ECLI:NL:RBOBR:2024:5582

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
20 november 2024
Publicatiedatum
20 november 2024
Zaaknummer
01.189952.24
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal, belediging, wederspannigheid en vernieling met oplegging van ISD-maatregel

Op 20 november 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal, belediging van ambtenaren, wederspannigheid en vernieling. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een ISD-maatregel van twee jaar. De zaak kwam aanhangig na dagvaardingen van 7 augustus en 30 september 2024, en de zittingen vonden plaats op 18 september en 6 november 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn en dat zij bevoegd is om van de zaak kennis te nemen. De verdachte heeft zich op 9 juni 2024 in Eindhoven schuldig gemaakt aan diefstal van een verpakking Tuc, bedreiging van een ambtenaar, belediging van meerdere ambtenaren en wederspannigheid. Daarnaast heeft hij op 20 oktober 2023 opnieuw ambtenaren beledigd en zich verzet tegen hun rechtmatige uitoefening van hun functie. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd, die een onvoorwaardelijke ISD-maatregel heeft geëist, en heeft geoordeeld dat de verdachte een hoog recidiverisico heeft. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van een van de ten laste gelegde feiten, maar heeft de overige feiten bewezen verklaard. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het advies van de reclassering.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummers: 01.189952.24 en 01.275789.23 (ter terechtzitting gevoegd)
Parketnummers vorderingen: 01.145307.21 en 20.001588.23
Datum uitspraak: 20 november 2024
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1978] ,
wonende te [adres] ,
thans gedetineerd te: P.I. Zuid Oost, locatie Roermond.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 18 september 2024 en 6 november 2024.
Op de zitting van 6 november 2024 heeft de rechtbank de tegen verdachte, onder de hiervoor genoemde parketnummers, aanhangig gemaakte zaken gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaardingen van 7 augustus 2024 en 30 september 2024.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
T.a.v. 01-189952-24 feit 1:
hij op of omstreeks 9 juni 2024 te Eindhoven een verpakking Tuc, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [naam supermarkt] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
T.a.v. 01-189952-24 feit 2:
hij op of omstreeks 9 juni 2024 te Eindhoven [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen "Ik ga mijn nagels in jullie zetten, als ik je krab krijg je aids", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
T.a.v. 01-189952-24 feit 3:
hij op of omstreeks 9 juni 2024 te Eindhoven opzettelijk meerdere ambtenaren, te weten [slachtoffer 2] ( werkzaam als hoofdagent bij de Eenheid Oost-Brabant), [slachtoffer 1] (werkzaam als brigadier bij de Eenheid Oost-Brabant), [slachtoffer 3] (werkzaam als agent bij de Eenheid Oost-Brabant) en/of [slachtoffer 4] (werkzaam als brigadier bij de Eenheid Oost-Brabant), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar/hun de woorden toe te voegen: "Kankerwouten!", "Kakkerlakken!" en/of ""Wie van jullie kanker kakkerlakken heeft mij geslagen? Wacht maar ik pak jullie nog wel, kakkerlakken. Ik pik dit niet en dat komt duur te staan, flikkers, sukkeltjes", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
T.a.v. 01-189952-24 feit 4:
hij op of omstreeks 9 juni 2024 te Eindhoven, zich met geweld en/of bedreiging met geweld,
heeft verzet tegen een ambtenaar, [slachtoffer 5] (werkzaam als hoofdagent bij de Eenheid Oost-Brabant) en/of [slachtoffer 6] (werkzaam als surveillant bij de Eenheid Oost-Brabant), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten ter aanhouding van verdachte door trappende bewegingen te maken in de richting van die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] ;
T.a.v. 01-275789-23 feit 1:
hij op of omstreeks 20 oktober 2023 te Eindhoven opzettelijk twee ambtenaren, te weten [slachtoffer 7] (brigadier bij de Eenheid Oost-Brabant) en/of [slachtoffer 8] (hoofdagent bij de Eenheid Oost-Brabant), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling
heeft beledigd, door hem/haar/hun de woorden toe te voegen: "Kanker hoer, kanker snol, kanker wouten, vuile kanker miet en/of kanker mongool" althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
T.a.v. 01-275789-23 feit 2:
hij op of omstreeks 20 oktober 2023 te Eindhoven, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een ambtenaar, [slachtoffer 8] (hoofdagent bij de Eenheid Oost-Brabant), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten ter aanhouding van verdachte door
- voornoemde [slachtoffer 8] weg te duwen,
- te proberen zichzelf (verdachte) los te duwen uit de fixatie van voornoemde [slachtoffer 8] ,
- zijn, verdachtes, arm aan te spannen en/of proberen los te trekken en/of
- in een arm van voornoemde [slachtoffer 8] te knijpen;
T.a.v. 01-275789-23 feit 3:
hij op of omstreeks 20 oktober 2023 te Eindhoven opzettelijk en wederrechtelijk een politiecel, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Nationale Politie, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;

De vorderingen na voorwaardelijke veroordeling.

De zaak met parketnummer 01.145307.21 is aangebracht bij vordering van 17 juli 2024. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de meervoudige kamer te Oost-Brabant van 10 februari 2022. Een kopie van de vordering is aan dit vonnis gehecht.
De zaak met parketnummer 20.001588.23 is aangebracht bij vordering van 17 juli 2024. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 17 januari 2024. Een kopie van de vordering is aan dit vonnis gehecht.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaardingen geldig zijn. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 3 onder parketnummer 01-275789-23 wegens het ontbreken van de wederrechtelijkheid. Verder heeft de verdediging bepleit dat verdachte tevens dient te worden vrijgesproken van feit 2 onder parketnummer 01-189952-24 wegens het ontbreken van de redelijke vrees.
Het oordeel van de rechtbank.
Vrijspraak.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 2 met parketnummer 01-189952-24 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Evenals de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de door de verdachte gedane uitlating in deze context geen redelijke vrees kan veroorzaken dat verdachte zijn bedreiging daadwerkelijk ten uitvoer zou of kon brengen.
De bewijsmiddelen
Omwille van de leesbaarheid van het vonnis zijn de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen uitgewerkt in de aan dit vonnis gehechte bewijsmiddelenbijlage. De inhoud van die bijlage dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen eventueel in onderling verband en samenhang bezien komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
T.a.v. 01-189952-24 feit 1:
hijopof omstreeks9 juni 2024 te Eindhoven
een verpakking Tuc,in elk geval enig goed, /diedieof ten deleaan de [naam supermarkt] ,in elk geval aan een andertoebehoorde(n)heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
T.a.v. 01-189952-24 feit 3:
hijopof omstreeks9 juni 2024 te Eindhoven
opzettelijk
meerdere ambtenaren, te weten [slachtoffer 2] (werkzaam als hoofdagent bij de Eenheid Oost-Brabant), [slachtoffer 1] (werkzaam als brigadier bij de Eenheid Oost-Brabant), [slachtoffer 3] (werkzaam als agent bij de Eenheid Oost-Brabant) en/of[slachtoffer 4] (werkzaam als brigadier bij de Eenheid Oost-Brabant), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening vanzijn/haar/hun bediening,
inzijn/haar/hun tegenwoordigheid,
mondeling
heeft beledigd,
doorhem/haar/hun de woorden toe te voegen: "Kankerwouten!", "Kakkerlakken!" en/of ""Wie van jullie kanker kakkerlakken heeft mij geslagen? Wacht maar ik pak jullie nog wel, kakkerlakken. Ik pik dit niet en dat komt duur te staan, flikkers, sukkeltjes",
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
T.a.v. 01-189952-24 feit 4:
hijopof omstreeks9 juni 2024 te Eindhoven,
zich met gewelden/of bedreiging met geweld,
heeft verzet
tegen een ambtenaar, [slachtoffer 5] (werkzaam als hoofdagent bij de Eenheid Oost-Brabant) en/of[slachtoffer 6] (werkzaam als surveillant bij de Eenheid Oost-Brabant), werkzaam in de rechtmatige uitoefening vanzijnhun bediening, te weten ter aanhouding van verdachte door trappende bewegingen te maken in de richting van die [slachtoffer 5] en/of[slachtoffer 6] ;
T.a.v. 01-275789-23 feit 1:
hijopof omstreeks20 oktober 2023 te Eindhoven
opzettelijk
twee ambtenaren, te weten [slachtoffer 7] (brigadier bij de Eenheid Oost-Brabant) en/of[slachtoffer 8] (hoofdagent bij de Eenheid Oost-Brabant), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening vanzijn/haar/hun bediening,
inzijn/haar/hun tegenwoordigheid,
mondeling
heeft beledigd,
doorhem/haar/hun de woorden toe te voegen: "Kanker hoer, kanker snol, kanker wouten, vuile kanker miet en/of kanker mongool" althans woorden van
gelijke beledigende aard en/of strekking;
T.a.v. 01-275789-23 feit 2:
hijopof omstreeks20 oktober 2023 te Eindhoven,
zich met gewelden/of bedreiging met geweld,
heeft verzet
tegen een ambtenaar, [slachtoffer 8] (hoofdagent bij de Eenheid Oost-Brabant), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten ter aanhouding van verdachte
door
- voornoemde [slachtoffer 8] weg te duwen,
- te proberen zichzelf (verdachte) los te duwen uit de fixatie van voornoemde [slachtoffer 8] ,
- zijn, verdachtes, arm aan te spannen en/of proberen los te trekken en/of
- in een arm van voornoemde [slachtoffer 8] te knijpen;
T.a.v. 01-275789-23 feit 3:
hijopof omstreeks20 oktober 2023 te Eindhoven opzettelijk en wederrechtelijk een politiecel,in elk geval enig goed, dat/dieof ten deleaan de Nationale Politie,in elk geval aan een andertoebehoorde(n) vernield, beschadigd,onbruikbaar heeft gemaakten/of weggemaakt;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft geëist dat aan verdachte de ISD-maatregel wordt opgelegd voor de duur van twee jaren.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft verzocht om een voorwaardelijke ISD-maatregel aan verdachte op te leggen.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan winkeldiefstal, twee beledigingen van ambtenaren in functie, wederspannigheid en het onbruikbaar maken van een politiecel. Dit zijn vervelende feiten en zorgen voor overlast.
Zoals blijkt uit het Uittreksel Justitiële Documentatie van 6 augustus 2024 is verdachte in het verleden veelvuldig veroordeeld tot (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. Deze veroordelingen hebben echter niet het gewenste effect bereikt. Immers, verdachte blijft hardnekkig recidiveren.
Op 18 september 2024 heeft Verslavings Reclassering GGZ een rapport over verdachte uitgebracht. In dat rapport wordt – kort gezegd – geadviseerd verdachte een onvoorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen. Het risico op herhaling van delictgedrag wordt door de reclassering als hoog ingeschat.
De rechtbank kan op vordering van de officier van justitie een ISD-maatregel opleggen als aan de in artikel 38m, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht neergelegde vereisten is voldaan. In dit kader stelt de rechtbank het volgende vast.
De door verdachte begane feiten zijn strafbare feiten, waarvoor ten aanzien van de diefstal voorlopige hechtenis is toegelaten. Verdachte is, volgens het op hem betrekking hebbende Uittreksel Justitiële Documentatie, in de vijf jaren voorafgaand aan de nu begane feiten tenminste driemaal wegens misdrijven onherroepelijk veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf of een taakstraf. De huidige feiten zijn begaan na de tenuitvoerlegging van deze straffen. Blijkens het strafblad is ook voldaan aan de eisen die de “Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers” van het Openbaar Ministerie stelt: verdachte is een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaren processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt worden voor meer dan tien misdrijven, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit. De veiligheid van personen en goederen eist naar het oordeel van de rechtbank het opleggen van de ISD-maatregel. Verdachte is in de afgelopen jaren herhaaldelijk veroordeeld voor onder andere vermogensdelicten. Daarbij zijn hem meerdere keren voorwaardelijke en onvoorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd. Dit alles heeft hem er niet van kunnen weerhouden opnieuw en herhaaldelijk te recidiveren. De rechtbank stelt daarmee vast dat aan alle voorwaarden voor oplegging van een ISD-maatregel is voldaan.
De ISD-maatregel strekt tot beveiliging van de maatschappij en tot beëindiging van de recidive van verdachte. Door de reclassering is het risico op recidive ingeschat als hoog. Omdat aan de wettelijke vereisten voor het opleggen van een ISD-maatregel is voldaan, en er volgens de reclassering momenteel geen andere mogelijkheden zijn om met interventies of toezicht het recidiverisico te beperken, concludeert de rechtbank dat het opleggen van de ISD-maatregel de enige passende maatregel is. De rechtbank is, anders dan de verdediging heeft bepleit, er niet van overtuigd dat verdachte in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke ISD-maatregel bereid en met name in staat zal zijn om voldoende aan zijn problemen te werken om tot blijvende gedragsverandering te komen. Immers, de laatste (forse) voorwaardelijke gevangenisstraf die verdachte boven het hoofd hing, is voor hem blijkbaar niet voldoende een stok achter de deur geweest om zich ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank ziet dan ook geen heil in het opleggen van een voorwaardelijke ISD-maatregel. Gebleken is dat verdachte niet in staat is om met de reclassering een duurzame en werkbare samenwerkingsrelatie aan te gaan en vol te houden. Een ander alternatief voor de ISD-maatregel ziet de rechtbank evenmin. Verdachte heeft een intensief traject te bewandelen om zijn problemen aan te pakken en krijgt binnen de ISD-maatregel de kans om hier serieus en grondig aan te werken. Na diagnose zal er ruimte zijn voor behandeling en het bouwen aan een stabielere toekomst.
Om de beëindiging van de recidive en het leveren van een bijdrage aan de oplossing van de problematiek van verdachte alle kansen te geven, is het van belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. Daarom zal de rechtbank de maatregel voor de maximale termijn van twee jaren opleggen.

Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 0114530721.

De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De rechtbank zal de gevorderde tenuitvoerlegging echter afwijzen omdat de rechtbank een onvoorwaardelijke ISD-maatregel aan verdachte oplegt.

Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 2000158823.

De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De rechtbank zal de gevorderde tenuitvoerlegging echter afwijzen omdat de rechtbank een onvoorwaardelijke ISD-maatregel aan verdachte oplegt.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
38m, 38n, 57, 180, 266, 267, 310, 350 Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
Vrijspraak
Spreekt verdachte vrij van feit 2 onder parketnummer 01-189952-24.
Bewezenverklaring
Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. 01-189952-24 feit 1:
diefstal
T.a.v. 01-189952-24 feit 3:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd
T.a.v. 01-189952-24 feit 4:
wederspannigheid
T.a.v. 01-275789-23 feit 1:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd
T.a.v. 01-275789-23 feit 2:
wederspannigheid
T.a.v. 01-275789-23 feit 3:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, onbruikbaar maken
Strafbaarheid
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Maatregelen
Legt op de volgende maatregelen:
T.a.v. 01-189952-24 feit 1, feit 3, feit 4, 01-275789-23 feit 1, feit 2, feit 3:
Een
plaatsing in een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 jaren.
Beslissingen na voorwaardelijke veroordeling
Wijst af de vordering met parketnummer 20-001588-23 van de officier van justitie d.d. 17 juli 2024.
Wijst af de vordering met parketnummer 01-145307-21 van de officier van justitie d.d. 17 juli 2024.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Boersma, voorzitter,
mr. A. Bernsen en mr. E.C. Mulders, leden,
in tegenwoordigheid van mr. N.J. Westerhuis, griffier,
en is uitgesproken op 20 november 2024.