 2024
Beschikking betreffende voornaamswijziging in de zaak van:
[verzoekster],wonende te [woonplaats A] ,
hierna te noemen verzoekster,
advocaat mr. C. Simmelink.
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:
[belanghebbende 1] ,
wonende te [woonplaats B] ,
hierna te noemen de heer [X] /de vader,
[belanghebbende 2] ,
wonende te Oss,
hierna te noemen de heer [Y] .

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift (met bijlagen), ingekomen op 29 maart 2024;
  • de brief met bijlage van mr. Simmelink van 29 mei 2024;
  • het F9-formulier met bijlage van mr. Simmelink, ingekomen op 18 oktober 2024
  • de brief van de heer [X] , ingekomen op 21 oktober 2024.
Het verzoek strekt tot wijziging van de voornaam van het minderjarige kind van verzoekster:
- [minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] .
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 oktober 2024. Verschenen zijn verzoekster, bijgestaan door mr. V.A.P.B. Ling (kantoorgenoot van mr. Simmelink) en de heer [Y] . De heer [X] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

2.De feiten

2.1.
De heer [X] heeft de minderjarige [minderjarige] erkend.
Verzoekster heeft het gezag over [minderjarige] .
2.2.
Verzoekster is gehuwd met de heer [Y] en woont met hem samen sinds [minderjarige] acht maanden oud was.

3.Het verzoek

3.1.
Verzoekster verzoekt wijziging van de voornamen van de minderjarige van [voornaam minderjarige] [tweede naam minderjarige] in [nieuwe voornaam minderjarige] . Zij is van mening dat een voldoende zwaarwichtig belang bestaat bij de verzochte wijziging.
Zij stelt dat de heer [X] al voor de geboorte van [minderjarige] uit haar leven is verdwenen en dat er sindsdien geen contact meer is geweest. Zij wil daarom dat haar zoon niet langer de naam draagt van de persoon die hen heeft laten vallen en ook nooit naar de minderjarige heeft omgekeken. Verzoekster stelt dat zij voor de geboorte van haar zoon met de vader de tweede naam [tweede naam minderjarige] heeft gekozen. Deze naam kwam voort uit de culturele achtergrond van de heer [X] . Hoewel verzoekster daarmee destijds heeft ingestemd was dit niet haar eerste keuze.
3.2.
Verzoekster stelt dat zij inmiddels is gehuwd met de heer [Y] die vanaf het begin van hun relatie, toen de minderjarige een paar maanden oud was, de vaderrol op zich geeft genomen. Inmiddels hebben zij samen een zoon gekregen. Verzoekster stelt dat zij zich heeft bekeerd tot het Christendom en de minderjarige wordt dan ook opgevoed in een Rooms-Katholiek gezin. De islamitische voornamen van haar zoon passen volgens verzoekster niet bij de geloofsovertuiging en cultuur waarin hij opgroeit. Zij stelt dat de naam [nieuwe voornaam minderjarige] in het dagelijks leven al langere tijd wordt gebruikt. De minderjarige weet volgens verzoekster ook niet beter dan dat hij [nieuwe voornaam minderjarige] heet. Door zijn naam officieel te wijzigen kunnen verzoekster en de minderjarige afstand nemen van de vader, die er nooit is geweest.

4.De beoordeling

4.1.
De heer [X] heeft per brief zijn mening over het verzoek aan de rechtbank kenbaar gemaakt. Hij heeft aangegeven dat er onwaarheden in het verzoekschrift staan. Hij en zijn ouders hebben meerdere keren geprobeerd om contact op te nemen met verzoekster over de minderjarige. Verzoekster heeft daarop echter nooit gereageerd, waardoor de heer [X] de hoop op een vaderrol in het leven van de minderjarige heeft opgegeven. Volgens de heer [X] hebben verzoekster en hij samen de namen voor de minderjarige gekozen en stond verzoekster achter de keuze. De heer [X] schrijft dat de naam [tweede naam minderjarige] een familienaam is. Zijn opa, zijn vader, zijn ooms, zijn broer en hij dragen allemaal als tweede naam de naam [tweede naam minderjarige] , zodat deze naam niet alleen uit geloofsovertuiging aan de minderjarige is gegeven.
De heer [X] geeft aan dat als verzoekster zeker weet dat wijziging van zijn voornamen beter is voor de minderjarige, hij hiervoor zijn akkoord zal geven.
4.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft verzoekster haar verzoek toegelicht en gereageerd op de brief van de heer [X] . Zij betwist dat de heer [X] ooit contact heeft opgenomen. Haar deur heeft altijd opengestaan maar de heer [X] heeft nooit contact gewild. Verzoekster heeft verklaard dat de minderjarige opgroeit in een katholieke omgeving en dat zijn namen daar niet meer bijpassen. Volgens verzoekster is de minderjarige er mentaal nog niet aan toe om hem te vertellen wie zijn vader is en waarom deze er niet is. Verzoekster en de heer [Y] stellen dat zij de minderjarige zeker zullen vertellen hoe het zit, zodat hij zelf contact op kan nemen met zijn vader als hij dat wil. De minderjarige is het weekend voorafgaand aan de mondelinge behandeling gedoopt en heet gewoon [nieuwe voornaam minderjarige] . Hij weet niet beter dan dat de heer [Y] zijn vader is en voor de heer [Y] voelt [nieuwe voornaam minderjarige] als zijn zoon. Er is volgens verzoekster altijd ruimte voor de heer [X] om een rol te spelen in het leven van [nieuwe voornaam minderjarige] , maar in tussentijd moet [nieuwe voornaam minderjarige] wel [nieuwe voornaam minderjarige] kunnen zijn. Verzoekster heeft verklaard dat zij heel actief het katholieke geloof belijdt. Zij heeft moeite met de naam [tweede naam minderjarige] , omdat die naam in het katholieke geloof niet voorkomt.
4.3.
De rechtbank overweegt als volgt. Ingevolge artikel 1:4 lid 4 Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechter wijziging van de voornamen gelasten op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijk vertegenwoordiger. Voor een dergelijke wijziging dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan.
4.4.
De vraag wanneer sprake is van een voldoende zwaarwichtig belang, wordt in de wet en de wetsgeschiedenis niet beantwoord. Daarvoor dient aansluiting te worden gezocht bij de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
Omdat voornamen een middel zijn om personen binnen hun familie en in het maatschappelijk verkeer te identificeren, vallen zij onder het begrip privéleven en familie- of gezinsleven, zoals bedoel in artikel 8 EVRM. Het door dit artikel beschermde belang brengt mee dat inmenging van enig openbaar gezag niet is toegestaan. Niet iedere regulering houdt evenwel ook een inmenging in. Een weigering om een voornaam te wijzigen kan niet zonder meer als ongeoorloofde inmenging worden aangemerkt. Daarvoor zal steeds moeten worden onderzocht of sprake is van een evenwichtige belangenafweging (“fair balance”) tussen enerzijds de belangen van het individu en anderzijds de belangen van de staat, waarbij niet uit het oog mag worden verloren dat de staat/de rechter een zekere mate van beoordelingsvrijheid toekomt.
Of de weigering om een voornaam te wijzigen, een ongerechtvaardigde inmenging oplevert, hangt af van de mate van ongemak en overlast die de betrokkene hiervan ondervindt. Daarbij dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen, waaronder de vraag of het voor betrokkene feitelijk toch mogelijk is de gewenste voornaam te voeren.
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat, ten aanzien van de verzochte wijziging van eerste voornaam van de minderjarige van [voornaam minderjarige] in [nieuwe voornaam minderjarige] , een voldoende zwaarwegend belang is gebleken. Immers, de minderjarige wordt al jaren [nieuwe voornaam minderjarige] genoemd en weet niet beter dan dat hij [nieuwe voornaam minderjarige] heet. De minderjarige groeit op in een katholiek gezin en belijdt het katholieke geloof, waarbinnen zijn voornaam minder past. Met de wijziging van deze voornaam wordt de juridische situatie in overeenstemming gebracht met de feitelijke situatie.
4.6.
Het is de rechtbank niet gebleken dat de verzochte voornaam ongepast is in de zin van artikel 1:4 lid 2 BW of dat deze overeenstemt met een bestaande geslachtsnaam die niet tevens een gebruikelijke voornaam is. Het verzoek zal daarom als op de wet gegrond worden toegewezen.
4.7.
Ten aanzien van het verzoek om de tweede voornaam [tweede naam minderjarige] van de minderjarige te laten vervallen, overweegt de rechtbank dat geen voldoende zwaarwegend belang bij de verzochte wijziging is gebleken. De heer [X] heeft de rechtbank bericht dat deze naam niet alleen vanwege een geloofsovertuiging is gekozen, maar dat mannen uit zijn familie deze naam als tweede naam dragen, zodat het een familienaam is. De minderjarige is een kind van zowel zijn moeder als zijn vader en ontleent daarom zijn identiteit aan hun beiden. Gelet op de jonge leeftijd van de minderjarige, het belang van de minderjarige bij zijn afkomst en de traditie van de naamgeving in de familie van de vader, acht de rechtbank het in het belang van de minderjarige dat zijn tweede naam in stand blijft. Hiertegen weegt naar het oordeel van de rechtbank niet op het gegeven dat de minderjarige thans opgroeit in een katholiek gezin dat actief het katholieke geloof belijdt, nu het slechts een tweede voornaam betreft en niet gebleken is dat dit in enige mate een probleem oplevert. De rechtbank zal dit verzoek daarom afwijzen.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
gelast de wijziging van de eerste voornaam van de minderjarige van [voornaam minderjarige] in [nieuwe voornaam minderjarige] , zodat de minderjarige voluit komt te heten [nieuwe voornaam minderjarige] [tweede naam minderjarige] [geslachtsnaam minderjarige] .
5.2.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Iding, rechter, tevens kinderrechter,
en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 25 november 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Conc: IJ(O
Tegen deze beschikking kan, voor zover het een eindbeslissing betreft, -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!