ECLI:NL:RBOBR:2024:5116

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
29 oktober 2024
Zaaknummer
71.222994.24
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewoontebezit van kinderporno en bezit van dierenporno

Op 30 oktober 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het gewoonte maken van bezit van kinderporno en het bezit van dierenporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 24 oktober 2020 tot en met 9 juli 2024 in Eindhoven meermalen afbeeldingen en gegevensdragers met seksuele gedragingen heeft verworven en in bezit heeft gehad, waarbij personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt betrokken waren. De verdachte heeft ook visuele weergaven van seksuele handelingen waarbij een mens en een dier betrokken waren in bezit gehad. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de proeftijd op 10 jaar te stellen niet gevolgd. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de recidive van de verdachte en de psychische problematiek van de verdachte in haar overwegingen meegenomen. De verdachte heeft blijk gegeven van berouw en heeft meegewerkt aan het onderzoek. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf verbonden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team Strafrecht
Parketnummer: 71.222994.24
Datum uitspraak: 30 oktober 2024
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [1971] ,
wonende te [adres] ,
thans gedetineerd te: P.I. Nieuwegein.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 16 oktober 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 27 september 2024.
De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 16 oktober 2024 gewijzigd. Met inachtneming van de deze wijziging is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 24 oktober 2020 tot en met 9 juli 2024 te Eindhoven, althans in Nederland,meermalen, althans eenmaal,
(in de periode van 24 oktober 2020 tot en met 30 juni 2024, artikel 240b Wetboek van Strafrecht)
afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen,waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken of schijnbaar was betrokkenheeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
en/of
(in de periode van 1 juli 2024 tot en met 9 juli 2024, artikel 252 Wetboek van Strafrecht)
een of meer visuele weergaven van seksuele aard en/of met onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt was betrokken of schijnbaar was betrokkenheeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe de toegang heeft verschaft
te weten
- een Samsung SM-A405FN (Galaxy A40) Telefoon, goednummer OBRBD23021_822930 waarop te zien is dat:
die persoon oraal, vaginaal en/of anaal wordt gepenetreerd met een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong en/of voorwerp
en/of
een ander persoon vaginaal wordt gepenetreerd met een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong door die persoon
en/of
het eigen lichaam vaginaal wordt gepenetreerd met een vinger/hand en/of voorwerp door die persoon
(afbeeldingen nrs. #01, #02, #09 en #10 in de toonmap, p. RLS-120 t/m RLS-121 einddossier en bijlage II bij het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal, p. RLS-125 t/m + RLS-127 einddossier)
en/of
het geslachtsdeel en/of billen van die persoon met een penis en/of vinger/hand en/of voorwerp en/of mond/tong wordt/worden aangeraakt en/of het geslachtsdeel en/of billen van een ander kind/persoon met een vinger/hand en/of mond/tong wordt/worden aangeraakt door die persoon
en/of
die persoon het eigen geslachtsdeel en/of de eigen borsten met een vinger/hand en/of voorwerp aanraakt(afbeeldingen nrs. #03, #04 en #10 in de toonmap, p. RLS-120 t/m 121 einddossier en bijlage II bij het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal, p. RLS-125 t/m + RLS-127 einddossier)
en/of
die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij - die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of gekleed is en/of in een omgeving en/of met voorwerpen en/of in een (erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past
en/of
die persoon zich in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of
- door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die persoon en/of de uitsnede van de foto’s nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld worden gebracht
en/of
het gebruik van geweld (bondage) bij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt(afbeeldingen nrs. #05, #06, #07, #09 en #10 in de toonmap, p. RLS-120 t/m RLS-121 en bijlage II bij het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal,p. RLS-125 t/m + RLS-127 einddossier)
en/of
dat bij/op het gezicht en/of het lichaam van die persoon wordt gemasturbeerd
en/of
bij/op het gezicht en/of het lichaam van die persoon sperma wordt gespoten
en/of
bij/naast het gezicht en/of het lichaam van die persoon een (stijve) penis wordt gehouden en/of waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is(afbeelding nrs. #03, #08 en #10 in de toonmap, p. RLS-120 t/m RLS-121 einddossier en bijlage II bij het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal, p. RLS-125 t/m + RLS-127 einddossier)
en/of
het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van die persoon wordt gelikt en/of aangeraakt door een dier(afbeelding nr. #05 in de toonmap, p. RLS-120 einddossier en bijlage II bij het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal, p. RLS-125 t/m + RLS-127 einddossier)
terwijl van het begaan van dit feit een beroep of gewoonte werd gemaakt;
2.hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 24 oktober 2020 tot en met 9 juli 2024 te Eindhoven, althans in Nederland,meermalen, althans eenmaal,
(in de periode van 24 oktober 2020 tot en met 30 juni 2024, artikel 254a Wetboek van Strafrecht)
(telkens) afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s, en/of een gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten- een Samsung SM-A405FN (Galaxy A40) Telefoon, goednummer OBRBD23021_822930in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen ontuchtige handelingen zichtbaar zijn, waarbij een mens en een dier betrokken zijn of schijnbaar zijn betrokken,
en/of
(in de periode van 1 juli 2024 tot en met 9 juli 2024, artikel 254c Wetboek van Strafrecht)
een visuele weergave van een seksuele handeling, waarbij een mens en een dier waren betrokken of schijnbaar waren betrokken,in bezit heeft gehad, te weten
- een foto waarop te zien dat de geslachtsdelen en/of billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt worden gelikt door een dier(afbeelding nr. #05 in de toonmap, p. RLS-120 einddossier en bijlage II bij het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal, p. RLS-125 t/m + RLS-127 einddossier)
en/of
- foto’s waarop te zien dat de geslachtsdelen en/of anus van een persoon worden gelikt door een dier(afbeelding nr. #11 in de toonmap, p. RLS-121 einddossier)
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewijsvraag.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank tot een bewezenverklaring zal komen van beide ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft zich ten aanzien van feit 1 op het standpunt gesteld dat dit ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, met uitzondering van de bepaling in de tenlastelegging die ziet op een afbeelding handelingen van of met een dier zijn te zien, omdat verdachte geen opzet heeft gehad op het bezit of het verwerven van deze foto. Verder heeft de verdediging ten aanzien van feit 1 bepleit dat verdachte in de periode december 2023 tot en met mei 2024 geen kinderporno heeft bekeken en gedownload, dus dat dit deel van de ten laste gelegde periode van de bewezenverklaring moet worden uitgezonderd.
Ten aanzien van feit 2 heeft de verdediging vrijspraak bepleit, omdat verdachte deze afbeeldingen niet bewust zou hebben gedownload en dus geen opzet heeft gehad op het bezit van de afbeeldingen.
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank zal hieronder uiteenzetten welke delen van de ten laste gelegde feiten zij bewezen acht. Omwille van de leesbaarheid van de overwegingen wordt, voor wat betreft de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen, verwezen naar de uitwerking daarvan. Deze is gevoegd als bijlage A bij dit vonnis.
Ten aanzien van feit 1.
Op grond van de verklaring van verdachte en het onderzoek aan zijn telefoon acht de rechtbank het gewoonte maken van het verwerven, bezit en zich toegang verschaffen tot kinderporno door verdachte wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de bepaling in de tenlastelegging die ziet op een afbeelding waarop te zien zou zijn dat het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een minderjarige wordt/worden gelikt en/of aangeraakt door een dier het volgende. In het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal (240b/252 Sr) is geverbaliseerd dat op de visuele weergave te zien is dat een hond het geslachtsdeel van de minderjarige ‘leek te likken’. De rechtbank oordeelt dat deze omschrijving niet overeenkomt met de tekst in de tenlastelegging, waarin staat opgenomen dat de minderjarige ‘wordt gelikt en/of aangeraakt’ door een dier en komt dus niet tot een bewezenverklaring van dit deel van de tenlastelegging. De rechtbank zal verdachte dan ook voor dit deel van de tenlastelegging vrijspreken.
Door de verdediging is aangevoerd dat de periode december 2023 tot en met mei 2024 van de bewezenverklaring dient te worden uitgesloten, omdat verdachte in deze periode geen kinderporno zou hebben bekeken en gedownload. De rechtbank oordeelt dat uit de verklaring van verdachte ter terechtzitting en de bewijsmiddelen in het procesdossier volgt dat verdachte gedurende de gehele ten laste gelegde periode kinderporno in zijn bezit heeft gehad en zal de periode december 2023 tot en met mei 2024 dus niet van de bewezenverklaring uitsluiten.
Ten aanzien van feit 2.
Ter terechtzitting is door verdachte verklaart dat hij de afbeeldingen met dierenporno op zijn telefoon voorbij heeft zien komen. Het verweer van de verdediging dat verdachte geen opzet had op het bezit van deze afbeeldingen, kan naar het oordeel van de rechtbank om deze reden niet slagen. Verdachte heeft de foto’s geraadpleegd en op zijn telefoon laten staan en daarmee aldus opzet gehad op het aanwezig hebben van de foto’s. Dat hij niet gericht naar dierenporno op zoek is geweest maakt dat niet anders.
Ten aanzien van de bepaling in de tenlastelegging die ziet op een visuele weergave waarop te zien zou zijn dat het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een minderjarige wordt/worden gelikt en/of aangeraakt door een dier overweegt de rechtbank ook in dit geval dat de beschrijving van de afbeelding in het proces-verbaal niet overeenkomt met de tekst van de tenlastelegging. De rechtbank zal verdachte voor dit deel van de tenlastelegging vrijspreken.
De rechtbank overweegt dat op basis van het procesdossier niet kan worden vastgesteld vanaf wanneer de visuele weergaven met dierenporno in bezit waren bij verdachte. Om deze reden komt de rechtbank enkel tot een bewezenverklaring van het bezit van visuele weergaven met dierenpornografisch materiaal op 9 juli 2024, de datum van aanhouding van verdachte.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierna in de bewijsbijlage uitgewerkte bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien met wat hiervoor is overwogen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte:
(1.)
in de periode van 24 oktober 2020 tot en met 30 juni 2024 te Eindhoven
afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen,waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken of schijnbaar was betrokkenheeft verworven, in bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
en/of
in de periode van 1 juli 2024 tot en met 9 juli 2024 te Eindhoven
een of meer visuele weergaven van seksuele aard en/of met onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt was betrokken of schijnbaar was betrokkenheeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe de toegang heeft verschaft
te weten
een Samsung SM-A405FN (Galaxy A40) Telefoon, goednummer OBRBD23021_822930 waarop te zien is dat:
die persoon oraal, vaginaal en/of anaal wordt gepenetreerd met een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong en/of voorwerp
en
een ander persoon vaginaal wordt gepenetreerd met een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong door die persoon
en
het eigen lichaam vaginaal wordt gepenetreerd met een vinger/hand en/of voorwerp door die persoon
(afbeeldingen nrs. #01, #02, #09 en #10 in de toonmap, p. RLS-120 t/m RLS-121 einddossier en bijlage II bij het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal, p. RLS-125 t/m + RLS-127 einddossier)
en
het geslachtsdeel en/of billen van die persoon met een penis en/of vinger/hand en/of voorwerp en/of mond/tong wordt/worden aangeraakt en/of het geslachtsdeel en/of billen van een ander kind/persoon met een vinger/hand en/of mond/tong wordt/worden aangeraakt door die persoon
en
die persoon het eigen geslachtsdeel en/of de eigen borsten met een vinger/hand en/of voorwerp aanraakt(afbeeldingen nrs. #03, #04 en #10 in de toonmap, p. RLS-120 t/m 121 einddossier en bijlage II bij het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal, p. RLS-125 t/m + RLS-127 einddossier)
en
die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of gekleed is en/of in een omgeving en/of met voorwerpen en/of in een (erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past
en
die persoon zich in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en
door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die persoon en/of de uitsnede van de foto’s nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld worden gebracht
en
het gebruik van geweld (bondage) bij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt(afbeeldingen nrs. #05, #06, #07, #09 en #10 in de toonmap, p. RLS-120 t/m RLS-121 en bijlage II bij het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal,p. RLS-125 t/m + RLS-127 einddossier)
en
dat bij/op het gezicht en/of het lichaam van die persoon wordt gemasturbeerd
en
bij/op het gezicht en/of het lichaam van die persoon sperma wordt gespoten
en
bij/naast het gezicht en/of het lichaam van die persoon een (stijve) penis wordt gehouden en/of waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is(afbeelding nrs. #03, #08 en #10 in de toonmap, p. RLS-120 t/m RLS-121 einddossier en bijlage II bij het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal, p. RLS-125 t/m + RLS-127 einddossier)
terwijl van het begaan van dit feit een gewoonte werd gemaakt;
(2.)op 9 juli 2024 te Eindhoven
visuele weergaven van een seksuele handeling, waarbij een mens en een dier waren betrokken of schijnbaar waren betrokken,in bezit heeft gehad, te weten
foto’s waarop te zien dat de geslachtsdelen en/of anus van een persoon worden gelikt door een dier(afbeelding nr. #11 in de toonmap, p. RLS-121 einddossier).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
De oplegging van straf.
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden op te leggen, waarvan 6 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 10 jaren. De officier van justitie heeft gevorderd om hierbij de bijzondere voorwaarden op te leggen zoals door de reclassering in haar adviesrapport van 15 oktober 2024 zijn geadviseerd en verzocht om ten aanzien van de bijzondere voorwaarden te bepalen dat deze minimaal gedurende de eerste 2 jaar van de proeftijd gelden en daarna voor zo lang de reclassering dat nodig acht.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft verzocht om aansluiting te zoeken bij de richtlijn voor strafoplegging van vóór de inwerkingtreding van de Wet seksuele misdrijven op 1 juli 2024, die een taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf van zes maanden inhouden. Ten aanzien van de op te leggen gevangenisstraf is bepleit om verdachte geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan voor de duur die verdachte ten tijde van de uitspraak reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Verdachte heeft zich bereid verklaard om zich aan alle door de reclassering in haar adviesrapport voorgestelde bijzondere voorwaarden te houden.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het gewoonte maken van bezit, verwerven en toegang verschaffen tot kinderporno en het bezit van dierenporno.
Voor de productie van kinderporno worden kinderen ernstig seksueel misbruikt en uitgebuit. De betrokken kinderen lopen vaak psychische schade op die gedurende lange tijd en niet zelden de rest van hun leven diepe sporen nalaat. Daarnaast is het erg moeilijk om eenmaal online geplaatste films en foto’s van het internet te laten verwijderen, waardoor deze kinderen hier ook op volwassen leeftijd nog mee geconfronteerd kunnen worden. Door het bezit van kinderporno wordt de productie ervan gestimuleerd en dus in stand gehouden.
Hiermee heeft verdachte indirect een bijdrage geleverd aan deze uiterst verwerpelijke praktijken. Ook door het bezit van dierenporno heeft verdachte bijgedragen aan de stiumlering en het in stand laten van praktijken die misbruik van dieren inhouden.
Persoon van verdachte
De rechtbank houdt bij de bepaling van de strafmaat in het nadeel van verdachte rekening met de omstandigheid dat uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij eerder voor een soortgelijk feit werd veroordeeld. Verdachte heeft in 2006 reeds een straf opgelegd gekregen voor onder meer het bezit van kinderporno.
In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte er blijk van heeft gegeven dat hij de ernst van het door hem indirect aan de slachtoffers aangedane leed inziet en oprecht berouw heeft getoond. Verder heeft de verdachte de door hem gepleegde strafbare feiten in een vroeg stadium van het onderzoek toegegeven en ook verder zijn volledige medewerkerking aan dat onderzoek verleend.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een door klinisch psycholoog drs. F.M. Vuister uitgebracht psychologisch rapport omtrent de geestvermogens van verdachte van 7 september 2024. Hieruit volgt dat bij verdachte sprake is van een verstandelijke ontwikkelingsstoornis, een pedofiele stoornis en een stoornis in het gebruik van alcohol. Deze psychiatrische stoornissen waren ook ten tijde van het tenlastegelegde aanwezig en hebben de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte in deze periode beïnvloed. De psycholoog adviseert het tenlastegelegde bij een bewezenverklaring deels en dus – naar de rechtbank begrijpt - in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
De rechtbank neemt de conclusie van de GZ-psycholoog over de mate van toerekening over en weegt dit mee bij het bepalen van de strafmaat.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het rapport van de reclassering van 15 oktober 2024. Uit dit rapport volgt dat de reclassering heeft geadviseerd een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan als bijzondere voorwaarden gekoppeld (kort gezegd) een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), begeleid wonen of maatschappelijke opvang, dagbesteding, meewerken aan middelencontrole, vermijden van contact met minderjarigen en vermijden van kinderporno.
Straf
Bij haar beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf. De rechtbank overweegt dat de oriëntatiepunten een richtsnoer vormen bij het bepalen van de op te leggen straf, waarbij het de rechter vrijstaat om van deze oriëntatiepunten af te wijken.
Genoemde oriëntatiepunten nemen voor het gewoonte maken van het bezit van kinderporno een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één jaar als uitgangspunt. Recidive heeft hierbij als strafvermeerderend te gelden.
De rechtbank stelt vast dat voor het bezit van dierenporno geen oriëntatiepunten bestaan.
De raadsvrouw van verdachte heeft verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest op te leggen. Gezien de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten ziet de rechtbank in de persoonlijke omstandigheden van verdachte geen aanleiding hiermee te volstaan.
Door de officier van justitie is verzocht om aan een op te leggen voorwaardelijk strafdeel een proeftijd van 10 jaren te koppelen en ten aanzien van de op te leggen bijzondere voorwaarden op te nemen dat deze minimaal gedurende de eerste 2 jaar van de proeftijd gelden en daarna voor zo lang de reclassering dat nodig acht. De rechtbank acht de geëiste proeftijd te vergaand. Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende uitgelegd waarom een proeftijd voor deze duur noodzakelijk is en waarom en hoe de regie over de bijzondere voorwaarden voor een duur van 8 jaar zonder tussentijdse rechterlijke toetsing bij de reclassering kan liggen.
Verder zal de rechtbank een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt en dat de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte in de strafmaat dient te worden meegewogen.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van het voorarrest. De rechtbank ziet in de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte aanleiding om 9 maanden van deze gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen, met een proeftijd van 3 jaren en daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering in haar adviesrapport van 15 oktober 2024 zijn geadviseerd en hierna in het dictum zullen worden verwoord.
De toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 240b (oud), 252, 254 en 254c van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
- verklaart het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
feit 1:
een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt (oud)
en/of
een visuele weergave van seksuele aard of met een onmiskenbare seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt was betrokken of schijnbaar was betrokken verwerven, in bezit hebben en/of zich daartoe de toegang verschaffen, terwijl van dit feit een beroep of gewoonte wordt gemaakt
feit 2:
een visuele weergave van een seksuele handeling waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken in bezit hebben, meermalen gepleegd
De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straf:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht
waarvan 9 maanden voorwaardelijken een proeftijd van 3 jaren.
Voorwaarde is dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarden:
Meldplicht bij reclassering.
Veroordeelde meldt zich binnen 48 uur na ontslag uit de Penitentiaire Inrichting bij reclassering Nederland, Polluxstraat 114 te Eindhoven, tel. 088-8041504. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
Ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname).
Veroordeelde laat zich behandelen door GGzE De Woenselse Poort of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk na ontslag uit de Penitentiaire Inrichting. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
Bij toenemende risico's op een terugval in delictgedrag kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling of stabilisatie. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal veroordeelde zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt.
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang.
Veroordeelde verblijft bij het forensische begeleid wonen van de Woenselse Poort of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering.
Het verblijf start zo spoedig mogelijk na ontslag uit de Penitentiaire Inrichting en bij beschikbaarheid van een bed. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
Dagbesteding.
Veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur.
Meewerken aan middelencontrole.
Veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
Vermijden contact met minderjarigen.
Veroordeelde zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt veroordeelde ervoor dat een wilsbekwame volwassene hierbij aanwezig is.
Vermijden kinderporno.
Veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
Veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd.
Veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle.
De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van betrokkene. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
De rechtbank geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit nodig acht, daaronder begrepen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.A. Waals, voorzitter,
mr. C.A. Mandemakers en E.L. Traag, leden,
in tegenwoordigheid van mr. J.M. van Noord, griffier,
en is uitgesproken op 30 oktober 2024.
Bijlage A – de bewijsmiddelen

Feit 1


De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 oktober 2024 afgelegd.

Een proces-verbaal van de politie-eenheid Landelijke Opsporing en Interventies, met registratienummer OBRBD23021-34 (STINGRAY), afgesloten op 3 oktober 2024, in totaal 143 doorgenummerde bladzijden, onder meer inhoudende:
  • het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal (240b/252 Sr), proces-verbaalnummer OBRBD23021-39, opgemaakt en afgesloten door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] op 2 oktober 2024, p. 117-123;
  • bijlage II bij het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal (240b/252 Sr), proces-verbaalnummer OBRBD23021-39, inhoudende ‘De collectiescan aangetroffen kinderpornografisch materiaal’, p. 125-127, met uitzondering van het deel dat ziet op het likken van geslachtsdelen/billen/borsten door een dier van een minderjarige.
De rechtbank volstaat gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering ten aanzien van feit 1 met een opsomming van de bewijsmiddelen.

Feit 2


De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 oktober 2024 afgelegd.
Ik heb de pornografische afbeeldingen waarbij dieren betrokken waren op mijn telefoon voorbij zien komen. Ik bekeek de afbeeldingen op mijn telefoon in mijn woning in Eindhoven.

Een proces-verbaal van de politie-eenheid Landelijke Opsporing en Interventies, met registratienummer OBRBD23021-34 (STINGRAY), afgesloten op 3 oktober 2024, in totaal 143 doorgenummerde bladzijden, onder meer inhoudende:
het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch beeldmateriaal (240b/252 Sr), proces-verbaalnummer OBRBD23021-39, opgemaakt en afgesloten op 2 oktober 2024, p. 117-118, 121. Dit proces-verbaal houdt onder meer zakelijk weergegeven in de navolgende verklaring van [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
In het opsporingsonderzoek contra de verdachte [verdachte] vond op 9 juli 2024 een doorzoeking ter inbeslagneming plaats in de woning van verdachte te Eindhoven. De telefoon Samsung SM-A405FN Galaxy A40 (UVN-nummer OBRBD23021_822930) werd in beslag genomen.
Bij het bekijken van de visuele weergaven op de telefoon troffen wij 3 visuele weergaven (foto’s) met dierenpornografisch beeldmateriaal aan waarbij een hond de vagina/anus van een volwassen vrouw likte (#11).