ECLI:NL:RBOBR:2024:6086

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
3 december 2024
Zaaknummer
01.095241.22
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van kinderporno en amfetaminebezit met bijzondere voorwaarden

Op 4 december 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen, verwerven en in bezit hebben van kinderporno, alsook aan het stiekem filmen van een onbekend gebleven vrouw. De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de periode van 1 september 2021 tot en met 17 mei 2022 kinderpornografisch materiaal heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad. Daarnaast werd op zijn slaapkamer een hoeveelheid amfetamine aangetroffen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het opzettelijk en wederrechtelijk vervaardigen van een afbeelding van seksuele aard van onbekend gebleven personen, omdat het dossier onvoldoende bewijs bevatte voor deze beschuldiging. De rechtbank legde een taakstraf op van 216 uren, subsidiair 108 dagen hechtenis, en een gevangenisstraf van 30 dagen, waarvan 29 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Bijzondere voorwaarden werden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering, deelname aan dagbesteding, en meewerken aan middelencontrole. De rechtbank constateerde ook een overschrijding van de redelijke termijn in de behandeling van de zaak, wat leidde tot een vermindering van de taakstraf met 24 uren. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.095241.22
Datum uitspraak: 4 december 2024
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren in [geboortedatum] 1983,
wonende te [adres] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 20 november 2024. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 17 oktober 2024. Aan verdachte is tenlastegelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan – kort weergegeven:
het vervaardigen en/of verwerven en/of in bezit hebben van en/of zich de toegang verschaffen tot kinderporno in of omstreeks de periode van 1 september 2021 tot en met 17 mei 2022 in Mill, gemeente Land van Cuijk;
gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijk wijze is kenbaar gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk, van een onbekend gebleven vrouw, aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, een afbeelding vervaardigen op 28 september 20219, althans in of omstreeks de periode van 28 september 2019 tot en met 16 mei 2022 in dezelfde plaats;
het opzettelijk en wederrechtelijk vervaardigen van een afbeelding van seksuele aard van een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 17 mei 2022 in dezelfde plaats;
het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 121,8 gram amfetamine op 17 mei 2022 in dezelfde plaats.
De tekst van de tenlastelegging is opgenomen in Bijlage I bij dit vonnis en geldt als hier ingevoegd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De bewijsvraag.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd tot een integrale bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, met dien verstande dat ten aanzien van feit 3 énkel de op pagina 50 (voorlaatste alinea) van het eindproces-verbaal beschreven en op de smartphone (Samsung) van verdachte aangetroffen afbeelding bewezen kan worden verklaard.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman van verdachte heeft ten aanzien van feit 3 vrijspraak bepleit: het overnemen van foto’s en afbeeldingen van het internet is niet zonder meer wederrechtelijk. De betreffende foto’s en afbeeldingen die op de tenlastelegging staan kunnen evenmin als zodanig worden gekwalificeerd, aldus de verdediging. Ten aanzien van de bewezenverklaring van de overige feiten heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank. [1]
Ten aanzien van feit 1:
Gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv.) volstaat de rechtbank ten aanzien van dit feit met een opgave van bewijsmiddelen, nu verdachte dit feit heeft bekend en de raadsman ten aanzien van het bewezenverklaarde geen vrijspraak heeft bepleit.
De bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 20 november 2024;
  • een proces-verbaal beschrijving kinderpornografische afbeeldingen (TBKK), proces-verbaalnummer: OBRBD22014-PV1, van 7 april 2022, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , pag. 46-50;
  • een proces-verbaal Beschrijving kinderpornografische afbeeldingen, proces-verbaalnummer PV36, van 11 mei 2023, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 2] , pag. 68-72, incl. bijlage, pag. 76-77.
Ten aanzien van feit 2:
Gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid Sv volstaat de rechtbank ook ten aanzien van dit feit met een opgave van bewijsmiddelen, nu verdachte dit feit heeft bekend en de raadsman ten aanzien van het bewezenverklaarde geen vrijspraak heeft bepleit.
De bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 20 november 2024;
  • een proces-verbaal Beschrijving kinderpornografische afbeeldingen, proces-verbaalnummer PV36, van 11 mei 2023, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 2] , pag. 71;
  • Een proces-verbaal van bevindingen, van 3 mei 2023, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 1] , pag. 84-86.
Ten aanzien van feit 4:
Gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid Sv volstaat de rechtbank ook ten aanzien van dit feit met een opgave van bewijsmiddelen, nu verdachte dit feit heeft bekend en de raadsman ten aanzien van het bewezenverklaarde geen vrijspraak heeft bepleit.
De bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 20 november 2024;
  • een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1] , pag. 58 en 59;
  • een proces-verbaal van bevindingen, van 24 mei 2023, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 3] , pag. 89-90;
  • een proces-verbaal van bevindingen, van 16 juni 2023, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , pag 92-93, inclusief bijlage p. 94-96;
  • een schriftelijk bescheid, inhoudende een rapport NFiDENT, van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 14 juni 2023, opgemaakt en ondertekend door [rapporteur 1] , pag. 94;
  • een schriftelijk bescheid, inhoudende een rapport NFiDENT, van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 14 juni 2023, opgemaakt en ondertekend door [rapporteur 1] , pag. 95;
  • een schriftelijk bescheid, inhoudende een rapport NFiDENT, van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 14 juni 2023, opgemaakt en ondertekend door [rapporteur 1] , pag. 96.
Vrijspraak ten aanzien van feit 3.
De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat dat verdachte opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere afbeeldingen van seksuele aard van een of meer personen heeft vervaardigd, zoals onder 3 ten laste is gelegd. Daarbij dient te worden opgemerkt dat de tenlastelegging ten aanzien van dit feit vrij onbepaald en algemeen is opgesteld. Voor zover de tenlastelegging het oog heeft op de op pagina 50, voorlaatste alinea en de op pagina 51 van het eindproces-verbaal beschreven en weergegeven afbeelding, overweegt de rechtbank het volgende. De stelling dat de verdachte die bedoelde foto zelf heeft gemaakt en zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan feit 3 vindt geen steun in het dossier. Uit de in dit verband door verdachte afgelegde verklaring kan evenmin worden afgeleid waar en wanneer verdachte dergelijke, strafbare, handelingen zou hebben verricht. Zijn verklaring is aldus, eveneens, onvoldoende bepaald. De rechtbank acht feit 3 dan ook niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven opgesomde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
1in de periode van 1 september 2021 tot en met 17 mei 2022 te Mill, gemeente Land van Cuijk, en/of elders in Nederland,
meermalen,
telkens afbeeldingen en/of gegevensdragers, te weten een Playstation en een Apple Iphone en een Samsung smartphone, bevattende afbeeldingen
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokkenheeft vervaardigd,
door het maken van screenshots uit een of meer video's
en heeft verworven en in bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaftwelke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:het (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling;
2in de periode van 28 september 2019 tot en met 16 mei 2022 te Mill, gemeente Mill en Sint Hubert, gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt opzettelijk en wederrechtelijk van een onbekend gebleven vrouw, aanwezig in een woning, te weten de woning aan [adres] , een afbeelding, te weten een video, heeft vervaardigd;
4op 17 mei 2022 te Mill, gemeente Land van Cuijk, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 121,8 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.

De strafbaarheid van het feit en van verdachte.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten en van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een taakstraf van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis en een gevangenisstraf voor de duur van 270 dagen waarvan 269 voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Daaraan moeten bijzondere voorwaarden worden verbonden, te weten: een meldplicht bij de reclassering; dagbesteding; meewerken aan middelencontrole; vermijden van kinderporno, en andere voorwaarden het gedrag betreffende.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman van verdachte heeft de rechtbank verzocht een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan gekoppeld bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht bij de reclassering en eventuele behandeling. Hiertoe heeft de raadsman onder meer gewezen op de (mentale) weerslag die de zaak op verdachte heeft gehad, de omstandigheid dat verdachte geen immateriële schade heeft toegebracht aan de afgebeelde meisjes én de omstandigheid dat de aangetroffen speed voor eigen gebruik bestemd was. De raadsman heeft ten slotte benadrukt dat verdachte begeleiding van de reclassering en mogelijk ook behandeling niet alleen wenst, maar ook nodig heeft.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft in de periode van 1 september 2021 tot en met 17 mei 2022 kinderpornografisch materiaal verworven, in zijn bezit gehad en zich daartoe de toegang verschaft. Op de gegevensdragers van verdachte zijn in dat verband onder meer ruim 770 afbeeldingen aangetroffen, bestaande uit vijftien series waarin telkens een en hetzelfde meisje (geschatte leeftijd: tussen de 15 en 17 jaren oud) diverse, seksueel getinte en onnatuurlijke poses aanneemt. Ook is een groot aantal soortgelijke afbeeldingen aangetroffen die verdachte zelf heeft vervaardigd. Daarbij gaat het om afbeeldingen van minderjarige meisjes die gemaakt zijn door in te zoomen vanuit een videobestand en die door hem ook nog eens zijn bewerkt. Door aldus te handelen heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van een verwerpelijke industrie waarbij – in algemene zin - vaak (zeer jonge) kinderen door volwassenen aan (soms verregaande) seksuele handelingen worden onderworpen. Het is een vicieuze cirkel waar de stelling vraag en aanbod overheerst. Dergelijk seksueel misbruik kan – zoals algemeen bekend – leiden tot ernstige lichamelijke en psychische schade aan de minderjarige slachtoffers. Mede om die reden dient het seksueel misbruik van jeugdigen en de exploitatie daarvan te worden tegengegaan. Verdachte draagt hierdoor mede de verantwoordelijkheid voor het leed dat en schade die aan de betreffende kinderen is toegebracht.
Verdachte heeft zich ergens in de periode van 28 september 2019 tot en met 16 mei 2022 – volgens verdachte tijdens een carnavalsoptocht – eenmaal schuldig gemaakt aan het stiekem filmen van een onbekend gebleven vrouw die op dat moment gebruik maakte van zijn toilet; op de gegevensdrager van verdachte zijn daarvan meerdere video’s en foto’s aangetroffen. Verdachte heeft hiermee – terwijl de betreffende vrouw zich (vanzelfsprekend) onbespied waande – een inbreuk gemaakt op de persoonlijke en lichamelijke integriteit van die vrouw.
Daarnaast is op 17 mei 2022, tijdens de doorzoeking ter inbeslagname, in de slaapkamer van verdachte een hoeveelheid amfetamine (speed) aangetroffen – naar zijn zeggen voor eigen gebruik. Het behoeft geen uitgebreid betoog dat (hard)drugs onder meer schadelijk zijn voor de volksgezondheid. De mentale gezondheid van verdachte leed er naar zijn zeggen ook onder. Door een aanzienlijke hoeveelheid speed te kopen heeft verdachte bijgedragen aan (de instandhouding van) het illegale drugscircuit en de daarmee gepaard gaande overige vormen van criminaliteit. Het gebruik van speed zorgde bij verdachte bovendien voor (seksuele) ontremming en vormde de katalysator voor het plegen van de overige bewezen verklaarde feiten.
Wat opvalt bij het bekijken van de justitiële documentatie van verdachte is dat hij driemaal eerder is veroordeeld, in het bijzonder voor het heimelijk plaatsen van een camera op het damestoilet. Deze veroordeling heeft hem er niet van weerhouden om nogmaals, in zijn eigen woning, stiekem een vrouw te filmen die op dat moment nietsvermoedend gebruik maakte van zijn toilet.
Bij de beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank, in het bijzonder ten aanzien van de feiten 1 en 4, onder meer aansluiting gezocht bij de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten. De rechtbank heeft ten aanzien van de overige ten laste gelegde feiten rekening gehouden met straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het door Reclassering Nederland opgemaakte reclasseringsadvies van 29 februari 2024. Daaruit komt – zakelijk weergegeven – als conclusie naar voren dat verdachte zowel ten aanzien van eerdere delicten als met betrekking tot het huidige ten laste gelegde vooral een relatie ziet met het middelengebruik. Hierdoor kon hij zichzelf niet meer begrenzen. Ondanks dit besef heeft verdachte nagelaten om openheid van zaken te geven en adequaat gebruik te maken van mogelijkheden om hulp te krijgen, terwijl hij hier voldoende ruimte voor had. Gezien het ten laste gelegde, eerder delict-gedrag en de voortduring daarvan en het te weinig effectief zijn van het eerdere ambulante begeleidingstraject, is nader gedragsdeskundig onderzoek naar mening van de reclassering geïndiceerd. Hiermee beoogt de reclassering te kunnen bepalen welke problemen en mogelijkheden betrokkene heeft, welke relatie er in deze is met het delict-gedrag en wat een haalbaar aanbod zou kunnen zijn. In het verlengde hiervan heeft de reclassering geadviseerd aan een eventuele (deels) voorwaardelijke straf meerdere recidivebeperkende en controlerende bijzondere voorwaarden te koppelen.
Het door de reclassering geschetste beeld, met name de problematiek waarmee verdachte kampt, vond weerklank in de op zitting door verdachte afgelegde verklaring. Verdachte heeft het hem tenlastegelegde ter terechtzitting bekend en verklaard dat hij er ‘met zijn verstand niet bij kan hoe het zover heeft kunnen komen.’ Hij noemde zijn eigen handelen ook ‘schandalig’. Verdachte heeft zich ten overstaan van de rechtbank bereid en gemotiveerd verklaard zich (wederom) te onderwerpen aan een strak juridisch gedwongen kader zoals geadviseerd door de reclassering.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezenverklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
Overschrijding redelijke termijn
De rechtbank constateert dat het recht van verdachte op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, is geschonden. De rechtbank bepaalt de startdatum voor de beoordeling van de redelijke termijn op 17 mei 2022, zijnde het tijdstip waarop de politie de woning van verdachte binnentrad en ter inbeslagname doorzocht. De rechtbank zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die grond geven af te wijken van het uitgangspunt dat de redelijke termijn voor berechting in eerste aanleg twee jaren bedraagt; evenmin zijn omstandigheden gebleken op grond waarvan een gedeelte van het tijdsverloop voor rekening en risico van verdachte dient te blijven. Een en ander maakt dat bij het doen van uitspraak door de rechtbank op 4 december 2024 de redelijke termijn met zesenhalve maand is overschreden. Voor deze overschrijding zal de rechtbank verdachte compenseren op de wijze als na te melden.
Alles afwegende acht de rechtbank een taakstraf van 240 uren passend en geboden. Vanwege de overschrijding van de redelijke termijn zal de rechtbank op de duur van deze taakstraf tien procent, te weten 24 uren, in mindering brengen. Dit betekent dat aan de verdachte een taakstraf van 216 uren wordt opgelegd.
Daarnaast acht de rechtbank ook een gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen, waarvan 29 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden. Om het risico op herhaling te minimaliseren, zal de rechtbank daaraan de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden. Verdachte dient binnen dat kader onder meer kinderporno te vermijden en mee te werken aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een of meerdere door de reclassering afgelegde huisbezoeken.

Beslagbeslissing.

De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat – zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit voorwerpen zijn met betrekking tot welke de feiten zijn begaan en met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 57, 63, 139f en 240b (oud) van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
  • spreekt verdachte vrij van feit 3;
  • verklaart de feiten 1, 2, en 4 bewezen zoals hiervoor is omschreven;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
De rechtbank stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert de misdrijven:
Feit 1
Een afbeelding en een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, verwerven, in bezit hebben en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd
Feit 2
Gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, aanwezig in een woning, een afbeelding vervaardigen
Feit 4
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 aanhef en onder C van de Opiumwet gegeven verbod
De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straffen;
  • een taakstraf voor de duur van 216 uren subsidiair 108 dagen hechtenis;
  • een gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen waarvan 29 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarden:
Meldplicht bij reclassering
Veroordeelde meldt zich uiterlijk binnen twee dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland, locatie 's-Hertogenbosch, Eekbrouwersweg 6, telefoonnummer 088-8041504. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
Dagbesteding
Veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van een zinvolle dagbesteding met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delict-gedrag.
Meewerken aan middelencontrole
Veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
Vermijden kinderporno
Veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden
verkregen
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd
Veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van veroordeelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
Andere voorwaarden het gedrag betreffende
Veroordeelde werkt mee aan nader onderzoek en/of diagnostiek door het NIFP of een forensische ambulante zorgverlener te bepalen door de reclassering en houdt zich aan de daaruit voortkomende adviezen, ook wanneer dit een behandeling en /of training inhoudt.
Dit duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener en/of trainer geeft.
De rechtbank geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit nodig acht, daaronder begrepen.
De rechtbank legt op de volgende maatregel:
- onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen goederen, te weten:
o 1 STK Spelcomputer (Playstation 4 incl. kabels en controller);
o 1 STK GSM (Samsung telefoon);
o 1 STK GSM (Apple iPhone).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.E.N. van Haren, voorzitter,
mr. C.A. Mandemakers en mr. E.L. Traag, leden,
in tegenwoordigheid van mr. R.F.G. St. Jago, griffier,
en is uitgesproken op 4 december 2024.

Bijlage I: de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2021 tot en met 17 mei 2022 te Mill, gemeente Land van Cuijk, en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens afbeeldingen, - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een Playstation en/of een Apple Iphone en/of een Samsung smartphone -
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken
heeftvervaardigd, door het maken van screenshots uit een of meer video's en/of door het maken van foto's en/of video's onder rokken/jurkjes, en/of heeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
(7H8A3211.jpeg, IMG_6226.jpg, 20220308010130.jpg, 20220308011758.jpg, vindplaats in dossier: p-v 36 op p. 68-73 en collectiescan p. 77 en Screenshot_20211103-023302_Video Player, vindplaats in dossier: p. 49-50)2
hij op of omstreeks 28 september 2019, althans in of omstreeks de periode van 28 september 2019 tot en met 16 mei 2022 te Mill, gemeente Mill en Sint Hubert, gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt opzettelijk en wederrechtelijk van een onbekend gebleven vrouw, aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, te weten de woning aan [adres] , een afbeelding, te weten een video/filmpje, heeft vervaardigd;
3
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 17 mei 2022 te Mill, gemeente Land van Cuijk, en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk en wederrechtelijk van een of meer onbekend gebleven personen, een afbeelding van seksuele aard, te weten een foto en/of video waarop de billen en/of de schaamstreek van een lopende en/of fietsende vrouw te zien is, heeft vervaardigd;4
hij op of omstreeks 17 mei 2022 te Mill, gemeente Land van Cuijk, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 121,8 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het eindproces-verbaal van de politie Eenheid Oost-Brabant Team Kinderporno (OB), Onderzoek: Netwerk OBRBD 22014, ingekomen op 10 juli 2023, in totaal 128 doorgenummerde bladzijden.