ECLI:NL:RBOBR:2024:6602

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
19 december 2024
Publicatiedatum
24 december 2024
Zaaknummer
11411905 en 11420539
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot instelling van mentorschap met voorkeur voor familiaire mentor

Op 19 december 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant, onder leiding van kantonrechter mr. M.G.P.A. Burghoorn, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de instelling van een mentorschap voor een betrokkene. De verzoeken zijn ingediend door Stichting BrabantZorg en de zus van de betrokkene. De verzoeken zijn mondeling behandeld op 18 december 2024, waarbij de kantonrechter kennisnam van de voorgestelde mentor, Stichting Mentorschap Midden- en Noordoost Brabant, en andere relevante informatie. De betrokkene was niet aanwezig tijdens de zitting, wat de kantonrechter noopte om zonder haar gehoor uitspraak te doen. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene, als gevolg van een lichamelijke of geestelijke toestand, niet in staat was om haar belangen zelf te behartigen. Er was consensus tussen de partijen dat een mentorschap noodzakelijk was, en de kantonrechter volgde de wettelijke richtlijn dat een familielid de voorkeur heeft boven een professionele mentor, tenzij er gegronde redenen zijn om hiervan af te wijken. Aangezien er geen bezwaren waren tegen de benoeming van de zus en schoonbroer als mentoren, heeft de kantonrechter hen benoemd tot mentoren van de betrokkene. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een termijn gesteld voor het instellen van hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Toezicht
zaaknummers : 11411905 TT VERZ 24-1722 & 11420539 TE VERZ 24-1736

Beschikking van de kantonrechter van 19 december 2024

op verzoek van
Stichting BrabantZorg
Postbus 176, 5340 AD Oss,
en
[naam zus] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
hierna te noemen: zus,
met betrekking tot

[betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
verblijvende te [verblijfadres] , [postcode] [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • de e-mail van Stichting BrabantZorg van 16 oktober 2024;
  • het verzoek met bijlagen, de bereidverklaring en het mentorschapsplan
van de voorgestelde mentor, Stichting Mentorschap Midden- en Noordoost
Brabant, Kvkno. 17236808, Lorskensstraat 1D, 5374 BC Schaijk, en
overige (medische) informatie, ontvangen op 20 november 2024;
  • het verzoek, ontvangen op 26 november 2024;
  • akkoordverklaringen van [naam belanghebbende 1] , [naam belanghebbende 2] , [naam belanghebbende 3] , ontvangen
op 6 december 2024 en 11 december 2024;
  • de e-mail van Stichting BrabantZorg van 13 december 2024;
  • de akkoordverklaring van [naam belanghebbende 4] , ontvangen op 17 december 2024.
Het verzoek is mondeling behandeld op de zitting van 18 december 2024. Ter zitting
zijn verschenen: namens BrabantZorg [naam 1] (gehoord via Teams video-verbinding), [naam zus] (zus), [naam schoonbroer] (schoonbroer), [naam broer] (broer) en
namens de beoogd mentor [naam 2] . Betrokkene is niet ter zitting verschenen.Van het verhandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt.

De beoordeling

De verzoeken
Bij verzoekschrift met bijlagen, ontvangen ter griffie van de rechtbank op 20 november 2024, heeft Stichting BrabantZorg verzocht een mentorschap ten behoeve van betrokkene
in te stellen met benoeming van Stichting Mentorschap Midden- en Noordoost Brabant te Schaijk, tot mentor.
Bij verzoekschrift, ontvangen ter griffie van de rechtbank op 26 november 2024, heeft
zus verzocht een mentorschap ten behoeve van betrokkene in te stellen met benoeming
van zichzelf en schoonbroer, [naam schoonbroer] , tot mentoren.
De overwegingen van de kantonrechter
Partijen zijn het er over eens dat er een mentorschap moet worden ingesteld. Ook de kantonrechter is van oordeel dat een mentorschap moet worden ingesteld. Uit de stukken
en de behandeling ter zitting is aannemelijk geworden dat betrokkene als gevolg van een lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is ten volle haar niet-vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen.
Het uitgangspunt van de wet is dat betrokkene wordt gehoord over het verzoek. Uit de ontvangen informatie volgt dat betrokkene als gevolg van een lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat kan worden geacht de strekking van het onderhavige verzoek te begrijpen en zich over het verzoek te uiten. Gelet hierop doet de kantonrechter uitspraak zonder dat betrokkene is gehoord over het verzoek.
Een ander uitgangspunt van de wet is dat bij de benoeming van een mentor de voorkeur
van betrokkene wordt gevolgd, tenzij er gegronde redenen zijn die zich daartegen verzetten.
Omdat betrokkene niet ter zitting is verschenen, is haar voorkeur onbekend gebleven en
moet de kantonrechter haar houvast in andere feiten en omstandigheden zoeken.
Op grond van de wet heeft in beginsel een familielid de voorkeur om tot mentor te worden benoemd boven een professionele mentor, tenzij er gegronde redenen zijn die zich daartegen verzetten. Partijen zijn het er ter zitting over eens geworden wie de mentor van betrokkene moet worden. Nu er naar het oordeel van de kantonrechter geen gegronde redenen zijn die zich verzetten tegen benoeming van de zus en schoonbroer, [naam schoonbroer] , tot mentoren, zal de kantonrechter hen tot mentoren benoemen.

De beslissing

De kantonrechter:
- stelt een mentorschap in ten behoeve van [betrokkene] ;
- benoemt tot mentoren: [naam zus] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
en [naam schoonbroer] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
beiden wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] .
Deze beschikking is gegeven door mr. M.G.P.A. Burghoorn, kantonrechter, en in
het openbaar uitgesproken op 19 december 2024.
de griffier, de kantonrechter,
Verzenddatum:
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep
worden ingesteld bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker en degenen aan wie de griffier een afschrift van deze beschikking
heeft verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of
nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.