Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vorderingen benadeelde partij.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .
- € 20.275,00 (studievertraging);
- € 559,00 (fiets);
- € 83,99 (kleding/schoenen);
- € 368,92 (eigen risico).
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
gevangenisstrafvoor de duur van
5 jarenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidvoor de duur van 2 jaren, inhoudende dat veroordeelde wordt bevolen:
Beveelt dat deze maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
wijstde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij
toeen veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 1] , van een bedrag van
5.500,00 euro, bestaande uit immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
legtaan de verdachte
opde verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 1] , van een bedrag van 5.500,00 euro en bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 62 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Voormeld bedrag bestaat uit immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
wijstde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk
toeen veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 5] , van een bedrag van
4.007,39 euro, bestaande uit 7,39 euro materiële schadevergoeding en 4.000,00 euro immateriële schadevergoeding. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
legtaan de verdachte
opde verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 5] , van een bedrag van 4.007,39 euro en bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 50 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Voormeld bedrag bestaat uit 7,39 euro materiële schadevergoeding en 4.000,00 euro immateriële schadevergoeding. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
wijstde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk
toeen veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 2] , van een bedrag van
4.791,87 euro, bestaande uit 791,87 euro materiële schadevergoeding en 4.000,00 euro immateriële schadevergoeding. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
legtaan de verdachte
opde verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 2] , van een bedrag van 4.791,87 euro en bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 57 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Voormeld bedrag bestaat uit 791,87 euro materiële schadevergoeding en 4.000,00 euro immateriële schadevergoeding. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
wijstde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk
toeen veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 3] , van een bedrag van 2.730,58 euro, bestaande uit 230,58 euro materiële schadevergoeding en 2.500,00 euro immateriële schadevergoeding. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
legtaan de verdachte
opde verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 3] , van een bedrag van 2.730,58 euro en bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 37 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Voormeld bedrag bestaat uit 230,58 euro materiële schadevergoeding en 2.500,00 euro immateriële schadevergoeding. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
wijstde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk
toeen veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 4] , van een bedrag van
2.613,56 euro, bestaande uit 113,56 euro materiële schadevergoeding en 2.500,00 euro immateriële schadevergoeding. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
legtaan de verdachte
opde verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 4] , van een bedrag van 2.613,56 euro en bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 36 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Voormeld bedrag bestaat uit 113,56 euro materiële schadevergoeding en 2.500,00 euro immateriële schadevergoeding. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.