Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
Beslissing van 8 oktober 2024
[verzoeker] ,
mr. M. van ‘t Klooster,
De procedure
Het wrakingsverzoek en de reactie van de rechter hierop
De beoordeling
eniet toegekomen, omdat verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft gesteld die tot gegrondheid van het wrakingsverzoek zouden kunnen leiden.
De beslissing
- wijst het verzoek tot wraking van de rechter af.
- bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek in de zaak met zaaknummer 23/1582 niet meer in behandeling wordt genomen.
G.J. Roeterdinken mr. A.H.J.J. van de Wetering, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.A. Schokker-Stadhouders, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2024.