ECLI:NL:RBOBR:2024:6753

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
30 december 2024
Publicatiedatum
15 januari 2025
Zaaknummer
C/01/411280 / FA RK 24-5282
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 30 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een mondelinge zitting, waarbij de betrokkene, haar advocaat, en enkele deskundigen zijn gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene verblijft in een instelling onder een crisismaatregel die door de burgemeester is opgelegd op 25 december 2024. De rechtbank oordeelde dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De betrokkene vertoonde gedrag dat duidt op een psychische stoornis, met name manische episodes in het kader van een bipolaire stemmingsstoornis. De rechtbank heeft geoordeeld dat verplichte zorg noodzakelijk is om het dreigende nadeel af te wenden, waaronder het beperken van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De rechtbank heeft de machtiging verleend tot en met 20 januari 2025, en andere verzochte vormen van zorg zijn afgewezen omdat de noodzaak daarvoor niet was aangetoond. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter I.S. Verstraelen, met griffier R. Touwen aanwezig.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/411280 / FA RK 24-5282
Datum uitspraak: 30 december 2024
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. L. Stam te 's-Hertogenbosch.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 27 december 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 30 december 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • de dochter van betrokkene (telefonisch);
  • [naam 1] , verpleegkundige;
  • [naam 2] , psychiater.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in [instelling] , locatie [plaats] . De burgemeester van [gemeente] heeft de crisismaatregel op 25 december 2024 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- ernstig lichamelijk letsel;
- maatschappelijke teloorgang.
4.3.
Betrokkene stemt niet goed af op haar gesprekspartners door ontremming, uit zich achterdochtig en vindt medebewoners van haar appartementencomplex die naar haar omkijken ineens niet meer leuk. Betrokkene laat de achterdocht zien door bijvoorbeeld haar sierradendoosje mee naar buiten te nemen omdat ze de thuiszorg niet vertrouwt. De vrees bestaat dat ze zonder rollator gaat wandelen omdat ze zich zo goed voelt. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de achterdocht wat meer op de achtergrond is, maar dat zij door haar eufore stemming nog in conflict komt met haar omgeving.
4.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Betrokkene is namelijk bekend met manische episodes in het kader van een bipolaire stemmingsstoornis. Tijdens de mondelinge behandeling is nog opgemerkt dat de huidige ontregeling hetzij een manie hetzij een delier is, en dat ook aanvullend cognitief onderzoek noodzakelijk is.
4.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • opnemen in een accommodatie.
4.7.
De rechtbank heeft (op grond van artikel 7:8 tweede lid Wvggz) de mogelijkheid om een vorm van verplichte zorg te gelasten die niet door de officier van justitie is verzocht. Betrokkene wordt al sinds haar gedwongen opname beperkt in haar bewegingsvrijheid omdat zij op een gesloten afdeling verblijft. De vorm van verplichte zorg “het beperken van de bewegingsvrijheid” werd en wordt derhalve al toegepast. De rechtbank zal deze daarom opnemen in de vormen van verplichte zorg.
4.8.
De vormen van zorg “het toedienen van vocht en voeding”, “het toedienen van medicatie”, “het verrichten van medische controles” en “het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening” zullen worden afgewezen nu de noodzaak hier niet van is gebleken. Betrokkene neemt de voorgeschreven medicatie vrijwillig in.
4.9.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Zij wil naar huis. Ook geeft zij aan thuiszorg de deur te zullen wijzen.
4.10.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.11.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving. Tijdens de mondelinge behandeling is verder nog toegelicht dat moet worden onderzocht welke medicatie noodzakelijk is (anti-psychotica / morfine) en welke cognitieve functies mogelijk gestoord zijn.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in paragraaf 4.6. kunnen worden toegepast;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 20 januari 2025;
5.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 30 december 2024 door mr. I.S. Verstraelen, rechter, in aanwezigheid van R. Touwen, griffier en op schrift gesteld op 30 december 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.