Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
kaliber 9 x 19 mm (goed 2229463, SIN AAQS2020NL)
(goed 2229460, SIN AAQS2016NL) en/of
(goed 2229461, SIN AAQS2017NL) en/of
(goed 2229462, SIN AAQS2015NL) en/of
De formele voorvragen.
Bewijs.
kennis van een verkeersongeval op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de
Nieuwkuikseweg, Helvoirt, binnen de gemeente Vught.
Ter controle op de naleving van de bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 gestelde
voorschriften werd een onderzoek ingesteld.
Daaruit bleek, dat een persoon als bestuurder van een voertuig personenauto,
Volkswagen Taigo, Nederland, [kentekennummer] , bij dat verkeersongeval betrokken was.
bestuurder gevorderd mee te werken aan een voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht
(voorlopig ademonderzoek), alsmede de aanwijzingen die ik in dat kader heb gegeven,
op te volgen.
lucht, wat mij, [verbalisant 3] , bleek uit: verdachte blies tot drie
maal toe naast de blaaspijp en weigerde deze in zijn mond te nemen.
bestuurder gevorderd mee te werken aan een speekseltest
,alsmede de aanwijzingen die
ik in dat kader heb gegeven, op te volgen.
[verbalisant 3] , bleek uit: verdachte riep na de vordering tot medewerking aan het
onderzoek van speeksel meermaals dat hij hier niet aan mee zou werken.
uiterlijk: overmatig transpireren, wijd opengesperde ogen,
ogen: waterige/wazig ogen,
pupilgrootte: verkleinde pupil,
motoriek: moeizaam uit auto komen, onvast ter been, onrustig gedrag/bewegingsdrang
spraak: onsamenhangende taal, woordenvloed
gedrag: opgewonden, euforisch, agressief, snel geïrriteerd, te zelfverzekerd
drank, tevens onder invloed van een stof als bedoeld in artikel 8 lid 1 of 5
Wegenverkeerswet 1994 verkeerde.
De verdachte gaf geen gevolg aan dit bevel. Dit bleek uit: zie afzonderlijk opgemaakt
proces-verbaal van bevindingen onder registratienummer 2024157502-24.
te worden in het [ziekenhuis] waar verdacht voor onderzoek was opgenomen.
Wij verbalisten hoorde dat de verdachte het volgende tegen ons zei. "Ik heb gedronken, hier in beken het. Verder is geen onderzoek nodig, dit is goed zo. Dit is wel het minste probleem".
Naar aanleiding van deze uitspraken, werden nogmaals de consequenties uitgelegd en werd zijn medewerking op zaterdag 20 juli 2024, omstreeks 22:30 uur gevorderd. Echter
hoorden wij dat de verdachte zei dat hij ons niet begreep en dat wij het maar over twee uur nogmaals zouden moeten vragen.
Het was voor ons verbalisanten duidelijk dat de verdachte niet overging tot de gevraagde medewerking.
Nadere overweging met betrekking tot feit 3.
de rechtbank begrijpt: ik) beken het. Verder is geen onderzoek nodig, dit is goed zo. Dit is wel het minste probleem". Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van het gedrag en de uitlatingen van verdachte niet worden geconcludeerd dat verdachte op dat moment in een dusdanig verwarde toestand verkeerde dat hij niet kon begrijpen wat hem werd gevraagd. Verdachte heeft immers op het moment dat hem het bevel werd gegeven, adequaat en passend bij hetgeen van hem werd verlangd, gereageerd door te bekennen dat hij alcohol had gebruikt. Bovendien lijkt de opmerking van verdachte “Dit is wel het minste probleem” er op te duiden dat verdachte zich goed bewust was van de ernst van de situatie waarin hij verkeerde nu hij was aangehouden in verband met wapenbezit. De rechtbank betrekt bij de beoordeling tevens de omstandigheid dat verdachte vanaf het eerste moment van contact met de politie consequent heeft geweigerd mee te werken. Verdachte weigerde zijn naam te geven, ging ondanks dat de verbalisanten dit tegen probeerden te houden terug naar de auto, weigerde zijn medewerking aan een speekseltest en frustreerde de blaastest door driemaal naast de blaaspijp te blazen en te weigeren deze in zijn mond te nemen. Hierbij werd door verdachte gezegd dat hij nergens aan mee ging werken en dat hij schijt aan de politie had. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte in diezelfde lijn ook bewust en met opzet geweigerd mee te werken aan het bloedonderzoek. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte heeft geweigerd mee te werken aan een bevel om zich te onderwerpen aan een bloedonderzoek als bedoeld in artikel 163 lid 6 WVW.
De bewezenverklaring.
kaliber 9 x 19 mm (goed 2229463, SIN AAQS2020NL),
(goed 2229460, SIN AAQS2016NL) en
(goed 2229461, SIN AAQS2017NL) en
(goed 2229462, SIN AAQS2015NL) en
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
- een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar met aftrek,
- een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden.