Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
7 oktober 2024, 8 oktober 2024, 9 oktober 2024 en 19 november 2024 (sluiting).
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
11 juli 2023 bijna alle verdachten in onderzoek 26Upton, te weten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] , [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] zijn aangehouden. [medeverdachte 1] is vooralsnog onvindbaar gebleken.
De bewijsmiddelen.
Opbouw van het vonnis.
Identificatie van telefoonnummers, accounts/gebruikersnamen en bijnamen.
Specifieke bewijsoverwegingen met betrekking tot de tenlastegelegde feiten.
21 maart 2023 (de datum van de bestelling) tot en met 26 maart 2023(de datum dat het pakket bij een postpakketpunt is ingeleverd) zijn ingepakt. Vaststaat dat de drugs is ingepakt en verstuurd door deelnemers van het CSV, waarvan verdachte deel uitmaakte, nu het pakket is besteld via de door [medeverdachte 1] beheerde vendor “ [alias 4] ”. Hoewel verdachte kort voor het inleveren van het pakket bij het postpakketpunt door [medeverdachte 4] in de woning van [medeverdachte 5] is geweest, kan de rechtbank niet met zekerheid vaststellen dat verdachte dit pakket daadwerkelijk heeft ingepakt of op een andere wijze bij dit specifieke pakket betrokken is geweest. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat verdachte op een gegeven moment een andere, grotere rol, binnen het CSV heeft gekregen en het inpakken toen vooral door anderen werd gedaan. Dit maakt dat de rechtbank niet met voldoende zekerheid de betrokkenheid van verdachte bij dit specifieke pakket kan vaststellen.
Juridisch kader.
Wist verdachte dat de drugs aanwezig waren?
dezelading verdovende middelen in de woning van [medeverdachte 5] . De avond voor de inval had verdachte contact met [medeverdachte 5] over de nieuw binnengekomen lading. Verdachte stuurde via Whatsapp de volgende berichten naar [medeverdachte 5] :
Kon verdachte beschikken over de drugs?
Feit 3: deelname aan de criminele organisatie.
Juridisch kader.
De organisatie.
De rolverdeling binnen de organisatie.
Pleegperiode.
Conclusie.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
Beslag.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
Feit 1:
Feit 3:
5 jaren, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.