Op 9 oktober 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot doodslag. De verdachte heeft op 20 mei 2024 in Nistelrode, gemeente Bernheze, het slachtoffer met een mes in de borst gestoken. De rechtbank heeft het beroep op putatief noodweer verworpen, omdat de verdachte niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij zich in een noodweersituatie bevond. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voorwaardelijk opzet had op de dood van het slachtoffer, aangezien het steken met een mes in de borst een aanmerkelijke kans op overlijden met zich meebrengt. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast werd een schadevergoeding aan het slachtoffer toegewezen van € 1.410,00, bestaande uit materiële en immateriële schade. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen en de verdachte veroordeeld in de proceskosten. De beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten, de omstandigheden van de zaak en de persoonlijke situatie van de verdachte.