Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in het incident,
2.Het geschil in het incident en de beoordeling daarvan
exclusiefarbitragebeding zijn overeengekomen. Volgens Synflows zijn partijen dat niet overeengekomen.
ondubbelzinniggeschieden. Dat aan deze hoge drempel is voldaan, is de rechtbank niet gebleken.
kunnen. Het woord
kunnenopent op een bepaalde mogelijkheid (in dit geval: om te kiezen voor arbitrage), maar het woord
kunnensluit een andere keuze (zoals de civiele rechter) niet uit.
exclusiefarbitragebeding zijn overeengekomen, zodat er geen grond is voor de rechtbank om zich onbevoegd te verklaren.
3.De voortgang in de hoofdzaak
twee wekenvoor conclusie van antwoord. FV heeft immers al ruim meer dan de gebruikelijke zes weken vanaf de verschijning in de procedure (in casu: 24 juli 2024) de tijd gehad om een conclusie van antwoord in de hoofdzaak in te dienen. Bovendien is haar al een aanvullende aanhouding toegestaan en heeft zij die aanhouding niet gebruikt om de conclusie van antwoord (alsnog) in te dienen, maar om het onderhavige incident (zonder conclusie van antwoord) op te werpen. Dat in het procesreglement een termijn van zes weken staat voor conclusie van antwoord, zoals FV heeft gesteld, betekent nog niet dat er niet in dit geval van kan worden afgeweken, onder meer omdat artikel 1.21 van het procesreglement bepaalt dat indien omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven, van het procesreglement kan worden afgeweken.
4.De beslissing
woensdag 27 november 2024voor conclusie van antwoord,