Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van
18 september 2024 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
[verzoekster] , uit [woonplaats] , verzoekster
[naam]uit [woonplaats] (derde-partij).
Rechtbank Oost-Brabant
Op 18 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, die sinds 8 juni 2022 een vergunning had voor het innemen van standplaatsen op de woensdagmarkt in 's-Hertogenbosch, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van 4 juli 2024. Dit besluit hield in dat verzoekster per 28 augustus 2024 andere standplaatsen toegewezen kreeg, omdat haar oorspronkelijke standplaatsen op de Pensmarkt waren opgeheven. Verzoekster vorderde met haar verzoek om voorlopige voorziening dat zij haar oorspronkelijke standplaatsen terug toegewezen kreeg totdat op haar bezwaar was beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat verzoekster geen spoedeisend belang kon aantonen. De rechter oordeelde dat de door verzoekster aangevoerde omzetdaling niet voldoende was om te concluderen dat er een onomkeerbare situatie zou ontstaan. Bovendien was het bestreden besluit niet evident onrechtmatig, ondanks de twijfels die verzoekster had over de bevoegdheid van het college om de standplaatsen te herverdelen. De voorzieningenrechter merkte op dat de nieuwe standplaats van verzoekster als minder gunstig werd erkend, maar dat dit niet betekende dat de beslissing op het bezwaarschrift niet kon worden afgewacht.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, aangezien het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en er werd op gewezen dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat. Een proces-verbaal van de uitspraak zal binnen twee weken aan de partijen worden toegestuurd.