ECLI:NL:RBOBR:2024:6286

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
19 december 2024
Publicatiedatum
12 december 2024
Zaaknummer
10801669 CV EXPL 23-7039
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse opzegging van afnamecontract voor VoIP-telefonie en de gevolgen voor de afkoopsom

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter in Eindhoven, heeft TechniTeam ICT B.V. een vordering ingesteld tegen de maatschap en haar maten, met betrekking tot een afnamecontract voor VoIP-telefonie. De procedure begon met een dagvaarding op 6 november 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 14 november 2024. TechniTeam vorderde betaling van een afkoopsom van € 13.471,94, vermeerderd met rente en kosten, na tussentijdse opzegging van het contract door de maatschap. De maatschap had het contract opgezegd per 1 juni 2023, terwijl TechniTeam stelde dat de opzegtermijn drie maanden was, gebaseerd op de raamovereenkomst en het afnamecontract. De kantonrechter moest beoordelen of de opzegtermijn van één maand, zoals bepaald in de Telecommunicatiewet, van toepassing was en of de maatschap een afkoopsom verschuldigd was. De kantonrechter oordeelde dat de maatschap geen afkoopsom verschuldigd was, omdat de opzegging kosteloos moest zijn en de vordering van TechniTeam werd afgewezen. De kosten van de procedure werden toegewezen aan TechniTeam, die in het ongelijk werd gesteld.

Uitspraak

RECHTBANKOOST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Eindhoven
Zaaknummer: 10801669 \ CV EXPL 23-7039
Vonnis van 19 december 2024
in de zaak van
TECHNI TEAM ICT B.V.,
gevestigd te Veenendaal,
eiseres,
gemachtigde: mr. M. van Hunnik, advocaat,
tegen

1.MAATSCHAP [gedaagde 1] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,

2.2. [gedaagde 2] ,

in hoedanigheid van maat in de maatschap [gedaagde 1] ,
wonend te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,

3.3. [gedaagde 3] B.V.,

in hoedanigheid van maat in de maatschap [gedaagde 1] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,

4.4. [gedaagde 4] B.V.,

in hoedanigheid van maat in de maatschap [gedaagde 1] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,

5.5. UIT DE BRAND B.V.,

in hoedanigheid van maat in de maatschap [gedaagde 1] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
voor alle gedaagden gemachtigde: J.W. Winter, Stichting VvAA Rechtsbijstand.
Partijen worden hierna als volgt aangeduid: eiseres als TechniTeam, gedaagde sub 1 als de maatschap en gedaagden sub 2 tot en met 5 gezamenlijk als de maten.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 6 november 2023 met producties (genummerd 1 tot en met 7);
- de conclusie van antwoord;
- de mondelinge behandeling van 14 november 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
De kantonrechter heeft aan het einde van de mondelinge behandeling bepaald dat een vonnis zal worden uitgesproken.

2.De feiten

2.1.
TechniTeam heeft een onderneming die is gespecialiseerd in het aanbieden van werkplekken (hardware en software) in de zorg.
2.2.
In 2015 hebben TechniTeam en de maatschap (en daarmee de maten) een raamovereenkomst en een afnamecontract met betrekking tot VoIP-telefonie gesloten. Kort samengevat gaat het daarbij om het volgende. TechniTeam heeft ICT-omgevingen ter beschikking gesteld aan de maatschap op basis van operational lease. TechniTeam heeft de ICT-omgevingen geïnstalleerd, ingericht voor gebruik en beheerd, onder meer via een helpdesk- en een ondersteuningsservice. TechniTeam heeft zorggedragen voor het inrichten en beheren van een telefonie-omgeving voor de maatschap. De maatschap heeft gebruik kunnen maken van een externe en een interne telefooncentrale met onder meer bijbehorende toestellen, software(licensies), programmering en monitoring.
2.3.
Het afnamecontract Telefonie (hierna: het afnamecontract) heeft een looptijd van vijf jaar en wordt na ommekomst van iedere periode met een gelijke looptijd van kracht (artikel 2.1 van het afnamecontract in combinatie met artikel 5.1.2 van de raamovereenkomst). De raamovereenkomst is geldig voor onbepaalde tijd en duurt voort tot het moment dat het afnamecontract is beëindigd (artikel 5.1.1 van de raamovereenkomst).
2.4.
Tussentijdse opzegging van het afnamecontract is mogelijk. Daarover is het volgende opgenomen in de raamovereenkomst en het afnamecontract.
In artikel 5.3 van de raamovereenkomst staat:
In artikel 2 van het afnamecontract staat:
2.5.
Het afnamecontract is in 2020 stilzwijgend verlengd met een periode van vijf jaar en daarmee tot 31 juli 2025.
2.6.
Op 6 april 2023 heeft de maatschap alle lopende contracten met TechniTeam opgezegd tegen 1 juni 2023.
2.7.
In reactie op de opzegging heeft TechniTeam aan de maatschap medegedeeld dat de overeenkomsten eindigen tegen 31 juli 2023 vanwege de overeengekomen opzegtermijn van drie maanden en dat een afkoopsom is verschuldigd ter hoogte van 35% van het maandbedrag vermenigvuldigd met de resterende looptijd van het contract als niet tussentijds was opgezegd.
2.8.
TechniTeam heeft een bedrag van in totaal € 13.710,33, zijnde de afkoopsom en de resterende bedragen tot en met 31 juli 2023, aan de maatschap gefactureerd.
2.9.
De maatschap heeft de facturen grotendeels onbetaald gelaten, nu zij enkel een bedrag van € 238,39 heeft voldaan.

3.Het geschil

3.1.
TechniTeam vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van de maatschap c.q. van haar vieren maten (gedaagden sub 2 tot en met 5 en iedere maat voor een gelijk deel) tot betaling van € 13.471,94, vermeerderd met rente en kosten, en met dien verstande dat wanneer de maatschap betaalt, de andere gedaagden zullen zijn bevrijd en dat wanneer een gedaagde sub 2 tot en met 5 zal hebben gepresteerd, gedaagde sub 1 voor dat gedeelte zal zijn bevrijd.
3.2.
Volgens TechniTeam geldt op grond van de afspraken in de raamovereenkomst en het afnamecontract een opzegtermijn van drie maanden, zodat de facturen voor geleverde diensten tot en met de maand juli 2023 opeisbaar zijn. Daarnaast is de maatschap, volgens TechniTeam, de afgesproken afkoopsom verschuldigd vanwege de tussentijdse opzegging van lopende contracten. TechniTeam beroept zich op artikel 5.3 van de raamovereenkomst en artikel 2.2 van het afnamecontract (hiervoor opgenomen onder 2.4).
3.3.
TechniTeam stelt dat zij een custom made serviceproduct heeft geleverd aan de maatschap en dat dit custom made serviceproduct tevens een bundel met onbeperkt bellen omvat. TechniTeam heeft verklaard dat enkel de telefoniedienst (belbundel) een elektronische communicatiedienst is die onder de Telecommunicatiewet (hierna: Tw) valt en dat het custom made serviceproduct geen telecommunicatiedienst is en zodoende niet onder de Telecommunicatiewet valt.
3.4.
TechniTeam betwist dat de door haar geleverde diensten geheel onder het toepassingsbereik van de Tw vallen, althans dat daaruit in dit geval een opzegtermijn van één maand volgt en dat geen afkoopsom is verschuldigd. Volgens TechniTeam geldt ook als de door haar geleverde diensten gedeeltelijk onder de Telecommunicatiewet vallen, een opzegtermijn van drie maanden en is de maatschap wel een afkoopsom verschuldigd.
3.5.
De maatschap stelt zich op het standpunt dat de raamovereenkomst en het afnamecontract zijn geëindigd tegen 31 mei 2023 en dat geen afkoopsom is verschuldigd. Volgens de maatschap is, kort samengevat, sprake van het aanbieden van een elektronisch communicatiesysteem met bijbehorende aanvullende diensten, zodat kosteloze opzegging van de onderliggende overeenkomst(en) op grond van de Tw mogelijk is met een opzegtermijn van één maand. Volgens de maatschap moeten de vorderingen van TechniTeam daarom worden afgewezen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van TechniTeam in de kosten van deze procedure.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In deze zaak moet worden beoordeeld per welke datum de raamovereenkomst en het afnamecontract tussen TechniTeam en de maatschap, door tussentijdse opzegging, zijn geëindigd. Ook moet worden beoordeeld of de maatschap een afkoopsom is verschuldigd vanwege de tussentijdse opzegging.
Toepasselijkheid Telecommunicatiewet
4.2.
De Tw behelst implementatie van diverse Europese Richtlijnen en Verordeningen ten aanzien van de elektronische communicatiesector. Belangrijke doelen van de Tw zijn, onder andere, het waarborgen van de kwaliteit en de toegankelijkheid van de telecommunicatie-infrastructuur, het bewaken van maatschappelijke belangen bij de toegang tot en het gebruik van telecommunicatievoorzieningen en het bevorderen van de belangen van eindgebruikers, wat betreft keuze, prijs en kwaliteit. Niet in geschil is dat de maatschap valt onder het begrip ‘eindgebruiker’ in de zin van de Tw.
4.3.
De wetgever verstaat, kort gezegd, onder een ‘elektronische communicatiedienst’: een gewoonlijk tegen vergoeding aangeboden dienst, die geheel of hoofdzakelijk bestaat in het overbrengen van signalen via elektronische communicatienetwerken. Hieronder vallen niet alleen traditionele diensten als telefonie en sms, maar (sinds 2022 en onder specifieke voorwaarden) ook andere communicatiediensten die over internet worden aangeboden door andersoortige aanbieders, zoals WhatsApp, Skype en vergelijkbare diensten die communicatie tussen een beperkt aantal personen mogelijk maken.
4.4.
Mede gelet op de definities zoals opgenomen in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw) sluit de kantonrechter aan bij de stelling van TechniTeam dat de bundel met onbeperkt bellen (de geleverde telefoniedienst) onder het begrip elektronische communicatiedienst in de zin van de Tw valt. Voor het afnamecontract gelden daarom de voor deze zaak relevante artikelen uit de Tw.
4.5.
Weliswaar geldt de Tw niet zonder meer voor de raamovereenkomst, maar de bescherming van de (belangen van de) eindgebruiker kan naar het oordeel van de kantonrechter niet worden omzeild door het afsluiten van een met het afnamecontract samenhangende raamovereenkomst met custom made service.
Relevante bepalingen Telecommunicatiewet
4.6.
De Tw is sinds het begin van de contractuele relatie tussen TechniTeam en de maatschap een aantal keren aangepast. De kantonrechter stelt vast dat ten tijde van het aangaan van (de raamovereenkomst en) het afnamecontract de mogelijkheid bestond om een contract voor een elektronische communicatiedienst te sluiten voor een periode van meer dan 24 maanden op uitdrukkelijk verzoek van de eindgebruiker. Deze mogelijkheid bestond ook ten tijde van de stilzwijgende verlenging van het afnamecontract tussen TechniTeam en de maatschap.
4.7.
Het stond TechniTeam vrij om (in ieder geval) na ommekomst van de eerste contractperiode en in het kader van een verlenging c.q. vernieuwing van de samenwerking, de raamovereenkomst en/of het afnamecontract aan te passen aan de veranderde wetgeving (Tw). Uit de stukken en dat wat tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht blijkt niet dat TechniTeam dat heeft gedaan.
4.8.
In deze zaak zijn met name de artikelen 7.2a, 7.2ab en 7.2ad Tw van belang. De kantonrechter merkt op dat het oude artikel 7.2a Tw, zoals dat gold vanaf 1 oktober 2016, is gewijzigd per 2 maart 2022. Ook zijn vanaf dat moment onder meer de artikelen 7.2ab en 7.2ad Tw in werking getreden.
4.9.
Het uitgangspunt is dat de Tw onmiddellijke werking heeft, tenzij het overgangsrecht anders bepaalt. De Tw bevat geen overgangsrechtelijke bepalingen ten aanzien van de artikelen 7.2a, 7.2ab en 7.2ad Tw, zodat de kantonrechter zal uitgaan van onmiddellijke werking van deze artikelen.
4.10.
De nieuwe artikelen 7.2a en 7.2ab Tw bevatten bepalingen over de looptijd en opzegging van overeenkomsten. Een deel van die bepalingen was reeds opgenomen in het oude artikel 7.2a Tw. Vanwege nieuwe bepalingen over looptijd en opzegging is het oude artikel 7.2a Tw per 2 maart 2022 opgesplitst in twee aparte artikelen, te weten in artikel 7.2a (nieuw) en in artikel 7.2ab Tw.
Einddatum afnamecontract en raamovereenkomst
4.11.
De maatschap stelt dat artikel 7.2ab Tw van toepassing is, zodat in dit geval een opzegtermijn van één maand geldt. Met een beroep op artikel 7.2a lid 7 (nieuw) Tw stelt TechniTeam dat het in het onderhavige geval is toegestaan een opzegtermijn van drie maanden overeen te komen en dat partijen ook een opzegtermijn van drie maanden zijn overeengekomen, zodat de rechtsverhouding tussen partijen niet per 1 juni 2023 is geëindigd, maar dat 31 juli 2023 de einddatum is.
4.12.
Naar het oordeel van de kantonrechter beroept TechniTeam zich ten onrechte op artikel 7.2a lid 7 Tw. Weliswaar bepaalt dit artikellid dat de aanbieder (TechniTeam) en de eindgebruiker (de maatschap) een opzegtermijn van drie maanden kunnen overeenkomen, maar het gaat daarbij om een afwijking van dat wat is bepaald in artikel 7.2a lid 6 Tw. Artikel 7.2a lid 6 Tw gaat over de opzegtermijn van een overeenkomst die is aangegaan voor onbepaalde tijd. Het afnamecontract is echter niet voor onbepaalde tijd maar voor bepaalde tijd aangegaan. Het voorgaande brengt met zich mee dat artikel 7.2a lid 7 Tw niet van toepassing is op de opzegging van het afnamecontract.
4.13.
De kantonrechter merkt verder op dat het in rechtsverhoudingen met nietconsumenten op grond van het oude, tot 2 maart 2022 geldende artikel 7.2a lid 6 Tw wel mogelijk was om een afwijkende opzegtermijn te hanteren. Voor opzegging na stilzwijgende verlenging van een overeenkomst voor bepaalde tijd bestaat een dergelijke uitzonderingsmogelijkheid sinds 2 maart 2022 echter niet meer. [1]
4.14.
De vraag per welke datum het afnamecontract tussen TechniTeam en de maatschap is geëindigd door tussentijdse opzegging, moet worden beantwoord aan de hand van artikel 7.2ab Tw. Dit artikel regelt namelijk de opzegging van overeenkomsten die voor bepaalde tijd zijn aangegaan en verlengd, en het afnamecontract is voor bepaalde tijd aangegaan en stilzwijgend verlengd.
4.15.
TechniTeam stelt dat artikel 7.2ab Tw niet van toepassing is op de geleverde diensten omdat in dit artikel wordt gesproken over diensten die weliswaar elementen hebben van bellen (telefonie) zoals Skype en Whatsapp, maar niet hetzelfde zijn als bellen (telefonie). De stelling is dus, zo begrijpt de kantonrechter, dat artikel 7.2ab Tw alleen van toepassing is op de dienst van telefonie.
4.16.
De kantonrechter overweegt dat artikel 7.2ab Tw blijkens lid 1 betrekking heeft op de opzegmogelijkheid van een overeenkomst met betrekking tot de levering van een elektronische communicatiedienst, niet zijnde een nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst of een transmissiedienst voor het verlenen van intermachinale diensten, die is aangegaan voor bepaalde duur en na afloop van die duur stilzwijgend kan worden verlengd of vernieuwd.
4.17.
Uit de MvT van de Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 35 865, nr. 3 blijkt het volgende.
In de Telecomcode is het begrip elektronische communicatiedienst verduidelijkt en verbreed. Deze aanpassing was nodig om ervoor te zorgen dat de definitie in overeenstemming is met het beginsel van technologie-neutraliteit en gelijke tred houdt met de technologische ontwikkeling. De voor communicatie gebruikte diensten en de technische middelen waarmee ze worden geleverd, zijn de afgelopen jaren sterk veranderd. Eindgebruikers maken in plaats van traditionele spraaktelefonie, tekstberichten (SMS) en e-mail steeds meer gebruik van functioneel gelijkwaardige onlinediensten zoals voice over IP (VOIP), berichtendiensten en webmail. Om ervoor te zorgen dat eindgebruikers van deze diensten dezelfde bescherming krijgen, is een functionele benadering van het begrip van elektronische communicatiedienst nodig en moet de definitie ook andere diensten omvatten waarmee communicatie tot stand kan worden gebracht. Hiertoe wordt de definitie van elektronische communicatiediensten aangepast. Onder het begrip elektronische communicatiedienst vallen de volgende drie types diensten: 1.de internettoegangsdienst, zoals omschreven in artikel 2, tweede alinea, punt 2, van de Netneutraliteitsverordening; 2.de interpersoonlijke communicatiedienst: deze dienst komt onder het begrip elektronische communicatiedienst te vallen; 3.diensten die hoofdzakelijk of volledig uit het overbrengen van signalen bestaan, zoals transmissiediensten die voor het verlenen van intermachinale diensten en voor omroep worden gebruikt: geëxpliciteerd wordt dat transmissiediensten voor het verlenen van intermachinale diensten hieronder vallen.
Internettoegangsdienst
De expliciete bepaling dat een internettoegangsdienst onder de reikwijdte van het begrip elektronische communicatiedienst valt zorgt voor duidelijkheid op dit punt maar vormt geen materiële wijziging. De Netneutraliteitsverordening omschrijft de internettoegangsdienst als «een openbare elektronische communicatiedienst die toegang tot het internet biedt en derhalve connectiviteit met vrijwel alle eindpunten van het internet, ongeacht de gebruikte netwerktechnologie en eindapparatuur». Daaruit volgt dus al dat het gaat om een elektronische communicatiedienst.
Interpersoonlijke communicatiedienst
De verbreding van het begrip elektronische communicatiedienst met de hiervoor bedoelde nieuwe diensten wordt gerealiseerd door ook de interpersoonlijke communicatiedienst er onder te laten vallen. Nu vallen diensten die niet geheel of hoofdzakelijk bestaan uit het verzorgen van elektronisch transport (het overbrengen van signalen) niet onder het begrip elektronische communicatiedienst. Dit heeft in het bijzonder betekenis voor diensten die interpersoonlijke communicatie mogelijk maken over het internet. Zo is de telefoondienst zoals die geleverd wordt door bedrijven als KPN en Ziggo onder de bestaande regels een elektronische communicatiedienst, maar niet de door Microsoft geleverde dienst Skype waarmee men over het internet peer to peer kan telefoneren, zonder tussenkomst van het telefoonnetwerk. Immers, bij de klassieke telefoondienst zorgt de aanbieder van die dienst zelf voor het elektronische transport, terwijl dat transport bij de peer to peer variant van Skype wordt verzorgd door de partij die voor de verzender of ontvanger van het gesprek de toegang tot het internet verzorgt. Het gevolg hiervan is dat in de meeste gevallen een communicatiedienst die via internet wordt geleverd, niet onder de specifieke telecommunicatieregels valt. Daarentegen vallen diensten als de traditionele telefoondienst en de SMS-dienst waarvoor zij een alternatief vormen, wel onder die regels. Eindgebruikers die gebruik maken van een (alternatieve) via internet geleverde communicatiedienst zijn op dit moment minder beschermd dan wanneer zij gebruik maken van de traditionele, van oudsher geleverde communicatiediensten. Voor de aanbieders van diensten betekent dit verschil dat er geen gelijk speelveld is. Aanbieders die zelf het elektronisch transport verzorgen hebben te maken met meer regels dan de aanbieders die een vergelijkbare dienst leveren via het internet. Tegen deze achtergrond is de omschrijving van het begrip elektronische communicatiedienst uitgebreid met diensten die persoonlijke en interactieve uitwisseling van informatie via elektronische communicatienetwerken tussen een eindig aantal personen mogelijk maken. Voorbeelden van interpersoonlijke communicatiediensten zijn de vaste en mobiele telefoondienst en via internet geleverde diensten als Skype en WhatsApp. Daarbij geldt het vereiste dat de personen die de communicatie starten of eraan deelnemen bepalen wie de ontvangers zijn. Dit vereiste leidt er bijvoorbeeld toe dat een voor een ieder (via internet) toegankelijk berichtenbord geen elektronische communicatiedienst is. Van een interpersoonlijke communicatiedienst is geen sprake als de dienst die persoonlijke en interactieve communicatie mogelijk maakt, uitsluitend een bijkomstig kenmerk is van een andere dienst waarmee de communicatiedienst onlosmakelijk is verbonden. Deze uitzondering moet restrictief worden toegepast. Daarbij is van belang dat de communicatiemogelijkheid om objectieve technische redenen niet zonder de hoofddienst kan worden gebruikt en de integratie met de hoofddienst geen middel is om de regels inzake elektronische communicatiediensten te omzeilen. Een voorbeeld van persoonlijke en interactieve communicatie waarvan mogelijk -afhankelijk van de kenmerken van de communicatiemogelijkheid- kan worden geoordeeld dat deze uitsluitend als bijkomstig kenmerk van een andere dienst kan worden gezien, is een communicatiekanaal in een online spel.
Nummergebaseerde en nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten
In de Telecomcode wordt onderscheid gemaakt tussen nummergebaseerde en nummeronafhankelijke interpersoonlijke elektronisch communicatiediensten. Nummergebaseerde interpersoonlijke communicatiediensten zijn diensten waarvoor de overheid in een nummerplan nummers heeft bestemd met het oog op het mogelijk maken van eind tot eind verbindingen of om het eindgebruikers mogelijk te maken om de personen te bereiken aan wie die nummers zijn toegekend. Door het vaststellen van een nummerplan, waardoor gebruik wordt gemaakt van unieke nummers, waarborgt de overheid de interoperabiliteit van deze dienst(en). De aan het netwerk aangeslotenen kunnen zo over en weer met elkaar communiceren. De betreffende diensten genieten daardoor de voordelen van een openbaar gewaarborgd «interoperabel ecosysteem». Derhalve worden aan dergelijke diensten zwaardere eisen gesteld dan aan andere, nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten. Bij deze diensten is het uitgangspunt dat deze alleen aan verplichtingen worden onderworpen wanneer vanwege het algemeen belang specifieke wettelijke verplichtingen moeten worden opgelegd aan alle elektronische communicatiediensten. Er worden dus alleen verplichtingen opgelegd als dat nodig is vanuit het algemeen belang, om de gebruiker te beschermen. Als ten behoeve van een bepaalde dienst nummers uit een nummerplan worden gebruikt als identificatiemiddel is nog geen sprake van een nummergebaseerde interpersoonlijke communicatiedienst. De eerder genoemde, via een internettoegangsdienst geleverde berichtendienst WhatsApp, dat ter identificatie gebruik maakt van nummers uit het (mobiele) telefoonnummerplan, is geen nummergebaseerde interpersoonlijke communicatiedienst. Immers de gebruikte mobiele telefoonnummers zijn in het nummerplan bestemd voor het verzorgen van mobiele telefonie en niet voor het verzorgen van een via het internet geleverde berichtendienst.
Diensten die hoofdzakelijk of volledig uit het overbrengen van signalen bestaan
Deze transmissiediensten vormen tot nu toe de kern van het begrip elektronische communicatiedienst zoals gedefinieerd in de Kaderrichtlijn. Nieuw is dat in de definitie van elektronische communicatiedienst expliciet is bepaald dat ook transmissiediensten voor het verlenen van intermachinale diensten moeten worden beschouwd als diensten die hoofdzakelijk of volledig uit het overbrengen van signalen bestaan. Het betreft hier echter geen materiële wijziging daar dit type transmissie-diensten, ook al werden ze tot nu toe niet expliciet genoemd in de definitie, al valt onder het begrip elektronische communicatiedienst. Onder intermachinale communicatie wordt in het kader van de Telecomcode verstaan een automatische overdracht van gegevens en informatie tussen apparaten of op software gebaseerde toepassingen met weinig of geen menselijke tussenkomst. Hieronder begrepen zijn vooral toepassingen waarbij apparaten onderling communiceren, maar ook toepassingen waarbij mensen communiceren met machines (van mens naar machine, van machine naar mens of interactief). Hierbij zij opgemerkt dat in het kader van efficiënt gebruik van nummers door dergelijke toepassingen de reikwijdte van deze toepassingen ruimer kan worden gesteld, met ook, in een beperkt aantal gevallen, mogelijke communicatie tussen mensen onderling. Kenmerkend voor deze toepassingen is dat er ofwel wordt gecommuniceerd met behulp van geautomatiseerde systemen aan de kant van het communicatie initiërende netwerkaansluitpunt (geïnitieerd door mens of machine) of het netwerkaansluitpunt waarmee die communicatie plaatsvindt, ofwel sprake is van besloten systemen waarbinnen, geïnitieerd door mens of machine, wordt gecommuniceerd tussen een centraal punt en de daarop aangesloten apparaten.
4.18.
Met haar onder 4.15 weergegeven stelling heeft TechniTeam onvoldoende onderbouwd gesteld dat en waarom in de onderhavige kwestie - in het licht van de hiervoor weergegeven toelichting op de in artikel 7.2ab Tw genoemde begrippen - geen sprake zou zijn van een elektronische communicatiedienst, niet zijnde een nummeronafhankelijke (dat wil zeggen een nummergebaseerde) interpersoonlijke communicatiedienst of een transmissiedienst voor het verlenen van intermachinale diensten, waardoor artikel 7.2ab Tw in de onderhavige kwestie toepassing zou missen. Daarom zal de kantonrechter uitgaan van de toepasselijkheid van artikel 7.2ab Tw.
4.19.
Artikel 7.2ab lid 1 Tw bepaalt dat de overeenkomst met betrekking tot de levering van een elektronische communicatiedienst die is aangegaan voor bepaalde tijd na verloop van die duur stilzwijgend kan worden verlengd, op voorwaarde dat de eindgebruiker de overeenkomst te allen tijde kosteloos kan opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van een maand.
4.20.
De kantonrechter volgt niet het standpunt van TechniTeam dat partijen desondanks zijn gebonden aan een opzegtermijn van drie maanden omdat zij die afspraak als professionele contractspartijen hebben opgenomen in het afnamecontract en in de raamovereenkomst. TechniTeam stelt aldus dat sprake is van regelend recht van de Tw, waarvan door partijen kon worden afgeweken. Indachtig de met de Tw te bewaken en te bevorderen belangen van eindgebruikers is de kantonrechter van oordeel dat het partijen niet vrij stond om contractueel af te wijken van de opzegtermijn van een maand, omdat zij voor bepaalde tijd een overeenkomst zijn aangegaan met betrekking tot de levering van een elektronische communicatiedienst. Bovendien is in artikel 7.2ab Tw, anders dan bijvoorbeeld in artikel 7.2a lid 7 Tw, niet opgenomen dat een eindgebruiker, niet zijnde een consument, op diens uitdrukkelijke verzoek afwijkende afspraken kan maken. TechniTeam heeft in het licht van al het voorgaande onvoldoende onderbouwd gesteld dat en waarom afwijking van de in de Tw opgenomen opzegtermijn van een maand mogelijk was.
4.21.
Dit betekent dat ten aanzien van het afnamecontract een opzegtermijn geldt van een maand. Gelet op het feit dat de opzegging op 6 april 2023 heeft plaatsgevonden, is het afnamecontract geëindigd per 1 juni 2023. Dit betekent dat de maatschap de over de maand juli 2023 gevorderde bedragen niet is verschuldigd. Het gedeelte van de vordering tot betaling van de verbruikskosten over de maand mei 2023, zijnde € 29,83 inclusief btw, is wel verschuldigd. Omdat uit de dagvaarding blijkt dat de maatschap een bedrag van
€ 238,39 heeft betaald in mindering op de facturen en dit bedrag hoger is dan het bedrag van € 29,83, kan het bedrag van € 29,83 niet worden toegewezen.
4.22.
Overigens is de raamovereenkomst ook geëindigd per 1 juni 2023. TechniTeam en de maatschap zijn namelijk overeengekomen dat de raamovereenkomst voortduurt tot het moment dat het laatste afnamecontract is geëindigd (artikel 5.3 in combinatie met 5.1.1 van de raamovereenkomst).
Kosteloze opzegging
4.23.
Uit artikel 7.2ab Tw volgt ook dat de opzegging van het afnamecontract kosteloos moet zijn. TechniTeam heeft betoogd dat de opzegging kosteloos is geweest omdat de opzegging als zodanig niet heeft geleid tot kosten voor de maatschap. Verder heeft TechniTeam gesteld dat in de afkoopsom kosten zijn verdisconteerd die TechniTeam bij aanvang en ten tijde van de dienstverlening maakt en niet afzonderlijk factureert en dat dergelijke kosten normaliter worden betaald uit de maandbedragen die gedurende de gehele looptijd van het contract worden betaald. Volgens TechniTeam staat de verschuldigdheid van de overeengekomen afkoopsom dus los van een kosteloze opzegging van het contract.
4.24.
De kantonrechter volgt TechniTeam niet in dit standpunt. Met een kosteloze opzegging is namelijk bedoeld dat een eindgebruiker een voor bepaalde tijd aangegane overeenkomst moet kunnen beëindigen zonder dat hij dan een bedrag is verschuldigd. Naar het oordeel van de kantonrechter is in dit geval geen sprake van een kosteloos beëindiging omdat TechniTeam vanwege de tussentijdse opzegging een bedrag (afkoopsom) in rekening brengt.
4.25.
Dat de afkoopsom en de hoogte daarvan ook zijn opgenomen in de raamovereenkomst maakt het voorgaande niet anders. Uit artikel 5.3 van de raamovereenkomst (in combinatie met artikel 2.2 van het afnamecontract) blijkt namelijk dat de afkoopsom betrekking heeft op de tussentijdse opzegging van het afnamecontract. Omdat de Tw van toepassing is op het afnamecontract en de maatschap op grond van artikel 7.2ab Tw (in dit geval) geen afkoopsom is verschuldigd, zal de kantonrechter de vordering tot betaling van het gevorderde bedrag aan afkoopsom afwijzen.
4.26.
Verder bepaalt artikel 7.2ad Tw dat bij deze opzegging alleen een vergoeding is verschuldigd als de overeenkomst betrekking heeft op eindapparatuur en de eindgebruiker die eindapparatuur in bezit houdt. Niet in geschil is dat de eindapparatuur na de opzegging is teruggegaan naar TechniTeam zodat de maatschap ook geen vergoeding is verschuldigd voor de eindapparatuur.
4.27.
Ter zitting heeft TechniTeam met een beroep op artikel 7.3aa lid 3 Tw betoogd dat het TechniTeam en de maatschap als professionele partijen vrijstond om aanvullende afspraken (zoals aanvullende vergoedingen voor eindapparatuur) te maken in afwijking van de bepalingen in de Tw, omdat het op grond van dit artikel (zelfs) voor overeenkomsten met consumenten vrijstaat om dit soort aanvullende afspraken te maken. De kantonrechter volgt TechniTeam niet in haar betoog.
4.28.
Artikel 7.3aa lid 1 Tw bepaalt namelijk dat specifieke bepalingen uit hoofdstuk 7 van de Tw (waaronder de artikelen 7.2a, 7.2ab en 7.2ad) ingeval van een aan een consument aangeboden bundel van diensten en eindapparatuur met tenminste een internettoegangsdienst van toepassing zijn op alle elementen van een aan een consument aangeboden bundel van diensten (zogenoemde alles-in-een-pakketten). Daarnaast bepaalt artikel 7.3aa lid 3 Tw dat het aangaan van een aanvullende overeenkomst met een consument ten aanzien van aanvullende diensten of eindapparatuur niet leidt tot een verlenging van de oorspronkelijke geldigheidsduur van de overeenkomst waaraan die diensten of eindapparatuur worden toegevoegd, tenzij de consument bij het aangaan van de aanvullende overeenkomst uitdrukkelijk iets anders overeenkomt. In artikel 7.3aa lid 4 Tw is vermeld dat het eerste en derde lid van overeenkomstige toepassing zijn ten aanzien van eindgebruikers die micro-ondernemingen, kleine ondernemingen of organisaties zonder winstoogmerk zijn, tenzij zij er expliciet mee hebben ingestemd dat die leden niet of slechts gedeeltelijk van toepassing zijn.
4.29.
De kantonrechter stelt vast dat artikel 7.3aa lid 3 Tw, voor zover op basis van de stellingen van TechniTeam al geconcludeerd zou moeten worden dat dit lid van toepassing is op de door TechniTeam geleverde diensten, alleen betrekking heeft op de niet verlenging van de oorspronkelijke geldigheidsduur van de overeenkomst waaraan die diensten of eindapparatuur zijn toegevoegd, althans dat van die geldigheidsduur kan worden afgeweken bij de aanvullende overeenkomst, maar geen betrekking heeft op de verschuldigdheid van aanvullende vergoedingen. Daarom valt niet in te zien hoe artikel 7.3aa Tw als schakelbepaling ertoe zou leiden dat het TechniTeam en de maatschap vrijstond om aanvullende afspraken te maken in afwijking van de Tw.
4.30.
Het voorgaande brengt met zich mee dat de kantonrechter de gevorderde bedragen ten aanzien van de afkoopsom zal afwijzen. Gelet daarop zullen ook de vorderingen met betrekking tot de wettelijke handelsrente en de buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen.
4.31.
Dat wat verder nog door partijen is aangevoerd kan niet leiden tot een ander oordeel en behoeft daarom geen (nadere) bespreking.
Proceskosten
4.32.
TechniTeam wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de maatschap worden vastgesteld op:
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
947,00

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt TechniTeam in de kosten van de procedure, aan de zijde van de maatschap en de maten vastgesteld op € 947,00, te vermeerderen met de explootkosten als het vonnis daarna wordt betekend;
5.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van der Weij en in het openbaar uitgesproken op 19 december 2024.

Voetnoten

1.