Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het proces-verbaal van 31 mei 2024 waarin het mondelinge wrakingsverzoek en de gronden daarvoor zijn vermeld;
- de schriftelijke reactie van de rechter van 4 juni 2024;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek op 13 juni 2024.
- verzoekster, bijgestaan door haar advocaat mr. A. Koop-van Vliet, advocaat te Breda;
- de rechter.
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
“Ik heb er goed naar gekeken. Verzoek vervangende toestemming verhuizing zal ik afwijzen,zoals ik er nu naar kijk.”(onderstreping door de wrakingskamer). Vervolgens zegt de rechter nog twee keer dat dit is zoals ze er voorlopig tegen aankijkt.
: “Doordat u na de schorsing tijdens de zitting uw voorlopige oordeel over de verhuizing kenbaar heeft gemaakt, (…)”.