ECLI:NL:RBOBR:2024:4515
Rechtbank Oost-Brabant
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot onderbewindstelling van goederen van betrokkene
In deze beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, uitgesproken op 23 september 2024, is een verzoek tot onderbewindstelling behandeld. Verzoekers zijn [verzoeker 1] en [verzoeker 2], waarbij verzoeker 1 optreedt namens de Nederlandse Provincie Karmelieten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoeker 1 niet ontvankelijk is in zijn verzoek, omdat de Nederlandse Provincie Karmelieten niet bevoegd is om de onderbewindstelling te verzoeken. Dit is gebaseerd op artikel 1:432 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, dat vereist dat de instelling waar de rechthebbende wordt verzorgd of begeleiding biedt, het verzoek indient. Aangezien dit niet het geval is, werd verzoeker 1 niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker 2, die een dochter is van een zus van betrokkene, is wel ontvankelijk in haar verzoek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene, als gevolg van haar lichamelijke of geestelijke toestand, tijdelijk of duurzaam niet in staat is haar vermogensrechtelijke belangen te behartigen. Daarom heeft de kantonrechter besloten om een bewind in te stellen over alle goederen van betrokkene en heeft hij [verzoeker 1] benoemd tot bewindvoerder. De beschikking zal worden ingeschreven in het Centraal Curatele- en bewindregister, zodat de financiële belangen van betrokkene gewaarborgd zijn. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. M.G.P.A. Burghoorn.