ECLI:NL:RBOBR:2024:4507

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
16 september 2024
Publicatiedatum
30 september 2024
Zaaknummer
01/839291-06
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege na ernstige psychische stoornissen en hoog recidiverisico

Op 16 september 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1965, die verblijft in de FPC Pompestichting te Vught. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar verlengd. De terbeschikkingstelling is eerder opgelegd vanwege ernstige misdrijven, waaronder doodslag en verkrachting, en is voor het laatst verlengd op 13 oktober 2022. De officier van justitie heeft op 8 augustus 2024 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op de openbare zitting van 16 september 2024 is behandeld. Tijdens deze zitting zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de psychische toestand van de terbeschikkinggestelde, die lijdt aan ernstige, complexe stoornissen, waaronder een antisociale persoonlijkheidsstoornis en psychopathie. De deskundigen hebben aangegeven dat er een hoog recidiverisico is en dat behandeling en resocialisatie momenteel niet realistisch zijn. De terbeschikkinggestelde heeft verklaard dat hij zich bewust is van zijn situatie en verwacht dat hij levenslang in een TBS-kliniek zal verblijven. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, en dat aan alle voorwaarden voor verlenging is voldaan.

De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar verlengd, waarbij de nadruk ligt op de veiligheid van de samenleving en het hoge recidiverisico van de terbeschikkinggestelde.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OOST-BRABANT

Parketnummer: [01.839291.06]
Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.839291.06
Uitspraakdatum: 16 september 2024

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1965] ,
verblijvende FPC Pompestichting (LFPZ Vught, Lunettenlaan 501 , 5263 NT Vught).

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 19 maart 2008 is terbeschikkinggestelde ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 13 oktober 2022 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 8 augustus 2024 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld op de openbare terechtzitting van de rechtbank van 16 september 2024. Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van drs. W.J.M. van Bergen, behandelcoördinator/klinisch psycholoog bij de FPC Pompestichting LFPZ Vught Unit 2a en mede ondertekend door mw. E.P.M.T. Brouns, directeur Patiëntenzorg, psychiater, plaatsvervangend hoofd van de inrichting waar de terbeschikkinggestelde verblijft, gedateerd 24 juni 2024;
  • het Pro Justitia rapport van de psychiater W.J. Canton, opgemaakt op 10 juni 2024;
  • het Pro Justitia rapport van de GZ-psycholoog S. Labrijn, opgemaakt op 23 juli 2024;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van doodslag, verkrachting meermalen gepleegd, opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het plaatsvervangend hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
Bij betrokkene is sprake van ernstige, complexe, op elkaar inwerkende en vrijwel niet beïnvloedbaar gebleken stoornissen. Diagnostisch worden een antisociale persoonlijkheidsstoornis, psychopathie, een stoornis in alcoholgebruik (in langdurige remissie in een gereguleerde omgeving) en een ongespecificeerde parafiele stoornis gesteld. Hoewel er weinig bekend is over de seksuele belevingswereld van betrokkene, zijn er voldoende aanwijzingen voor een gestoorde seksualiteitsbeleving. Er wordt gesproken van preoccupatie met seksualiteit gekoppeld aan macht en agressie. Deze dynamiek ligt mede ten grondslag aan de delictpleging. Alcoholgebruik speelt hierbij een luxerende rol. De antisociale persoonlijkheidsstoornis staat op de voorgrond, evenals de psychopathie. Opvallend daarbij zijn het egocentrisme, het charmerende en manipulerende gedrag, de gebrekkige gewetensfunctie, het instrumenteel gebruik maken van en voorbijgaan aan de gevoelens van anderen en een gebrek aan berouw. Betrokkene is bekend met pathologisch liegen en is in staat om op een berekende wijze toe te werken naar de doelen (op verschillende vlakken o.a. materieel, ruimtelijk of seksueel) die hij zichzelf voor ogen stelt. Betrokkene wordt hierbij niet gehinderd door een geweten, kan mensen instrumenteel inzetten en/of bespelen (zonder rekening te houden met hun behoeften en belangen) teneinde zijn behoeften te bevredigen.
Betrokkene heeft op basis van zijn geschiedenis een reputatie opgebouwd van extreem vluchtgevaarlijk persoon en uiteindelijk is de EVBG-status toegekend vanwege zijn extreme vluchtgevaarlijkheid en het hoge recidiverisico, hetgeen al meerdere jaren wordt onderbouwd door gestructureerde risicotaxaties (…). De neiging tot ontvluchten bij betrokkene lijkt een onbedwingbare behoefte te behelzen en het verleden laat zien dat hij berekenend, langdurig en buitengewoon inventief te werk kan gaan om een ontvluchting te plannen.
Terugkijkend naar het verleden is er telkens sprake van schijnaanpassing. Het lukt betrokkene zich langere tijd redelijkerwijs te voegen naar een beleid en/of risicomanagement. Op den duur maakt men de inschatting dat er tot vermindering van begeleidings- en beveiligingsintensiteit kan worden overgegaan. Volledig onverwacht en
onvoorzien komt het dan toch weer tot problematisch gedrag. Hoewel er deze periode sprake is geweest van een relatief stabiel en rustig functioneren en forse grensoverschrijdingen en daarmee gepaard gaande ernstige beheersproblemen achterwege zijn gebleven, is dit naar mening van het behandelteam enkel te danken aan het verblijf op de hoog beveiligde Zeer Intensieve Specialistische Zorg (ZlSZ)-afdeling die volledig op de pathologie, het vluchtgevaar en recidiverisico is afgestemd. Wegens de maatregel afzondering verblijft betrokkene doorgaans op kamer en is hij zeer beperkt in de gelegenheid tot (direct) contact met medepatiënten gezien hij immer door twee personen wordt begeleid als hij zich buiten zijn kamer begeeft. Voornamelijk wordt ingezet op het voorkomen van ruis rondom en manipulatie door betrokkene. Uiteraard staat het voorkomen van agressie ook centraal. Daarnaast is er bovenmatige aandacht voor signalen die (zouden kunnen) wijzen op (een voor- bereiding tot) ontvluchting. Het volledige risicomanagement is hierop gestoeld. Immer is er sprake van een stringent beleid wat vooral gericht is op de veiligheid; het voorkomen van een ontvluchting. Binnen de huidige
context is het risico op onttrekking/ontvluchting laag, maar intramuraal zonder afzondering en een strikt benaderings- en veiligheidsprotocol (zoals op een reguliere/niet-EVBG-afdeling), loopt het risico vanwege de onbetrouwbaarheid en de onpeilbaarheid van betrokkene op tot hoog.
Er is volgens de kliniek nog immer geen zicht op zijn daadwerkelijke belevingswereld, er lijkt voornamelijk sprake van aangepast gedrag. In het gevoerde beleid wordt elk stapje uitvoerig besproken en worden eventuele risico's afgewogen. Immer is er sprake van een stringent beleid wat vooral gericht is op de veiligheid; het voorkomen van een ontvluchting. Hiervoor zijn tal van openlijke maatregelen (dagelijkse kamercontrole, beperken van hoeveelheid spullen op zijn kamer, éénweg-schroeven, extra hek voor zijn raam, begeleiding door 2 medewerkers), maar ook meer onzichtbare maatregelen (bijvoorbeeld m.b.t. het controleren van zijn kamer op onregelmatigheden) genomen. Besproken is dat er niet direct een oplossing is voor bovenstaande dilemma. De pathologie is en gaat niet veranderen of behandeld kunnen worden. Er is geen sprake van probleembesef. Hiermee ook geen duidelijke indicatie om een zorgconferentie te organiseren.
Zoals het er nu voor staat gaat het vooral over veiligheid. Er worden op dit moment geen andere mogelijkheden gezien. Er kan geen risicobeleid worden gevoerd, aangezien bij een eventuele ontvluchting het recidiverisico hoog is.
Van belang wordt geacht om nadrukkelijk te blijven uitdragen, ook in aanvragen verlengingen maatregel afzondering, welke veiligheidsmaatregelen worden genomen. Daarmee is helder dat dit beleid elders niet kan worden gevoerd (denk aan locatie Zeeland).
In hun rapporten hebben de externe deskundigen de nog steeds aanwezige stoornissen van de terbeschikkinggestelde aan de orde gesteld en het herhalingsgevaar ingeschat; zij hebben beiden omtrent de wenselijkheid of noodzakelijkheid van een verlenging van de terbeschikkingstelling geadviseerd en volgens hen dient de verlenging twee jaar in te houden.
De terbeschikkinggestelde heeft kort en zakelijk weergegeven verklaard dat hij 22 uur op zijn kamer verblijft en dat het contact dat hij heeft alleen met het personeel is. Dat contact verloopt goed. Op zijn kamer puzzelt hij, kijkt hij televisie en speelt hij op een spelcomputer. De terbeschikkinggestelde heeft verder verklaard dat hij gerekend had op een verlengingsadvies van twee jaar en dat hij ervan uitgaat dat hij levenslang in een TBS-kliniek zal verblijven omdat hij weet dat het niet verantwoord is om hem vrij te laten.
De terbeschikkinggestelde spreekt ten slotte de hoop uit dat hij meer kwaliteit van leven zal krijgen, bijvoorbeeld door een keer te worden overgeplaatst naar Zeeland en meer vrijheden.
De deskundige, drs. W. van Bergen, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts verklaard dat de terbeschikkinggestelde nu een vogeltje op zijn kamer heeft; dit om de kwaliteit van zijn leven te verbeteren. Maar er zijn weinig veranderingen mogelijk omdat, wanneer de terbeschikkinggestelde niet kan aarden, hij wil vluchten. De wens om te worden overgeplaatst en meer vrijheden te krijgen is de kliniek bekend, maar dit dient telkens te worden getoetst door een daartoe ingestelde commissie.
De officier van justitie heeft aangevoerd dat de situatie van de terbeschikkinggestelde weinig is veranderd ten opzichte van twee jaar geleden. Er is nog steeds een hoog recidiverisico en de terbeschikkinggestelde is extreem vluchtgevaarlijk. Behandeling is niet reëel en resocialisatie ook niet. De officier van justitie is dan ook van mening dat aan de formele eisen voor een verlenging is voldaan.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd dat hij geen verweer zal voeren met betrekking tot het verlengingsadvies en de vordering van de officier van justitie.
Hij heeft verder aangevoerd dat zijn cliënt er op dit moment in berust dat een overplaatsing naar een andere kliniek en meer vrijheden op dit moment niet mogelijk zijn, maar zo nu en dan kaart de raadsman dit namens zijn cliënt wel aan bij de kliniek. Zo ook gaat hij wel eens in beklag tegen de strenge maatregelen waarmee hij in Vught te maken heeft.
Hoewel de rechtbank er niet over gaat, heeft de raadsman aandacht gevraagd voor de beklemmende situatie van de totale afzondering van zijn cliënt in Vught.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop gegeven toelichting door de deskundige en met de rapporten van de externe deskundigen.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Aan alle voorwaarden voor een verlenging wordt voldaan.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengtde terbeschikkingstelling
met verpleging van overheidswegevan [verdachte] met een termijn van
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. R. van den Munckhof, voorzitter,
mr. A.C. Palmboom en mr. S.H. van Dalen, leden,
in tegenwoordigheid van mr. H.J.G. van der Sluijs, griffier,
en is in het openbaar uitgesproken op 16 september 2024.