18.1.Omdat het beroep van verzoekster ongegrond is, is er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Verzoekster krijgt daarom het griffierecht als bedoeld in artikel 8:81 van de Awb niet terug. Voor een vergoeding van proceskosten aan verzoekster bestaat geen aanleiding. Omdat het beroep van verzoekers [naam] en [naam] gegrond is en de voorzieningenrechter zelf een beslissing neemt, is er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Omdat hun beroep gegrond is, moet het college aan verzoekers [naam] en [naam] het griffierecht vergoeden. Zij krijgen ook een vergoeding van hun proceskosten. Het college moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgen verzoekers een vast bedrag per proceshandeling. Verzoekers [naam] en [naam] hebben in bezwaar niet gevraagd om vergoeding van de proceskosten. Zij hebben een beroepschrift ingediend, een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend en aan de zitting van de voorzieningenrechter deelgenomen. In beroep heeft elke proceshandeling een waarde van € 875,00. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 2.625,00.
Beslissing
- verklaart de verzoeken om voorlopige voorziening van verzoekers Maatschap [naam] en [naam] niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep van verzoekster ongegrond;
- wijst het verzoek van verzoekster af;
- verklaart het beroep van verzoekers [naam] en [naam] gegrond;
- wijst de verzoeken om voorlopige voorziening van verzoekers [naam] en [naam] af;
- verklaart het bezwaar van verzoekers [naam] en [naam] niet-ontvankelijk,
- vernietigt het bestreden besluit voor zover het college daarin verzoekers [naam] en [naam] ontvankelijk heeft verklaard en bepaalt dat deze uitspraak daarvoor in de plaats komt;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 365,00 en € 371,00 aan verzoekers [naam] en [naam] moet vergoeden;
- veroordeelt het college tot betaling van € 2.625,00 aan proceskosten aan verzoekers [naam] en [naam] .
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Kleijn Hesselink, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.F. Hooghuis, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 10 oktober 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
1. Het is verboden in het wild levende dieren van soorten, genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn, bijlage II bij het Verdrag van Bern of bijlage I bij het Verdrag van Bonn, in hun natuurlijk verspreidingsgebied opzettelijk te doden of te vangen.
2. Het is verboden dieren als bedoeld in het eerste lid opzettelijk te verstoren.
3. (…)
4. Het is verboden de voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren als bedoeld in het eerste lid te beschadigen of te vernielen.
5. (…)
1. Gedeputeerde staten kunnen ontheffing verlenen van een of meer van de verboden, bedoeld in de artikelen 3.5 en 3.6, tweede lid, ten aanzien van dieren of planten van daarbij aangewezen soorten, dan wel ten aanzien van de voortplantingsplaatsen, rustplaatsen of eieren van dieren van daarbij aangewezen soorten.
(…)
5. Een ontheffing of een vrijstelling wordt uitsluitend verleend, indien is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden: (…)
1. Onverminderd artikel 3.5, eerste, vierde en vijfde lid, is het verboden:
a. (…) in het wild levende zoogdieren (…) van de soorten, genoemd in de bijlage, onderdeel A, bij deze wet, opzettelijk te doden of te vangen;
b.de vaste voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren als bedoeld in onderdeel a opzettelijk te beschadigen of te vernielen, of
c. (…).
2. Artikel 3.8, met uitzondering van het derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op de verboden, bedoeld in het eerste lid, met dien verstande dat, in aanvulling op de redenen, genoemd in het vijfde lid, onderdeel b, de noodzaak voor de ontheffing of vrijstelling ook verband kan houden met handelingen:
(…)
Bijlage, behorende bij artikel 3.10 van de Wet natuurbescherming
Onderdeel A (behorende bij artikel 3.10, eerste lid, onderdeel a)
Zoogdieren
(…)
Das
(…)