In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, is op 9 oktober 2024 een vonnis uitgesproken in de zaak van de curatoren van Accessio Beheer B.V. tegen verschillende gedaagden. De curatoren, vertegenwoordigd door mr. O.B.J. Poorthuis en mr. P.R. Dekker, hebben hun vorderingen ingetrokken, waardoor de rechtbank alleen nog diende te beslissen over de proceskosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de curatoren als de in het ongelijk gestelde partij moeten worden aangemerkt, omdat hun vorderingen niet zijn toegewezen. De rechtbank heeft de curatoren veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die zijn begroot op € 1.775,00, inclusief griffierecht, salaris advocaat en nakosten. De curatoren hebben verzocht om een kostenveroordeling van de gedaagden, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat de curatoren zelf verantwoordelijk zijn voor de intrekking van hun vorderingen en de daarmee samenhangende kosten. De rechtbank heeft ook de wettelijke rente over de proceskosten toegewezen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.