Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 1 november 2024 in de zaak tussen
[naam] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres,
Rechtbank Oost-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, wordt het beroep van [naam] B.V. tegen de intrekking van een verleende subsidie en de terugvordering van voorschotten behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiseres als rechtspersoon heeft opgehouden te bestaan. Dit oordeel is gebaseerd op de ontbinding van de vennootschap op 9 december 2020, waarbij geen baten meer aanwezig waren. De rechtbank stelt vast dat de vereffenaar en de bewaarder van de boeken en bescheiden geen persoonlijk belang hebben bij het instellen van beroep, aangezien er geen potentiële baat meer bestaat. De rechtbank verwijst naar relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, die de voorwaarden voor het voortbestaan van een rechtspersoon na ontbinding beschrijven. De rechtbank concludeert dat eiseres niet heeft verzocht om heropening van de vereffening, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. De uitspraak is gedaan op 1 november 2024.