ECLI:NL:RBOBR:2024:5476
Rechtbank Oost-Brabant
- Wraking
- J.A. van Voorthuizen
- J.O.Y. Elagab
- A.H.J.J. van de Weterring
- M.F.M.T. Franke
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter wegens vermeende partijdigheid
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 23 april 2024 een verzoek tot wraking afgewezen. Verzoeker had de wraking ingediend tegen mr. J.A. van Voorthuizen, de rechter die zijn zaak behandelde. Het wrakingsverzoek volgde op een verzoek tot aanhouding van de zitting, dat door de rechter was gehonoreerd. Verzoeker was niet verschenen vanwege medische redenen en had zijn wrakingsverzoek aanvankelijk ingetrokken, maar later opnieuw ingediend na ontvangst van het proces-verbaal van de zitting. In zijn wrakingsverzoek stelde verzoeker dat de rechter partijdig was en dat er sprake was van manipulatie van de rechtszaak. De rechter reageerde hierop door te stellen dat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid en dat hij niet corrupt was. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek kennelijk ongegrond was, omdat verzoeker geen bewijs had geleverd voor zijn beschuldigingen. De rechtbank benadrukte dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was voor een mondelinge behandeling van het verzoek, en wees het verzoek tot wraking af. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.