Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De kern van de zaak en de uitkomst
2.De procedure
- de mondelinge behandeling die plaats vond op 24 januari 2024
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnota van de Provincie.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak gaat het om een kort geding dat is aangespannen door [eiseres] V.O.F. tegen de Provincie Noord-Brabant. De kern van het geschil betreft de inschrijfprocedure voor de verpachting van landbouwpercelen voor het jaar 2024, waarbij een digitale storing heeft plaatsgevonden. Op 6 oktober 2023, de sluitingsdatum voor inschrijvingen, ondervond [eiseres] problemen met het digitale inschrijfsysteem, waardoor zij niet in staat was om haar inschrijving tijdig af te ronden. Ondanks dat de Provincie op de hoogte was van deze problemen, bood zij slechts een beperkte oplossing aan, waardoor [eiseres] niet in staat was om mee te dingen naar de pacht van meerdere percelen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Provincie niet adequaat had gehandeld en dat de geboden oplossing in strijd was met het gelijkheidsbeginsel. De rechter verbood de Provincie om uitvoering te geven aan de pachtovereenkomsten die voortvloeiden uit de gunningslijst van 15 november 2023 en gelastte een nieuwe inschrijvingsprocedure, zodat alle geïnteresseerden een gelijke kans kregen om zich opnieuw in te schrijven. De Provincie werd ook veroordeeld tot betaling van proceskosten en dwangsommen.