Uitspraak
IL BORGO B.V.,
Rechtbank Oost-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, is eiser, vertegenwoordigd door mr. R. Janssen, in een procedure tegen IL BORGO B.V. niet-ontvankelijk verklaard. De zaak betreft een vordering tot betaling van achterstallig loon over de periode van oktober 2022 tot en met 15 december 2022. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 november 2024 werd duidelijk dat eiser onder bewind staat, wat betekent dat hij niet bevoegd is om zelf de procedure te voeren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat alleen de bewindvoerder, [A] van [naam bewindvoerderskantoor], de bevoegdheid heeft om de vordering in te stellen. Eiser had de dagvaarding uitgebracht zonder de noodzakelijke toestemming van zijn bewindvoerder, wat leidde tot de conclusie dat hij niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De kantonrechter heeft ook overwogen dat de bewindvoerder niet expliciet toestemming had gegeven voor de procedure door eiser, wat de niet-ontvankelijkheid verder bevestigde. Eiser is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 595,00, inclusief wettelijke rente indien deze kosten niet tijdig worden voldaan. Het vonnis is uitgesproken op 12 december 2024.