ECLI:NL:RBOBR:2024:562

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
17 januari 2024
Publicatiedatum
16 februari 2024
Zaaknummer
C/01/400276 / FA RK 24-13
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om zorgmachtiging op basis van medische verklaring

Op 17 januari 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een zorgmachtiging, ingediend door de officier van justitie. Het verzoek was gericht op het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene, geboren op een onbekende datum en plaats, die op een bij de rechtbank bekend adres woont. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een verzoekschrift dat op 3 januari 2024 was ingediend, vergezeld van diverse bijlagen, waaronder een medische verklaring van een onafhankelijk psychiater, gedateerd 27 december 2024.

Tijdens de mondelinge behandeling op 17 januari 2024 in Eindhoven zijn de betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. C.W.M. Verberne, en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige gehoord. De onafhankelijk psychiater had in zijn verklaring aangegeven dat, hoewel er mogelijkheden zijn voor een proefbehandeling met medicatie, de verplichte zorg niet proportioneel is in verhouding tot de nadelen. Hij concludeerde dat de betrokkene wilsbekwaam is en geen veiligheidsrisico's bij medicatiegebruik aanwezig zijn.

De advocaat van de betrokkene heeft het standpunt ingenomen dat, gezien de bevindingen van de psychiater, het verzoek van het openbaar ministerie afgewezen dient te worden. De rechtbank heeft de medische verklaring als het belangrijkste stuk in het dossier beschouwd en, op basis van de conclusie van de psychiater dat verplichte zorg niet proportioneel is, het verzoek afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat niet voldaan is aan de wettelijke eisen voor het verlenen van verplichte zorg. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/400276 / FA RK 24-13
Uitspraak : 17 januari 2024

Beschikking betreffende een machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

van de rechtbank Oost-Brabant naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[naam] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.W.M. Verberne.

Het procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 3 januari 2024, heeft de officier van justitie verzocht om een machtiging tot het verlenen van verplichte zorg.
Bij het verzoekschrift zijn diverse bijlagen gevoegd waaronder de medische verklaring van 27 december 2024.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 januari 2024, in het gerechtsgebouw te Eindhoven. De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- [naam] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige.

De beoordeling

De onafhankelijk psychiater heeft in zijn medische verklaring onder meer overwogen (onder vraag 7c):
“Na ampel beraad waarbij ik wel zie, dat een proefbehandeling met een lage dosis
antipsychoticum in combinatie met periodieke urinecontroles mogelijkheden kan hebben
dat hij voor zichzelf strategisch verstandige keuzes kan gaan maken om zijn
rijbewijs terug te krijgen, vind ik deze verplichte zorg niet proportioneel t.a.v. het
genoemde nadeel. De effectiviteit van verplichte zorg is niet zeker, Ondanks zijn
in mijn ogen verminderde oordeelsvermogen over zijn huidige psychosociale
situatie vind ik hem capabel voor wilsbekwaam verzet tegen verplichte zorg. Er is
geen veiligheidsrisico bij medicatie gebruik.
Ik hoop dat hij gemotiveerd kan worden om een periode mee te werken aan
ambulante zorg, die voor het CBR overtuigend is om hem zijn rijbewijs terug te
geven.”
Desgevraagd heeft [sociaal psychiatrisch verpleegkundige] over de mening van de onafhankelijk psychiater als het gaat om de proportionaliteit verklaard dat hier best iets voor te zeggen is. De advocaat heeft zich op het standpunt gesteld dat gelet op de bevindingen van de onafhankelijk psychiater omtrent de proportionaliteit en het wilsbekwame verzet het verzoek van het openbaar ministerie dient te worden afgewezen.
De rechtbank is van oordeel dat de medische verklaring van de onafhankelijke medische expert het belangrijkste stuk is in een dergelijk dossier. Nu deze expert verplichte zorg niet proportioneel vindt, zal de rechtbank het verzoek afwijzen omdat niet voldaan is aan de eisen van de wet.

De beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Iding, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2024 in aanwezigheid van de griffier.
Conc: BYv(OB
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.