5.1.Gelet op de in het projectplan beschreven inrichtingsmaatregel, namelijk het vervangen van een stuw, is sprake van het aanleggen of wijzigen van een waterstaatswerk. Op de vaststelling van het projectplan is dan ook de Chw van toepassing. Uit artikel 4.62, tweede lid, van de Invoeringswet Omgevingswet volgt dat ook de Chw op dit beroep van toepassing blijft. Steun voor deze opvatting kan worden gevonden in de memorie van toelichting bij de Invoeringswet Omgevinsgwet (zie Kamerstukken II 2017/18, 34986, nr. 3, blz. 449-450 en blz. 496-497).
6. Het waterschap heeft na vernietiging van een eerder projectplan voor het deelgebied Esperloop op 19 september 2023 een nieuw projectplan vastgesteld dat voorziet in het vervangen van een bestaande stuw in de Nieuwe loop waardoor het peil bovenstrooms van de stuw beter gereguleerd kan worden. Het projectplan heeft van 27 september 2023 tot en met 8 november 2023 ter inzage gelegen. Tot en met zes weken na de datum van publicatie kon beroep worden ingesteld tegen het projectplan. Eiser heeft percelen die grenzen aan de Esperloop.
7. Eiser voert aan dat in de publicatie van het projectplan Esperloop wordt verwezen naar het projectplan Groenesteeg en Pandelaarse Kampen en dat de bekendmaking niet voldoet aan de bepalingen van de Awb en beginselen van behoorlijk bestuur. Het is volgens eiser niet duidelijk waarop het project betrekking heeft omdat het waterschap heeft nagelaten de plaats te vermelden waar de maatregel wordt genomen. Om nog meer schade en risico voor eiser, zijn bedrijf de teelt-en teeltmogelijkheden te voorkomen, verzoekt eiser om het projectplan te schorsen totdat de bekendmaking correct is gedaan en de procedure regelconform doorlopen is.
8. Het dagelijks bestuur stelt zich op het standpunt dat in de publicatie met als kop “Projectplan Esperloop Vastgesteld” wordt verwezen naar het projectplan Groenesteeg en Pandelaarse Kampen, wat inderdaad een ander projectplan is. Het dagelijks bestuur betreurt het als dit tot verwarring bij eiser heeft geleid, maar anders dan eiser stelt zijn bij de bekendmaking van zowel het ontwerpprojectplan als het definitieve projectplan wel de juiste bijlagen gevoegd.
9. De voorzieningenrechter overweegt dat op grond van artikel 3:42 van de Awb de publicatie van een projectplan geschiedt op de in artikel 6 van de Bekendmakingswet vermelde wijze. Het dagelijks bestuur heeft de vaststelling van het projectplan gepubliceerd in het waterschapsblad van 27 september 2023. In de publicatie staat waar en hoe lang de stukken ter inzage liggen. Daarmee heeft dagelijks bestuur voldaan aan artikel 3:42 van de Awb en artikel 6 van de Bekendmakingswet. Dat in de kop van de publicatie het projectplan Esperloop wordt genoemd in het vervolg wordt verwezen naar het projectplan Groenesteeg en Pandelaarse Kampen kan niet, zoals eiser kennelijk meent, leiden tot een vernietiging van het projectplan, maar hooguit tot een verschoonbare termijnoverschrijding.
De voorzieningenrechter stelt echter vast dat eiser tijdig gemotiveerd beroep heeft ingesteld tegen het projectplan zodat hij door de wijze van publicatie niet in zijn belangen is geschaad.
10. Eiser voert verder aan dat hij vreest voor schade en risico’s voor zijn bedrijf en de teeltmogelijkheden daarvan. Ter zitting heeft eiser toegelicht dat hij nu reeds op zijn percelen geen schorseneren als wisselteelt meer kan telen maar alleen nog maar mais. Op een klein deel van zijn percelen heeft hij nog asperges maar daar is het perceel door alle reeds door het dagelijks bestuur getroffen maatregelen eigenlijk te nat voor. Eiser vreest dat door het plaatsen van de stuw en het eventueel overstromen daarvan meer en langduriger wateroverlast op zijn perceel zal krijgen.
11. Het dagelijks bestuur stelt dat eiser niet onderbouwt welke schade en risico de maatregel voor zijn teelt en teelmogelijkheden betekent. Zijn percelen liggen benedenstrooms en het vervangen van de huidige stuw door een klepstuw zal benedenstrooms geen gevolgen hebben op het grondwater en ook niet op het peil in de Esperloop. Door de uitvoering van het projectplan wordt eiser niet in zijn belangen geschaad. Voor het treffen van een voorlopige voorziening is volgens het dagelijks bestuur geen aanleiding omdat van onverwijlde spoed geen sprake is nu aanbesteding van het vervangen van de stuw nog niet heeft plaatsgevonden en niet hoeft te worden gevreesd voor onomkeerbare gevolgen.
12. De voorzieningenrechter overweegt dat in deze procedure alleen de vervanging van de stuw bovenstrooms van het perceel van eiser ten beoordeling voorligt. De stuw is bedoeld om bovenstrooms water vast te houden. Het dagelijks bestuur heeft gemotiveerd uiteen gezet dat de afname van watertoevoer tot de Esperloop beperkt zal zijn en dat behoudens calamiteiten het streefpeil van de Esperloop binnen een bandbreedte van 20 cm naar boven en beneden gehandhaafd blijft. Dat betekent dat bij het neerlaten van de stuw het waterpeil bij het perceel van eiser niet meer dan 20 cm zal stijgen, zoals ook zonder de stuw het geval is. Het dagelijks bestuur heeft tijdens zitting laten weten dat de stuw alleen door medewerkers van het dagelijks bestuur zal kunnen worden bediend.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding het dagelijks bestuur hierin niet te volgen. De voorzieningenrechter neemt daarbij in aanmerking dat eiser geen concrete aanknopingspunten heeft aangevoerd die aanleiding zijn om de beoordeling van de gevolgen van de stuw op de Esperloop niet te volgen.
13. Naast de stuw wijst eiser ook op de gevolgen van andere maatregelen in de omgeving van zijn perceel, maar die staan los van het projectplan en zijn al gerealiseerd en zijn daarom hier niet aan de orde.