ECLI:NL:RBOBR:2024:6764

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
21 november 2024
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
11368261
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderbewindstelling wegens afwezigheid

In deze beschikking van de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 21 november 2024, wordt het verzoek tot onderbewindstelling wegens afwezigheid behandeld. Het verzoek is ingediend door verzoeker, die ook als bewindvoerder is voorgesteld. De procedure begon met de indiening van het verzoek op 23 oktober 2024, gevolgd door een bereidverklaring van de beoogd bewindvoerder op 31 oktober 2024. De mondelinge behandeling vond plaats op 18 november 2024, waarbij verzoeker aanwezig was.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene, die haar woonplaats heeft verlaten, niet voldoende orde heeft gesteld op het bestuur van haar goederen. Dit is in strijd met artikel 1:409 lid 1 BW, dat bepaalt dat een bewindvoerder kan worden benoemd indien iemand zijn woonplaats heeft verlaten zonder voldoende orde op het bestuur van zijn goederen te hebben gesteld. De kantonrechter concludeert dat er een noodzakelijkheid bestaat om in het bestuur over de goederen van de betrokkene te voorzien, aangezien het onbekend is waar de betrokkene zich bevindt en wat haar financiële situatie is.

De kantonrechter heeft het verzoek toegewezen en de voorgestelde bewindvoerder benoemd, zonder dat er bezwaren tegen zijn benoeming zijn gerezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de griffier is belast met de inschrijving van deze beschikking in het openbaar Centraal Curatele- en Bewindregister. De beslissing omvat ook de vaststelling van de beloning voor de aanvangswerkzaamheden en de jaarbeloning voor de bewindvoerder.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT
Toezicht
zaaknummer : 11368261 TT VERZ 24-1563
[initialen van de griffier]

Beschikking van de kantonrechter van 21 november 2024

op verzoek van:
[verzoeker]
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats]
hierna te noemen: verzoeker,
Het verzoek strekt tot onderbewindstelling wegens afwezigheid van:

[betrokkene]

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]
met als laatst bekende verblijfplaats [adres] , [postcode] [woonplaats]
hierna te noemen: betrokkene.

De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:

  • het verzoek (met bijlagen), ontvangen op 23 oktober 2024;
  • de bereidverklaring van de beoogd bewindvoerder, [verzoeker] , ontvangen op 31 oktober 2024.
Het verzoek is mondeling behandeld op de zitting van 18 november 2024.
Van het verhandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. Ter zitting is verzoeker, [verzoeker] , verschenen.

De beoordeling

Het verzoek strekt tot onderbewindstelling van alle goederen van de betrokkene met benoeming van [verzoeker] tot bewindvoerder. Het verzoek is gebaseerd op de stelling dat betrokkene haar woonplaats heeft verlaten zonder dat deze voldoende orde heeft gesteld op het bestuur van haar goederen. Voorts is aangevoerd dat het noodzakelijk is daarin te voorzien en betrokkene(n) te doen vertegenwoordigen,
De kantonrechter overweegt als volgt.
Op grond van artikel 1:409 lid 1 BW benoemt de kantonrechter op verzoek van belanghebbende(n) of het openbaar ministerie een bewindvoerder, indien iemand die zijn woonplaats heeft verlaten niet voldoende orde op het bestuur van zijn goederen heeft gesteld, en er noodzakelijkheid bestaat om daarin geheel of gedeeltelijk te voorzien of de afwezige te doen vertegenwoordigen, teneinde het bewind over het geheel of gedeelte van de goederen van de afwezige te voeren en diens overige belangen waar te nemen.
Gelet op de inhoud van de stukken en hetgeen is behandeld ter zitting, is de kantonrechter van oordeel dat het voldoende aannemelijk is geworden dat betrokkene afwezig is in de zin van artikel 1:409 lid 1 BW en dat zij niet voldoende orde op het bestuur van haar goederen heeft gesteld. Betrokkene is inmiddels een langere tijd afwezig, het is niet bekend waar zij zich momenteel bevindt en hoe het met haar gaat en het is op dit moment niet duidelijk wat de financiële situatie van betrokkene is. Daarmee is voldaan aan het vereiste dat er noodzakelijkheid bestaat om in het bestuur over alle goederen van betrokkene te voorzien en dat de overige belangen van betrokkene waargenomen moeten worden. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.
De kantonrechter zal de voorgestelde bewindvoerder benoemen nu daartegen geen bezwaren zijn gerezen. De kantonrechter heeft geen reden de bevoegdheid van de bewindvoerder, bedoeld in artikel 1:410 lid 4 BW, te beperken. De taken van de bewindvoerder strekken zich dan ook verder uit dan het geval is bij beschermingsbewind.

De beslissing

De kantonrechter:

  • stelt de goederen die (zullen) toebehoren aan betrokkene(n) onder bewind wegens diens afwezigheid;
  • benoemt tot bewindvoerder: [verzoeker] , geboren te [geboorteplaats] op
[geboortedatum] , wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] en verstaat dat deze de bevoegdheden heeft als bedoeld in artikel 1:410 lid 4 BW, zonder enige beperking;
- stelt de beloning voor de aanvangswerkzaamheden vast zoals hiervoor is overwogen;
- stelt de jaarbeloning vast zoals hiervoor is overwogen;
- bepaalt dat deze uitspraak door de griffier wordt ingeschreven in het openbaar Centraal Curatele- en Bewindregister;
  • wijst af het meer of anders verzochte;
  • verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.H.E. Boerma, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2024.
De griffier, De kantonrechter,
verzenddatum: