ECLI:NL:RBOBR:2024:5456

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
24 oktober 2024
Publicatiedatum
13 november 2024
Zaaknummer
01.306282.23
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere bedreigingen, belediging en poging tot uitlokking van zware mishandeling met ontslag van rechtsvervolging en terbeschikkingstelling

Op 24 oktober 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere bedreigingen, belediging en poging tot uitlokking van zware mishandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 1992, zich schuldig heeft gemaakt aan bedreigingen gericht tegen verschillende slachtoffers, waarbij hij hen angst aanjoeg met gewelddadige en beledigende uitlatingen. De bedreigingen werden gedaan via sociale media en in persoonlijke communicatie. De rechtbank heeft de verdachte niet strafbaar verklaard, omdat hij volledig ontoerekenbaar werd geacht op basis van psychische stoornissen, waaronder een waanstoornis en een autismespectrumstoornis. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de verdachte ter beschikking te stellen met voorwaarden toegewezen, met de nadruk op de noodzaak van behandeling en toezicht om herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen. De maatregel is dadelijk uitvoerbaar verklaard, en de verdachte moet zich houden aan verschillende voorwaarden, waaronder het niet plegen van strafbare feiten en meewerken aan reclasseringstoezicht.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team Strafrecht
Parketnummer: 01.306282.23
Datum uitspraak: 24 oktober 2024
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1992 1] ,
thans gedetineerd te: P.I. Vught.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 14 februari 2024, 8 mei 2024, 2 augustus 2024 en 24 oktober 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 11 januari 2024.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 24 oktober 2024 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
T.a.v. feit 1:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode tussen 20 oktober 2023 tot en met 20 november 2023 te Velp en/of Nijmegen en/of Uden en/of 's-Hertogenbosch, althans in Nederland,
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (indirect) heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen:
- "Zij zit helemaal in het complot, om mij kapot te maken. Zij moet eerlijk zijn naar jou. Dat hoeft niet vanavond. Maar dat moest ik wel naar jou gaan zijn. Je hebt nu de kans om jou te wreken. Jij kan nu genade tonen. Iedereen gaat lijden en nog veel erger dan ik geleden heb. Mijn leven is toch al kapot. Als jij niet eerlijk bent, ga je met de rest mee. En ik spaar niemand",
- "Ik heb er over nagedacht en ik zou persoonlijk iemand niet meteen vermoorden, maar ik zou hem en zijn gehele vrienden en familiekring (uiteraard is dit een hypothese)zijn leven lang achtervolgen, martelen, angst aanjagen, fysiek letsel toebrengen en uiteindelijk als ze alle hoop op een normaalleven verloren hebben, op de meest pijnlijke manier denkbaar om het leven brengen.
Wat dacht je van levend villen?
Oja, nog 1 ding. Jullie hebben fotos, screenshots en wat nog meer. Doe maar jochie. Doe maar. Ik schaam me nergens voor en ben al helemaal nergens bang voor. Ik ga wel zitten mocht dat nodig zijn. Daarna is er nog tijd genoeg" en/of
- "Ik had haar ook van het balkon kunnen afkankeren vieze tyfushoer",

althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

T.a.v. feit 2:
hij op of omstreeks 26 oktober 2023 te Utrecht en/of Nijmegen en/of Uden, althans in Nederland,
[slachtoffer 3] (indirect) heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen:
- "Ik heb er over nagedacht en ik zou persoonlijk iemand niet meteen vermoorden, maar ik zou hem en zijn gehele vrienden en familiekring (uiteraard is dit een hypothese) zijn leven lang achtervolgen, martelen, angst aanjagen, fysiek letsel toebrengen en uiteindelijk als ze alle hoop op een normaal leven verloren hebben, op de meest pijnlijke manier denkbaar om het leven brengen. Wat dacht je van levend villen?
Oja, nog 1 ding. Jullie hebben fotos, screenshots en wat nog meer. Doe maar jochie. Doe maar. Ik schaam me nergens voor en en ben al helemaal nergens bang voor. Ik ga wel zitten mocht dat nodig zijn. Daarna is er nog tijd genoeg",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
T.a.v. feit 3:
hij op of omstreeks 26 oktober 2023 te Nijmegen en/of Velp en/of Uden, althans in Nederland,
[slachtoffer 4] (indirect) heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 4] dreigend de woorden toe te voegen:
- "Ik heb geleden en de rest gaat ook lijden. Ik ga wraak nemen op [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 4] "

en/of

- "Zeg [slachtoffer 4] , wat zou jij doen als hypothetisch gezien dit bij jou gedaan zou worden door iemand die je als vriend ziet en vertrouwd.
Ik heb er over nagedacht en ik zou persoonlijk iemand niet meteen vermoorden, maar ik zou hem en zijn gehele vrienden en familiekring (uiteraard is dit een hypothese) zijn leven lang achtervolgen, martelen, angst aanjagen, fysiek letsel toebrengen en uiteindelijk als ze alle hoop op een normaal leven verloren hebben, op de meest pijnlijke manier denkbaar om het leven brengen.
Wat dacht je van levend villen?
Oja, nog 1 ding. Jullie hebben fotos, screenshots en wat nog meer. Doe maar jochie. Doe maar. Ik schaam me nergens voor en en ben al helemaal nergens bang voor. Ik ga wel zitten mocht dat nodig zijn. Daarna is er nog tijd genoeg",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
T.a.v. feit 4 primair:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode 02 oktober 2023 tot en met 27 oktober 2023 te Nijmegen en/of Uden, althans in Nederland, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [slachtoffer 6] heeft aangerand
door tenlastelegging van een bepaald feit,
met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven,
door
- onder de naam " [alias verdachte] " een bericht op de LinkedIn profiel en/of tijdlijn van voornoemde [slachtoffer 6] te plaatsen met de volgende tekst: " [slachtoffer 6] is een pedofiel",
- onder de naam " [alias verdachte] " een bericht op de LinkedIn profiel en/of tijdlijn van de leidinggevende, familie en/of oud collega's van voornoemde [slachtoffer 6] te plaatsen met de volgende tekst: " [slachtoffer 6] is een pedofiel" en/of
- onder de naam " [alias verdachte] " een reactie te geven op de LinkedIn profiel van voornoemde [slachtoffer 6] op [naam] met de volgende tekst: " [naam] vindt pedofielen helden. Zeer aparte voorkeur heb jij";
T.a.v. feit 4 subsidiair:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode 02 oktober 2023 tot en met 27 oktober 2023 te Nijmegen en/of Uden, althans in Nederland,
opzettelijk
[slachtoffer 6] ,
in zijn/haar/hun tegenwoordigheid,
in het openbaar
mondeling, bij geschrift en/of bij afbeelding,
heeft beledigd,
door voornoemde [slachtoffer 6] (via een of meerdere berichten op de LinkedIn pagina en/of tijdlijn van die [slachtoffer 6] ) (indirect) de woorden toe te voegen: " [slachtoffer 6] is een pedofiel",
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
T.a.v. feit 5:
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2023 tot en met 30
september 2023 te Nijmegen, in ieder geval in Nederland, heeft gepoogd
om [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] , in ieder geval een ander, door
giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging en/of misleiding
en/of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen,
opzettelijk, te bewegen/uit te lokken een misdrijf te begaan, namelijk het
misdrijf van artikel 302 en/of 303 van het Wetboek van Strafrecht, te
weten zware mishandeling (met voorbedachte rade) van een of meer
personen, genaamd [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 4]
, [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] , [slachtoffer 12]
, [slachtoffer 13] , [slachtoffer 14] , [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 1] ,
door - al dan niet door tussenkomst van een of meer derden die [slachtoffer 7]
Hovestadt en/of [slachtoffer 8] te vragen om voornoemde personen in
elkaar te slaan en/of te laten slaan en/of, - die [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 7]
een geldbedrag van €1000,- te betalen en/of in het
vooruitzicht te stellen en/of - te benoemen op welke wijze de uitvoering
van voorgenoemd misdrijf (onder andere) moest worden uitgevoerd
(“Ook moet zn gezicht mega hard naar de tyfus zijn”) - (mogelijke)
adresgegevens ( [adres] eerste verdieping) en/of
verblijflocatie(s) (Nijmegen) van een van bovengenoemde personen te
delen en/of - te verzoeken om een foto te maken als het feit is gepleegd;
De formele voorvragen.

De geldigheid van de dagvaarding.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de dagvaarding nietig verklaard dient te worden voor wat betreft hetgeen verdachte onder feit 4 primair ten laste is gelegd, omdat dit ten laste gelegde feit innerlijk tegenstrijdig is. De tenlastelegging van een “bepaald feit” in de zin van artikel 261 Wetboek van Strafrecht moet een duidelijk te onderkennen concrete gedraging aanwijzen. De officier van justitie stelt dat daar geen sprake van is voor het onder feit 4 primair ten laste gelegde nu het “feit” dat onder dit feit is opgenomen niet het gedrag van de verdachte betreft, maar dat aan hem een eigenschap wordt toegedicht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging volgt het standpunt van de officier van justitie en concludeert eveneens dat de dagvaarding voor wat betreft hetgeen onder feit 4 primair ten laste is gelegd nietig verklaard dient te worden.
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat de dagvaarding nietig is voor wat betreft hetgeen onder feit 4 primair aan verdachte ten laste is gelegd. De rechtbank verklaart de dagvaarding ten aanzien van feit 4 primair nietig.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding voor de overige feiten geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De beoordeling van de ten laste gelegde feiten.

De bewijsmiddelen:
T.a.v. feit 1:
 Het proces-verbaal van aangifte, proces-verbaalnummer PL2100-2023246339-2 inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1] [pag. 10 t/m 17, dossiernummer PL2100-2023255516);
 De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 oktober 2024 afgelegd.
T.a.v. feit 2:
  • Het proces-verbaal van aangifte, proces-verbaalnummer PL0900-202332186-2 inhoudende de verklaring van [slachtoffer 3] [pag. 22 t/m 25, dossiernummer PL2100-2023255516];
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 oktober 2024 afgelegd.
T.a.v. feit 3:
  • Het proces-verbaal van aangifte, proces-verbaalnummer PL0600-2023497420-3 inhoudende de verklaring van [slachtoffer 4] [pag. 18 t/m 21, dossiernummer PL2100-2023255516];
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 oktober 2024 afgelegd.
T.a.v. feit 4 subsidiair:
  • Het proces-verbaal van aangifte, proces-verbaalnummer PL0600-2023514264-3 inhoudende de verklaring van [slachtoffer 6] [pag. 26 t/m 28, dossiernummer PL2100-2023255516];
  • Het proces-verbaal van ontvangst klacht door hulpofficier van justitie PL0600-2023514264-2 inhoudende de klacht van [slachtoffer 6] [pag. 30 t/m 31, dossiernummer PL2100-2023255516];
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 oktober 2024 afgelegd.
Op grond van de inhoud van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen is de rechtbank, evenals de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat hetgeen ten laste gelegd onder feit 1, feit 2, feit 3 en feit 4 subsidiair wettig en overtuigend bewezen is. Met uitzondering van hetgeen genoemd onder feit 1 onder de derde gedachtestreep, te weten de bedreiging met de woorden: "Ik had haar ook van het balkon kunnen afkankeren vieze tyfushoer" en hetgeen genoemd onder feit 3 onder de eerste gedachtestreep, te weten de bedreiging met de woorden: “Ik heb geleden en de rest gaat ook lijden. Ik ga wraak nemen op [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 4] ”. Een en ander zal hierna onder “De bewezenverklaring” nader worden omschreven.
Gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering zijn de hiervoor genoemde bewijsmiddelen niet uitgewerkt.
Ta.v. feit 5:
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het aan verdachte onder 5 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte de heren [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] dermate goed kent, dat hij zeker wist dat zij de zware mishandeling nooit gepleegd zouden hebben. De verdediging komt derhalve tot de conclusie dat er geen sprake is van het begaan van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Het oordeel van de rechtbank.
De bewijsmiddelen.
 Het proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaalnummer PL2100-2023246339-18, opgemaakt en afgesloten op 25 november 2023. Dit proces-verbaal houdt onder meer zakelijk weergegeven de verklaring van verbalisant [verbalisant] .
[pag. 75 t/m 77] In verband met het onderzoek naar diverse bedreigingen las ik, verbalisant [verbalisant] , de mobiele telefoon van [verdachte] . Ik, verbalisant, [verbalisant] ,omschrijf de berichten afkomstig van [slachtoffer 8] als " [slachtoffer 8] ". Ik omschrijf de berichten afkomstig van [verdachte] als " [verdachte] ":
13-09-2023 10:42:20 [slachtoffer 8]
"Als [slachtoffer 7] hem tegen komt gaat die hem zwz al paar persen geven"
13-09-2023 10:44:59 [slachtoffer 8]
"Vind ff uit waar die woont welke straat en nummer"
(…)
13-09-2023 11:05:40 [verdachte]
" [adres] op de eerste verdieping"
(...)
13-09-2023 11:07:28 [verdachte]
"Dit is zijn vriendin. Als ze die zien lopen weten ze helemaal zeker waar ze moeten zijn"
13-09-2023 11:43:47 [verdachte]
" [slachtoffer 4] zit ook nog in Nijmegen"
(...)
13-09-2023 16:29:34 [verdachte]
"1000,- euro he. Vraag [slachtoffer 7] is wanneer die m gaat pakken"
13-09-2023 16:32:40 [slachtoffer 8]
"Jaa [slachtoffer 7] zei ik ga me ogen ophouden er zit daar een super markt kan niet anders dat hij daar ook komt
13-09-2023 16:32:52 [slachtoffer 8]
"Hij zei als ik hem zie geef ik hem wel paar goeie klappen en maak ik foto"
(...)
13-09-2023 17:05:37 [verdachte]
"Oke goeie. vooral die foto is belangrijk. Ook moet zn gezicht mega hard naar de tyfus zijn"
13-09-2023 17:05:33 [verdachte]
"Dan kom ik hem hoogstpersoonlijk die 1000 in het handje drukken"
 Het proces-verbaal van verhoor verdachte, proces-verbaalnummer PL2100-2023246339-22, opgemaakt en afgesloten op 18 januari 2024. Dit proces-verbaal houdt onder meer zakelijk weergegeven de verklaring van [verdachte] .
[pag. 80 t/m 81]
O: Bericht op 13-09-2023 16:29 uur "1000 euro he. Vraag [slachtoffer 7] is wanneer die m gaat pakken"
V: Wat was je met die 1000 euro van plan?
A: Dat was een betaling om een van die jongens in elkaar te laten slaan.
V: Met wie bedoel jij een van die jongens?
A: [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] , [slachtoffer 16] , [slachtoffer 13] , [slachtoffer 14] , [slachtoffer 15] , [slachtoffer 1] .
V: Wat bedoelde je met 'Vraag [slachtoffer 7] is wanneer die m gaat pakken?
A: Ik wilde weten wanneer die tot actie kon overgaan.
V: Wat hield die actie in?
A: Het in elkaar slaan van die mensen die ik net noemde.
O: 13-09-2023 16:32:52 [slachtoffer 8] "Hij zei als ik hem zie geef ik hem wel paar goeie klappen en maak ik foto". 13-09-2023 17:05:37 [verdachte] "Oke goeie. vooral die foto is belangrijk. Ook moet zn gezicht mega hard naar de tyfus zijn, dan kom ik hem hoogstpersoonlijk die 1000 in het handje drukken"
V: Wat wil je hier over verklaren?
A: Dat was een bericht omdat ik wilde dat [slachtoffer 7] hen wat aan zou doen. [slachtoffer 7] zou een van hen klappen gaan geven en daarvoor zou hij die 1000 euro krijg in principe. Ik wilde foto`s zien als bewijs.
Voor zover de rechtbank niet op de ter terechtzitting aangevoerde verweren heeft gerespondeerd, heeft de rechtbank die verweren als bewijsverweren aangemerkt. Die verweren vinden hun weerlegging in de inhoud van de bewijsmiddelen. Er zijn geen feiten en omstandigheden aangevoerd die de rechtbank doen twijfelen aan de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de bewijsmiddelen.

De bewezenverklaring.

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
t.a.v. feit 1:
op een of meerdere tijdstippen in de periode tussen 20 oktober 2023 tot en met 26 oktober 2023 in Nederland, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] (indirect) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen:
- "Zij zit helemaal in het complot, om mij kapot te maken. Zij moet eerlijk zijn naar
jou. Dat hoeft niet vanavond. Maar dat moest ik wel naar jou gaan zijn. Je hebt nu
de kans om jou te wreken. Jij kan nu genade tonen. Iedereen gaat lijden en nog veel
erger dan ik geleden heb. Mijn leven is toch al kapot. Als jij niet eerlijk bent, ga je
met de rest mee. En ik spaar niemand",
- "Ik heb er over nagedacht en ik zou persoonlijk iemand niet meteen vermoorden,
maar ik zou hem en zijn gehele vrienden en familiekring (uiteraard is dit een
hypothese)zijn leven lang achtervolgen, martelen, angst aanjagen, fysiek letsel
toebrengen en uiteindelijk als ze alle hoop op een normaalleven verloren hebben,
op de meest pijnlijke manier denkbaar om het leven brengen.
Wat dacht je van levend villen?
Oja, nog 1 ding. Jullie hebben fotos, screenshots en wat nog meer. Doe maar jochie.
Doe maar. Ik schaam me nergens voor en ben al helemaal nergens bang voor. Ik ga
wel zitten mocht dat nodig zijn. Daarna is er nog tijd genoeg"
t.a.v. feit 2:
op 26 oktober 2023 in Nederland, [slachtoffer 3] (indirect) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door die [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen:
- "Ik heb er over nagedacht en ik zou persoonlijk iemand niet meteen vermoorden, maar ik zou hem en zijn gehele vrienden en familiekring (uiteraard is dit een hypothese) zijn leven lang achtervolgen, martelen, angst aanjagen, fysiek letsel toebrengen en uiteindelijk als ze alle hoop op een normaal leven verloren hebben, op de meest pijnlijke manier denkbaar om het leven brengen. Wat dacht je van levend villen?

Oja, nog 1 ding. Jullie hebben fotos, screenshots en wat nog meer. Doe maar jochie. Doe maar. Ik schaam me nergens voor en en ben al helemaal nergens bang voor. Ik ga wel zitten mocht dat nodig zijn. Daarna is er nog tijd genoeg"

T.a.v. feit 3:
op 26 oktober 2023 in Nederland, [slachtoffer 4] (indirect) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door die [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen:
- "Zeg [slachtoffer 4] , wat zou jij doen als hypothetisch gezien dit bij jou gedaan zou worden door iemand die je als vriend ziet en vertrouwd.
Ik heb er over nagedacht en ik zou persoonlijk iemand niet meteen vermoorden, maar ik zou hem en zijn gehele vrienden en familiekring (uiteraard is dit een hypothese) zijn leven lang achtervolgen, martelen, angst aanjagen, fysiek letsel toebrengen en uiteindelijk als ze alle hoop op een normaal leven verloren hebben, op de meest pijnlijke manier denkbaar om het leven brengen.
Wat dacht je van levend villen?
Oja, nog 1 ding. Jullie hebben fotos, screenshots en wat nog meer. Doe maar jochie. Doe maar. Ik schaam me nergens voor en en ben al helemaal nergens bang voor. Ik ga wel zitten mocht dat nodig zijn. Daarna is er nog tijd genoeg"
t.a.v feit 4 subsidiair:
in de periode 02 oktober 2023 tot en met 27 oktober 2023 in Nederland, opzettelijk [slachtoffer 6] , in zijn tegenwoordigheid, in het openbaar bij geschrift, heeft beledigd, door voornoemde [slachtoffer 6] (via een of meerdere berichten op de LinkedIn pagina en/of tijdlijn van die [slachtoffer 6] ) (indirect) de woorden toe te voegen: " [slachtoffer 6] is een pedofiel",
T.a.v feit 5:
in de periode van 1 september 2023 tot en met 30 september 2023 in Nederland, heeft gepoogd om [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] , door giften, beloften en het verschaffen van inlichtingen, opzettelijk, te bewegen/uit te lokken een misdrijf te begaan, namelijk het
misdrijf van artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht, te weten zware mishandeling van personen, genaamd [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] , [slachtoffer 16] , [slachtoffer 13] , [slachtoffer 14] , [slachtoffer 15] en [slachtoffer 1] , door
- al dan niet door tussenkomst van een of meer derden die [slachtoffer 8] te vragen om voornoemde personen in elkaar te slaan en/of te laten slaan en,
- die [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] een geldbedrag van €1000,- in het vooruitzicht te stellen en
- te benoemen op welke wijze de uitvoering van voorgenoemd misdrijf (onder andere) moest worden uitgevoerd (“Ook moet zn gezicht mega hard naar de tyfus zijn”)
- (mogelijke) adresgegevens ( [adres] eerste verdieping) en verblijflocatie(s) (Nijmegen) van een van bovengenoemde personen te delen en
- te verzoeken om een foto te maken als het feit is gepleegd;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de ten laste gelegde feiten niet aan verdachte toe te rekenen zijn en verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. De officier van justitie sluit zich daarbij aan bij de pro Justitia rapportages van psychiater prof. dr. D.J. Vinkers d.d. 21 juli 2024 en GZ-psychologen B.D. van der Wende en R.J.A. van Helvoirt d.d. 17 juli 2024.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging verzoekt de rechtbank de conclusies uit de pro Justitia rapportages van psychiater prof. dr. D.J. Vinkers en GZ-psychologen B.D. van der Wende en R.J.A. van Helvoirt over te nemen en verdachte het ten laste gelegde niet toe te rekenen en hem te ontslaan van alle rechtsvervolging.
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat het bewezenverklaarde niet aan verdachte toe te rekenen is. De rechtbank heeft daarbij acht geslagen op de inhoud van de pro Justitia rapportages van psychiater prof. dr. D.J. Vinkers d.d. 21 juli 2024 en GZ-psychologen B.D. van der Wende en R.J.A. van Helvoirt d.d. 17 juli 2024.
Uit deze rapportages blijkt - onder meer - dat bij verdachte sprake is van een waanstoornis van het achtervolgingstype, een autismespectrumstoornis en een stoornis in cannabisgebruik (licht). Deze stoornissen waren aanwezig ten tijde van de bewezenverklaarde feiten. Met name de waanstoornis heeft de gedragskeuzes van verdachte ten tijde van de bewezenverklaarde feiten beïnvloed. Door de achtervolgingswaan en een autismespectrumstoornis is de realiteitstoetsing van verdachte ernstig aangetast. Verdachte kon daardoor ten tijde van de tenlastegelegde feiten niet meer op een adequate en rationele manier zijn gedrag reguleren. Bovendien heeft verdachte, mede door zijn autismespectrumstoornis, moeite met agressieregulatie en empathie. De rapporteurs adviseren de ten laste gelegde feiten in het geheel niet aan verdachte toe te rekenen.
De rechtbank heeft geen reden om aan de conclusies van de deskundigen te twijfelen en neemt deze over. De bewezenverklaarde feiten kunnen verdachte wegens een psychische stoornis geheel niet worden toegerekend. Verdachte wordt dan ook ontslagen van alle rechtsvervolging.

Oplegging van maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt opgelegd zoals deze door de reclassering in haar rapportage van 9 september 2024 is geadviseerd. Voorts vordert de officier van justitie de dadelijk uitvoerbaarheid van deze maatregel. Daarnaast vordert de officier van justitie oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel. Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging verzoekt primair om het advies uit de pro Justitia rapportage van 17 juli 2024 te volgen en over te gaan tot het afgeven van een zorgmachtiging. Subsidiair verzoekt de verdediging oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden met de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel zoals deze ook door de officier van justitie is gevorderd. Daarnaast stelt de verdediging zich op het standpunt dat geen gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel moet worden opgelegd, omdat verdachte het perspectief geboden moet worden om na zijn behandeling zonder hulpverlening verder te gaan.
Het oordeel van de rechtbank.
Nu de bewezenverklaarde feiten niet aan verdachte worden toegerekend, ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld welke afdoening in de zin van een maatregel passend en geboden is en het meest recht doet aan de ernst van de feiten en de persoon van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de bedreiging van meerdere personen. Daarmee heeft verdachte de slachtoffers angst aangejaagd en zij hebben zich onveilig gevoeld. Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan de belediging van een persoon. De bedreigingen en de belediging zijn niet enkel privé geuit, maar ook op sociale media. Hierdoor hebben meerdere derden hiervan kennis kunnen nemen. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij zich op deze wijze heeft geuit over (de vermeende daden van) de slachtoffers. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een poging tot uitlokking van zware mishandeling van meerdere personen. Verdachte had voor ogen deze personen ernstig letsel toe te laten brengen. Daarbij heeft verdachte geen oog gehad voor de gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers en hun omgeving. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De persoon van verdachte.
Op 17 juli 2024 hebben de GZ-psychologen B.D. van der Wende en R.J.A. van Helvoirt een pro Justitia rapportage omtrent verdachte uitgebracht. De conclusie en het advies luidt:
Het risico op herhaling van soortgelijke feiten als waar hij momenteel van wordt verdacht, wordt als hoog ingeschat (ondersteund door het taxatie-instrument HCR20v3). De verwachting is dat betrokkene moeite zal hebben zijn wraakgevoelens los te laten door de waanstoornis. Daarbij is het voor betrokkene gebruikelijk en gerechtvaardigd om met bedreigingen te reageren wanneer hem in zijn beleving onrecht wordt aangedaan. Zolang betrokkene de overtuiging blijft houden dat hij slachtoffer is van een omvangrijk complot, is het risico dat hij de personen die onderdeel uitmaken van deze samenzwering blijft bedreigen hoog. (…) Andere factoren die bijdragen tot een verhoogd risico van herhaling van bedreiging is het ontbreken van ziekte-inzicht bij betrokkene, het in het verleden afwijzen van een reclasseringstoezicht en het op eigen initiatief afbreken van behandelingen. Daarnaast hebben eerdere psychologische behandelingen gericht op het terugdringen van de woede van betrokkene onvoldoende effect gehad. Als laatste is er een beperkte mate van mogelijkheden betrokkene te beïnvloeden door zijn stoornis in het autistisch spectrum.
(…)
Er bestaat een direct, als in causaal verband tussen de huidige ten laste gelegde feiten en de vastgestelde waanstoornis bij betrokkene. Vanuit het oogpunt van het verlagen van het risico op herhaling is het nodig dat de waanstoornis adequaat behandeld wordt. Hoewel complete verandering van het waanachtig gedachtegoed doorgaans niet haalbaar is, kan er met medicamenteuze interventies, maar ook psychologische behandeling worden gewerkt aan de afname van de intensiteit van de waan en het aanleren van andere handelingswijzen in reactie op de waan, waarmee het risico op recidive afdoende kan worden teruggedrongen. De behandeling moet zich tevens richten op het stoppen van het cannabisgebruik. Dit vanwege de negatieve invloed die dit gebruik heeft op het waanachtig denken. Bovenstaande interventies kunnen naar mening van ondergetekenden met voldoende waarborg geboden worden binnen het kader van de zorgmachtiging. In deze overweging is meegenomen dat het risico tot het overgaan op fysiek gewelddadig gedrag door betrokkene als laag wordt ingeschat. De zorgmachtiging is in de ogen van ondergetekenden gerechtvaardigd omdat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die lijdt tot ernstig nadeel van anderen. Daarbij is de mogelijkheid tot dwangbehandeling zinvol omdat betrokkene op dit moment zegt mee te willen werken aan de behandeling, echter heeft hij in het verleden vrijwillige behandelingen en het eerder opgelegde reclasseringstoezicht op eigen initiatief gestopt. De voorgestelde behandeling kan ambulant vormgegeven worden. Voordeel van het ambulant vormgeven is dat er geen verdere maatschappelijke teloorgang ontstaat voor betrokkene en hij zijn werk kan hervatten, wat eveneens een bijdrage kan leveren in het terugdringen van het recidiverisico. Mocht vorenstaande naar mening van het hof onvoldoende garanties bieden, dan kan de maatregel van een terbeschikkingstelling als juridisch kader worden overwogen. De bovenbeschreven behandelinterventies kunnen vorm gegeven worden binnen het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Op 21 juli 2024 heeft de psychiater prof. dr. D.J. Vinkers d.d. 21 juli 2024 een pro Justitia rapportage omtrent verdachte uitgebracht. De conclusie en het advies luidt:
Uit het gestructureerde risico prognose instrument HKT-R, de SAPROF en de klinische inschatting blijkt dat betrokkene een hoog risico op recidive van gewelddadig of grensoverschrijdend gedrag heeft.
(…)
Geadviseerd wordt om betrokkene een behandeling op te leggen in een gedwongen kader. Voor een zorgmachtiging is geen indicatie. Deze maatregel duurt te kort en is te weinig gericht op de preventie van recidive. Bovendien accepteert betrokkene thans ook in een vrijwillig kader behandeling. Het is waarschijnlijk lastig om het gebruik van (antipsychotische) medicatie met een zorgmachtiging op te leggen omdat er geen sprake is van een acuut dreigend gevaar.
(…)
Hoewel betrokkene niet vaak met justitie in aanraking is gekomen, is een behandelkader nodig om recidive en gevaar voor betrokkene en voor anderen te voorkomen. Er is nog steeds sprake van een waanstoornis, hoewel dit nu minder op de voorgrond staat en betrokkene inmiddels bereid is om zich aan voorwaarden te houden. Geadviseerd wordt om betrokkene een TBS maatregel met voorwaarden op te leggen met een klinische start. Een (lange) klinische opname is weinig zinvol en kan ook weerstand oproepen bij betrokkene.
Op 9 september 2024 heeft de reclassering een advies omtrent verdachte uitbracht. Dit advies luidt onder meer als volgt:
Indien de rechtbank een tbs-maatregel overweegt, adviseert de reclassering positief over tbs met voorwaarden met de onderstaande voorwaarden. Betrokkene heeft zich bereid verklaard tot medewerking aan deze voorwaarden en de reclassering kan het toezicht hierop uitoefenen.
  • Geen strafbaar feit plegen
  • Meewerken aan reclasseringstoezicht
  • Niet naar het buitenland
  • Opname in een zorginstelling
  • Ambulante behandeling
  • Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
  • Meewerken aan time-out
  • Drugsverbod
  • Alcoholverbod
  • Contactverbod
De rechtbank neemt de bovenstaande conclusies en adviezen over, met dien verstande dat de rechtbank, samen met de psychiater, van oordeel is dat een behandeling in het kader van een zorgmachtiging te kortdurend is en onvoldoende gericht is op het voorkomen van recidive (welk risico als hoog wordt ingeschat zonder een behandeling). De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling noodzakelijk maakt.
De rechtbank overweegt voorts dat is voldaan aan de formele voorwaarden om de tbs-maatregel op te leggen. Een aantal hierna te kwalificeren feiten betreffen misdrijven
waarop naar wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld dan wel misdrijven die zijn genoemd in artikel 37a lid 1 onder 2 Wetboek van Strafrecht.
Verder merkt de rechtbank op dat het bewezenverklaarde onder feit 5 een misdrijf betreft dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de maatregel kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank verdachte een terbeschikkingstelling met voorwaarden opleggen.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zonder behandeling en begeleiding opnieuw een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zal de rechtbank, gelet op artikel 38, zesde lid, Wetboek van Strafrecht, bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Voor oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel in aanvulling op de maatregel die met alle bijkomende voorwaarden al wordt opgelegd, ziet de rechtbank geen aanleiding.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
37a, 38, 38a, 46a, 47, 57, 266, 285, 302 Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
t.a.v. feit 4 primair:
verklaart de dagvaarding voor dit ten laste gelegde feit nietig;
verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
t.a.v. feit 1:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
t.a.v feit 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
t.a.v. feit 3:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
t.a.v, feit 4 subsidiair:
eenvoudige belediging
t.a.v. feit 5:
uitlokking van poging tot zware mishandeling
Verklaart verdachte niet strafbaar en
ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging.
Legt op de volgende maatregel:
t.a.v. feit 1, feit 2, feit 3, feit 4 subsidiair, feit 5:
Een terbeschikkingstelling met voorwaarden.
En stelt als voorwaarden:
Geen strafbaar feit plegen
Terbeschikkinggestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.
Meewerken aan reclasseringstoezicht
Terbeschikkinggestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
  • Terbeschikkinggestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
  • Terbeschikkinggestelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van terbeschikkinggestelde vast te stellen.
  • Terbeschikkinggestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om terbeschikkinggestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
  • Terbeschikkinggestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
  • Terbeschikkinggestelde werkt mee aan huisbezoeken.
  • Terbeschikkinggestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
  • Terbeschikkinggestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
  • Terbeschikkinggestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met terbeschikkinggestelde, als dat van belang is voor het toezicht.
Niet naar het buitenland
Terbeschikkinggestelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering.
Opname in een zorginstelling
Terbeschikkinggestelde laat zich opnemen bij FPA Coornhert van Reinier van Arkel in Vught of een soortgelijke zorginstelling (FPK/FPA), te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start aansluitend aan detentie en duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de
zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt terbeschikkinggestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
Ambulante behandeling
Terbeschikkinggestelde laat zich behandelen door een forensische ambulante zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start aansluitend aan de klinische opname en duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Indien de reclassering dit nodig acht, verblijft terbeschikkinggestelde in een nader te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend aan de klinische opname en duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
Meewerken aan time-out
Als de reclassering dat nodig vindt en terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan terbeschikkinggestelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.
Drugsverbod
Terbeschikkinggestelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak terbeschikkinggestelde wordt gecontroleerd.
Alcoholverbod
Terbeschikkinggestelde gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak terbeschikkinggestelde wordt gecontroleerd.
Contactverbod
Terbeschikkinggestelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de navolgende personen:
  • [slachtoffer 6] , geboren [1992 2] ;
  • [slachtoffer 4] , geboren [1992 2] ;
  • [slachtoffer 3] , geboren [1995] ;
  • [slachtoffer 1] , geboren [1992 2] ;
  • [slachtoffer 2] , geboren [1992 2] ;
zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
geeft de reclassering opdracht terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Het bevel tot opheffing van de voorlopige hechtenis is bij aparte beslissing d.d. 25 oktober 2024 geminuteerd en aangehecht aan dit vonnis.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. S.J.H. van de Kant, voorzitter,
mr. A.H.J.J. van de Wetering en mr. S.H. Schepers, leden,
in tegenwoordigheid van mr. J. Beex, griffier,
en is uitgesproken op 24 oktober 2024