Op 18 maart 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Oost-Brabant een verzoek tot wraking van de rechters mr. J.H.L.M. Snijders, mr. S.J.W. Hermans en mr. E.C.L. Pechaczek afgewezen. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun raadsman mr. I. Appel, stelden dat de rechters vooringenomen waren omdat zij een aanhoudingsverzoek hadden afgewezen, waardoor de verdediging niet in staat was om kennis te nemen van cruciale gegevens en stukken in hun strafzaak. De rechters gaven aan dat het afwijzen van het aanhoudingsverzoek een procesbeslissing was en dat de verzoekers de schijn van partijdigheid niet konden onderbouwen. De wrakingskamer oordeelde dat de vrees voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd was en dat de wrakingsgrond niet voldeed aan de hoge drempel die vereist is voor een succesvolle wraking. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.