Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
feit 1). Door de verbalisant belast met het opnemen van de aangifte werd een zwarte (naar later bleek: Huawei) telefoon die in de woning lag in beslag genomen nadat hij hierop een WhatsAppbericht met een foto van een vuurwapen had gezien. Op 11 april 2024 werd de Huawei mobiele telefoon handmatig uitgekeken. De inhoud van enkele WhatsApp gesprekken gaf aanleiding de woning van verdachte te doorzoeken op grond van de Wet Wapens en Munitie (hierna: WWM). Tijdens de doorzoeking werden onder andere, in een kluis in de schuur bij de woning, drie vuurwapens aangetroffen
(feit 3). In het politieonderzoek dat volgde werden voornoemde Huawei telefoon en een bij de fouillering van verdachte aangetroffen Samsung telefoon uitgelezen. Op beide telefoons werden meerdere WhatsAppgesprekken over (vuur)wapens en vele foto’s van (vuur)wapens aangetroffen die erop duidden dat verdachte zich mogelijk bezig hield met de handel in wapens (
feit 2).
Verdachte zelf heeft verklaard dat de door hem bedoelde transacties zagen op historische/antieke danwel onklaar gemaakt wapens.
De rechtbank ziet dan ook onvoldoende aanknopingspunten in het dossier op grond waarvan kan worden vastgesteld dat verdachte vuurwapens van de categorieën II en III heeft overgedragen.
De woning werd bewoond door verdachte [verdachte] en [slachtoffer] en hun beider kind van 1 jaar.
Drie handvuurwapens waarvan twee handvuurwapens in een lederen holster in plastic verpakt. Het derde vuurwapen lag los in de kluis.
Een kennisgeving van inbeslagneming, p. 17-22, voor zover inhoudende:
A: Die heb ik daar in gelegd nadat ik ze uit de doos had gehaald.