Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 13 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
2.3. Op de leveringsovereenkomst zijn de Algemene voorwaarden levering elektriciteit en gas kleinverbruikers 2017 (hierna: de Algemene Voorwaarden) en de Productvoorwaarden Budget Energie (hierna: de Productvoorwaarden) van toepassing.
3.Het geschil
€ 10.000,00;
4.De beoordeling
Op grond hiervan concludeert [eiser] dat Budget Energie geen redelijke terugleververgoeding hanteert.
Daarnaast is de gewijzigde (verlaagde) terugleververgoeding volgens Budget Thuis redelijk in de zin van artikel 31c lid 3 van de Elektriciteitswet. Zij betoogt dat over de hoogte van deze vergoeding wettelijk gezien niets is geregeld, de wetgever daar bewust voor gekozen heeft en haar tarief een redelijk gemiddelde is in de markt. Er zijn volgens Budget Thuis partijen die een lagere terugleververgoeding aanbieden en partijen die een hogere terugleververgoeding aanbieden. Ook benadrukt zij dat de terugverdientijd van de investering in zonnepanelen met de wijziging van de terugleververgoeding niet onredelijk lang wordt. Verder stelt zij dat de Beleidsregel uit 2006 is ingetrokken en er door [eiser] selectief is geciteerd uit de Memorie van Toelichting bij het door hem genoemde Wetsvoorstel over de afbouw van de salderingsregeling. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Budget Thuis verklaard dat dit wetsvoorstel inmiddels door de Eerste Kamer is weggestemd en er een nieuw wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ligt. Volgens Budget Thuis blijkt uit de Memorie van Toelichting bij dat wetsvoorstel niet dat de minister voornemens is om een minimum percentage vast te stellen ten aanzien van de terugleververgoeding.
5.De beslissing
5 december 2024.