Uitspraak
DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT,
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) op 20 september 2024 aan de rechtbank kenbaar gemaakt dat zij haar verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst intrekt en dat zij voornemens is een nieuw verzoek in te dienen. TU/e heeft aangeboden de proceskosten van de verweerder te vergoeden, maar de verweerder heeft zich verzet tegen deze intrekking en verzocht om veroordeling in de werkelijke proceskosten, die hij op € 54.568,12 inclusief btw heeft gesteld. De verweerder stelde dat de intrekking van het verzoek door TU/e misbruik van recht was, omdat dit de mogelijkheid om een eerlijk proces te voeren zou belemmeren.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat een verzoekschrift kan worden ingetrokken zolang daarop niet is beslist. Er zijn geen bijzondere omstandigheden die de intrekking als misbruik van recht kunnen kwalificeren. De kantonrechter heeft geoordeeld dat TU/e in beginsel vrij is om haar verzoek in te trekken en dat de verweerder niet in zijn procesbelangen wordt geschaad door deze intrekking. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat de mondelinge behandeling die gepland stond op 25 november 2024 geen doorgang vindt, omdat TU/e het verzoek heeft ingetrokken.
Wat betreft de proceskosten heeft de kantonrechter geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de werkelijke proceskosten, omdat er geen sprake is van misbruik van procesrecht. Echter, de kantonrechter heeft wel aanleiding gezien om af te wijken van het liquidatietarief en TU/e te veroordelen tot vergoeding van een deel van de advocaatkosten van de verweerder, omdat TU/e door de intrekking van het verzoek nodeloos kosten heeft veroorzaakt. De totale proceskosten zijn vastgesteld op € 20.135,00, inclusief advocaatkosten en nakosten, en TU/e is veroordeeld tot betaling hiervan binnen veertien dagen na aanschrijving.