ECLI:NL:RBOBR:2024:6359

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
12 december 2024
Publicatiedatum
17 december 2024
Zaaknummer
10849390 \ CV EXPL 23-5927
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van overeenkomst tot levering en installatie van warmtepompinstallatie wegens gebrekkige installatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 12 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de gedaagde partij, Koeltechniek Nederland B.V. (KTN), over de levering en installatie van een warmtepompinstallatie en een slimme thermostaat. De eiser, vertegenwoordigd door ARAG Rechtsbijstand, vorderde ontbinding van de overeenkomst, terugbetaling van de betaalde bedragen en demontage van de installatie, omdat de installatie niet naar behoren functioneerde. De eiser onderbouwde zijn vordering met twee onderzoeksrapporten die bevestigden dat de installatie gebrekkig was uitgevoerd. KTN heeft de conclusies van deze rapporten niet gemotiveerd betwist en erkende dat er fouten waren gemaakt. De kantonrechter oordeelde dat KTN tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst en dat de vordering van de eiser tot ontbinding van de overeenkomst toewijsbaar was. De rechter heeft KTN veroordeeld tot terugbetaling van de door de eiser betaalde bedragen, demontage van de installatie en betaling van wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter heeft ook een dwangsom opgelegd voor het geval KTN niet aan de veroordelingen voldoet. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKOOST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: 10849390 \ CV EXPL 23-5927
Vonnis van 12 december 2024
in de zaak van
[eiser],
te [plaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: ARAG Rechtsbijstand,
tegen
KOELTECHNIEK NEDERLAND B.V.,
te Weesp,
gedaagde partij,
hierna te noemen: KTN,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 29 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
Het geschil draait om de warmtepomp en de slimme thermostaat die KTN heeft geleverd aan en geïnstalleerd bij [eiser] . De kosten waren € 16.142,56 voor de (levering en installatie van de) warmtepomp, waarvan [eiser] € 12.106,92 heeft betaald. De slimme thermostaat kostte € 1.783,97, wat [eiser] heeft betaald. Het restantbedrag met betrekking tot de warmtepomp heeft [eiser] niet voldaan. Hij beroept zich op opschorting omdat de installatie volgens hem niet werkt. Ook de thermostaat doet volgens [eiser] niet waar die voor bedoeld was. [eiser] vordert, na tijdens de mondelinge behandeling zijn vordering deels te hebben ingetrokken, samengevat:
Primair:
ontbinding van de overeenkomsten met betrekking tot het leveren en installeren van de warmtepomp en de slimme thermostaat,
veroordeling van KTN om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis de volledige hybride warmtepompinstallatie en de slimme thermostaat te demonteren en retour te nemen, op straffe van een dwangsom van € 200,00 per dag of dagdeel dat KTN niet daaraan voldoet,
veroordeling van KTN tot betaling van een bedrag van € 13.890,79, vermeerderd met wettelijke rente,
veroordeling van KTN tot betaling van € 913,91 voor buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met wettelijke rente,
Subsidiair:
5. veroordeling van KTN tot betaling van € 6.776,00 als vervangende schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente,
6. veroordeling van KTN tot betaling van € 713,80 voor buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met wettelijke rente,
Meer subsidiair:
7. veroordeling van KTN tot betaling van schadevergoeding, door de kantonrechter in redelijkheid vast te stellen op de door KTN bespaarde kosten, vermeerderd met wettelijke rente,
8. veroordeling van KTN tot betaling van de buitengerechtelijke kosten, in redelijkheid door de kantonrechter vast te stellen, vermeerderd met wettelijke rente,
In alle gevallen:
9. veroordeling van KTN tot betaling van een bedrag van € 2.190,10 voor expertisekosten, vermeerderd met de wettelijke rente,
10. veroordeling van KTN in de kosten van de procedure, waaronder de nakosten, vermeerderd met wettelijke rente.
2.2.
[eiser] stelt dat KTN is tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen. De kantonrechter volgt [eiser] hierin. Ter onderbouwing van zijn stellingen heeft [eiser] twee onderzoeksrapporten overgelegd: een van EZ Klimaattechniek en een van [A] . De conclusie van beide onderzoeken is dat de installatie niet goed is aangesloten. EZ Klimaattechniek schrijft dat de aanvoer- en retourleidingen vanuit de warmtepomp verkeerd zijn aangesloten op het buffervat, dat de transportpomp op de verkeerde plaats in het circuit is geplaatst en dat het buffervat te klein is voor de woning van [eiser] . Het advies van EZ Klimaattechniek is om de installatie volledig af te breken en geheel opnieuw op te bouwen, met inachtneming van het vorenstaande.
[A] schrijft dat de hydraulische leidingen niet correct zijn geïnstalleerd, waardoor de lucht in het systeem niet weg kan. Omdat ontluchtingspunten ook ontbreken, is er geen goede doorstroming van het warme cv-water, wat de warmteoverdracht niet ten goede komt. Verder zijn de aanvoer en retour op de warmtepomp verkeerd aangesloten. Ook is een mengverdeler geïnstalleerd, wat tot problemen leidt. De cv-ketel moet telkens bijspringen. Tot slot moet een groter buffervat worden geïnstalleerd. De conclusie van [A] is dat de installatie ondeugdelijk is gemonteerd/geïnstalleerd. Herstel bestaat uit het afbreken en opnieuw installeren van de installatie.
2.3.
KTN heeft de conclusies van beide rapporten niet gemotiveerd betwist. Integendeel, zij erkent dat er fouten zijn gemaakt. Tijdens de mondelinge behandeling heeft KTN gezegd dat de fouten in de installatie niet het gevolg zijn van het feit dat zij niet deskundig zou zijn, maar dat die zijn veroorzaakt door de onprettige sfeer waarin de werknemers van KTN hun werk moesten doen. Die onprettige sfeer werd veroorzaakt door [eiser] . De kantonrechter verwerpt dit verweer. Wat er verder ook zij van de sfeer, dat ontslaat een professionele partij als KTN er niet van dat zij een behoorlijke prestatie moet leveren die aan de overeenkomst beantwoordt. Dat het werk daar niet aan voldoet, staat met beide onderzoeksrapporten vast.
2.4.
De kantonrechter volgt KTN ook niet in haar verweer dat [eiser] haar heeft belet om het werk te herstellen. KTN heeft namelijk zelf op 5 januari 2023 in reactie op het bericht van [eiser] dat hij een ander bedrijf naar de installatie had laten kijken en er fouten waren geconstateerd, een bericht gestuurd naar [eiser] dat zij buiten LG zelf geen “LG specialisten” als bewijsmateriaal accepteert en dat het systeem volgens de LG principe schema’s is geïnstalleerd. [eiser] mocht dit redelijkerwijs zo opvatten dat KTN zich daarmee op het standpunt stelde dat van een gebrekkige installatie geen sprake was en dat zij ook niet bereid was om nog na te komen. KTN was vanaf dat moment op grond van artikel 6:83 sub c BW in verzuim.
2.5.
Gelet op het vorenstaande is de conclusie dat er sprake is van een tekortkoming van KTN met betrekking tot de installatie van de warmtepomp en dat KTN in verzuim is. Dat betekent dat de vordering van [eiser] tot ontbinding van de overeenkomst met betrekking tot de warmtepomp, nu daartegen verder geen inhoudelijk verweer is gevoerd, zal worden toegewezen. Ook de vordering tot ontbinding van de overeenkomst met betrekking tot de levering en installatie van de slimme thermostaat zal worden toegewezen, omdat deze, zo begrijpt de kantonrechter, geen toegevoegde waarde heeft zonder een goed functionerende warmtepomp. In die zin is ook met betrekking tot de slimme thermostaat, als onderdeel van de totale installatie, sprake van een gebrek en verzuim.
2.6.
Omdat de vordering tot ontbinding wordt toegewezen, ontstaan ongedaanmakingsverbintenissen. Dat betekent dat de vordering van [eiser] tot terugbetaling van de door hem betaalde koopsom voor de hybride warmtepompinstallatie en slimme thermostaat toewijsbaar is. Ook de vordering tot demontage en retournering van de geleverde apparaten is daarom toewijsbaar. Tegen de gevorderde wettelijke rente is geen verweer gevoerd. Deze zal worden toegewezen vanaf de datums zoals hierna onder de beslissing zijn opgenomen. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt zoals hierna bepaald onder de beslissing.
2.7.
[eiser] vordert een bedrag van € 2.190,10 in verband met de kosten van de onderzoeken aan de installatie. KTN heeft hiertegen geen verweer gevoerd. Deze kosten
komen op grond van art. 6:96 lid 2 sub b BW voor vergoeding in aanmerking. Tegen de gevorderde wettelijke rente is geen verweer gevoerd. Deze zal worden toegewezen vanaf de hierna onder de beslissing vermelde datum.
2.8.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt € 913,91 toegewezen. De gevorderde wettelijke rente is niet betwist en zal worden toegewezen vanaf de hierna onder de beslissing genoemde datum.
2.9.
KTN wordt in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De proceskosten van [eiser] worden vastgesteld op:
- kosten van de dagvaarding
133,13
- griffierecht
693,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.773,13
2.10.
Tegen de gevorderde wettelijke rente over proceskosten is geen verweer gevoerd. De wettelijke rente zal daarom worden toegewezen zoals onder de beslissing is vermeld.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
ontbindt de overeenkomsten tot levering en installatie van de hybride warmtepompinstallatie en de slimme thermostaat,
3.2.
veroordeelt KTN om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 16.994,80, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over:
- het bedrag van € 13.890,79 (aan hoofdsom) met ingang van 5 januari 2023,
- het bedrag van € 2.190,10 (aan expertisekosten),met ingang van 17 november 2023,
- het bedrag van € 913,91 (aan buitengerechtelijke incassokosten), met ingang van
28 augustus 2023,
telkens tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt KTN om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de volledige hybride warmtepompinstallatie en de slimme thermostaat te demonteren en retour te nemen,
3.4.
veroordeelt KTN om aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 200,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 7.000,00 is bereikt,
3.5.
veroordeelt KTN in de proceskosten van € 1.773,13, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als KTN niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.6.
veroordeelt KTN tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
3.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.M. van den Berk en in het openbaar uitgesproken op
12 december 2024.