ECLI:NL:RBOBR:2024:445

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
2 januari 2024
Publicatiedatum
8 februari 2024
Zaaknummer
C/01/400007 JE RK 23-1754
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten plaatsing na spoedmachtiging en kindvriendelijke terugkoppeling aan de minderjarige

Op 2 januari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, mr. V.M. Smits, een beschikking gegeven in de zaak van [X], een minderjarige, over de machtiging voor gesloten jeugdhulp. Deze beschikking volgt op een eerdere spoedmachtiging van 22 december 2023, waarbij de kinderrechter heeft geoordeeld dat er ernstige zorgen zijn over het welzijn van [X]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [X] in toenemende mate zorgelijk gedrag vertoont, waaronder suïcide-uitingen en automutilatie. De kinderrechter heeft besloten dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om de veiligheid van [X] te waarborgen en om haar de benodigde hulp te bieden. De ouders van [X] zijn betrokken bij de procedure, waarbij de moeder haar zorgen over het gedrag van [X] heeft geuit. De kinderrechter heeft de machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 16 mei 2024. De kinderrechter heeft ook benadrukt dat het belangrijk is dat [X] het observatietraject bij [instelling C] doorloopt, zodat er een goed behandelplan kan worden opgesteld. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met een schriftelijke bevestiging op 10 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/400007 / JE RK 23-1754
Datum uitspraak: 2 januari 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT, statutair gevestigd in [plaats] , vestiging [plaats] ,
hierna te noemen de gecertificeerde instelling (GI),
over
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [X] ,
advocaat mr. P.Th. van Alkemade.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats] ,
[naam vader],
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats] , gemeente [gemeente] .
Deze beschikking volgt op de beschikking van 22 december 2023.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Bij voormelde beschikking heeft de kinderrechter ten aanzien van [X] een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp als bedoeld in artikel 6.1.3. van de Jeugdwet verleend voor de duur van vier weken, tot 19 januari 2024. De beslissing op het verzoek is voor het overige aangehouden tot de zitting van 2 januari 2024.
1.2.
Sinds de beschikking van 22 december 2023 heeft de kinderrechter aanvullend ontvangen:
  • een bericht van de GI van 27 december 2023 met als bijlage de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper van 23 december 2023;
  • een bericht van de GI van 28 december 2023 met het adres van [X] ;
  • een per e-mail verzonden bericht van de moeder van 28 december 2023;
  • een per e-mail verzonden bericht van mr. Van Alkemade van 29 december 2023.
1.3.
De zaak is mondeling met gesloten deuren behandeld op 2 januari 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • [X] met haar advocaat;
  • [naam] namens de GI;
  • de moeder.
De vader is goed opgeroepen. Hij is niet verschenen.

2.De feiten

2.1.
Het ouderlijk gezag over [X] wordt uitgeoefend door de ouders. [X] woont bij de moeder, maar was geplaatst bij [instelling A] (open groep). Zij is onlangs overgeplaatst naar de afdeling [naam afdeling] bij [instelling B] . Vandaar is zij op 27 december 2023 overgeplaatst naar [instelling C] , groep [naam groep] .
2.2.
Bij beschikking van 16 augustus 2018 is [X] onder toezicht gesteld. De ondertoezichtstelling is daarna steeds verlengd, voor het laatst bij beschikking van 18 april 2023 tot 16 mei 2024.
2.3.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 18 april 2023 ook de machtiging verleend tot uithuisplaatsing van [X] in een verblijf accommodatie van een zorgaanbieder 24-uurs tot 18 oktober 2023.
2.4.
Bij beschikking van 14 juli 2023 is een machtiging verleend tot uithuisplaatsing van [X] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder met ingang van 18 juli 2023 tot 16 mei 2024.

3.Het nog openstaande verzoek

3.1.
De vraag die voorligt is of de spoedmachtiging van 22 december 2023 op goede gronden is verleend.
Verder dient de kinderrechter te beslissen op het verzoek van de GI om aansluitend ten aanzien van [X] een machtiging voor gesloten jeugdhulp als bedoeld in artikel 6.1.2. van de Jeugdwet af te geven voor de duur van de ondertoezichtstelling, dus tot 16 mei 2024.

4.De standpunten (tijdens de mondelinge behandeling)

4.1.
[X] heeft, samen met haar advocaat, verteld dat het bij de [naam afdeling] fijner was dan bij [instelling C] , waar ze nu verblijft. [X] wil het liefst naar huis of anders naar een open groep. [X] weet niet of ze behandeling wil, al weet ze wel dat ze vanwege het feit dat ze geen behandeling wilde bij de [naam afdeling] weg moest. [X] mist haar familie, vooral haar oudere zus [naam zus] . Zij probeert via brieven contact te houden met [naam zus] . [X] gaat al langere tijd niet naar school. Eerder deed ze de Mavo. [X] heeft alle op haar zaak betrekking hebbende stukken goed gelezen.
4.2.
De GI handhaaft het verzoek. Bij [instelling C] wordt [X] gedurende een periode van zes weken geobserveerd om haar te leren kennen en om zicht te krijgen op haar problematiek, zodat een persoonlijk behandelplan kan worden gemaakt. De verwachting is dat direct na deze periode het plan klaar zal zijn. Tevens wordt gekeken of [X] naar school kan. Onderdeel van het plan zal ook zijn de vraag welke plek voor [X] het meest geschikt is.
4.3.
De moeder kan achter het verzoek staan. Zij vindt het gedrag van [X] om haarzelf te beschadigen en haar doodswens erg zorgelijk.
4.4.
De advocaat van [X] heeft aangegeven dat de verzochte periode weliswaar lang is, maar dat de belasting voor [X] om naar de rechtbank te komen groot is. Bovendien is er tijd nodig voor observatie en een goed behandelplan. Hij kan zich daarom verenigen met de verzochte duur, temeer daar in april 2024 mogelijk de verlenging van de ondertoezichtstelling van [X] mondeling behandeld zal worden.

5.De verdere beoordeling


Spoedmachtiging gesloten jeugdhulp
5.1.
De kinderrechter dient in de eerste plaats te beoordelen of de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp van 22 december 2023 op goede gronden is uitgesproken. De kinderrechter vindt dat dit zo is. [X] heeft in toenemende mate zorgelijk gedrag laten zien door aanhoudende suïcide uitspraken en -pogingen. Ten tijde van de spoedmachtiging verbleef [X] bij [instelling B] (afdeling [naam afdeling] ), maar zou daar niet kunnen blijven omdat zij niet open staat voor behandeling. Terugkeer naar een open groep was geen optie omdat de veiligheid van [X] daar niet kon worden gewaarborgd met alle te vrezen gevolgen van dien. In die zorgelijke situatie was ingrijpen door middel van een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp gerechtvaardigd en kon het horen van de belanghebbenden niet worden afgewacht.

Machtiging gesloten jeugdhulp
5.2.
Vervolgens moet de kinderrechter beoordelen of een (reguliere) machtiging gesloten jeugdhulp moet worden verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot
16 mei 2024. Een machtiging gesloten jeugdhulp kan alleen worden verleend als deze jeugdhulp volgens de kinderrechter noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- of opvoedproblemen die de ontwikkeling van een jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien moet de machtiging gesloten jeugdhulp nodig zijn om te voorkomen dat de jeugdige niet meewerkt aan de hulp die zij nodig heeft of om te voorkomen dat anderen ervoor zorgen dat zij deze hulp niet krijgt (artikel 6.1.2 Jeugdwet).
5.3.
De kinderrechter vindt, evenals de gedragswetenschapper die [X] heeft onderzocht, dat een gesloten plaatsing voor de duur van de ondertoezichtstelling noodzakelijk is en zal hierna uitleggen waarom zij dat vindt.
Er zijn ernstige zorgen over de ontwikkeling van [X] . Uit de stukken en uit hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken, blijkt dat [X] in het verleden veel heeft meegemaakt, zoals de heftige echtscheidingsstrijd van de ouders met huiselijk geweld en inmenging van de politie en Veilig Thuis. [X] heeft al langere tijd geen contact met de vader en zij wil dat ook niet. Er is bij [X] sprake van een complex beeld. Sinds de oudere zus van [X] , [naam zus] , eind 2022 met een spoedmachtiging uit huis is geplaatst vanwege suïcidaliteit en omdat een behandeling in een vrije setting niet haalbaar bleek, is ook de ontwikkeling van [X] snel verslechterd: net als haar zus stopte [X] met eten en kon zij in de thuissituatie geen passende behandeling krijgen. [X] is op 25 juli 2023 geplaatst bij [instelling A] en daar werd een vermindering van haar eetprobleem gezien, maar dit maakte plaats voor forse automutilatie en inname van pillen, waarbij [X] steeds verder lijkt te gaan in destructief gedrag naar zichzelf. In de open setting kon de veiligheid van [X] onvoldoende worden gewaarborgd. Als gevolg van het voorgaande stagneert [X] volledig in haar ontwikkeling en functioneren. [X] gaat niet naar school en heeft geen daginvulling. Zij staat ook niet open voor behandeling.
Door de ernst van de situatie staat voor de kinderrechter vast dat de veiligheid van [X] op dit moment niet kan worden gewaarborgd buiten een gesloten plaatsing. Een gesloten groep biedt [X] een veilige en stabiele, gestructureerde omgeving met duidelijke grenzen, professioneel toezicht en begeleiding. De kinderrechter benadrukt dat het belangrijk is dat [X] het observatietraject bij [instelling C] in [plaats] dat zes weken zal duren, doorloopt. Er is op dit moment weinig zicht op de problematiek van [X] en [X] geeft (nog) geen antwoord op vragen die gaan over haar emoties, haar gedrag en of ze geholpen wil worden. Binnen het observatietraject dient goed in beeld te worden gebracht wat er nodig is om [X] te helpen en daarvoor een behandelplan op te stellen. Ook hiervoor is de geslotenheid nodig om ervoor te zorgen dat [X] zich niet aan behandeling onttrekt.
De kinderrechter wil nog haar waardering uitspreken voor de moeder van [X] , die, al is het met pijn in het hart, in staat is te onderkennen dat de gesloten setting op dit moment verstandig is voor [X] en haar daarbij ondersteunt. Zo heeft de moeder haar vakantie verzet om persoonlijk bij de mondelinge behandeling aanwezig te kunnen zijn.
5.4.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling en daarmee tot 16 mei 2024. De gedragswetenschapper stemt daarmee in.
5.5.
De kinderrechter heeft haar beslissing aan [X] uitgelegd in een aparte brief. Daarin is het volgende opgenomen:
“ Op 2 januari 2024 hebben wij elkaar gesproken. We hebben gepraat over jouw situatie. Je bent overgeplaatst van [instelling A] eerst naar [instelling B] en daarna naar een gesloten groep bij [instelling C] , omdat er grote zorgen zijn over jouw gezondheid en jouw veiligheid. Ook hebben we het gehad over de vraag van [naam gezinsvoogd] (jouw gezinsvoogd) of je daar langer moet blijven, in ieder geval tot half mei. Ik moet daar toestemming voor geven. Ik heb goed geluisterd naar jou en je advocaat en ook naar [naam gezinsvoogd] en naar je moeder.
Zoals ik je al heb verteld tijdens de zitting, vind ik het nodig voor jou dat je voorlopig in de gesloten jeugdhulpinstelling blijft. Daar kan goed voor jou gezorgd worden door deskundige mensen, die er voor jou zullen zijn. Je bent daar veilig. Ook zullen zij, samen met jou, uitzoeken welke hulp voor jou het beste is en zal er een plan worden gemaakt om jou te helpen. Ik zal uitleggen waarom ik dit nodig vind.
Je laat al langere tijd gedrag zien, zoals jezelf ernstig beschadigen en het uiten van de wens om dood te gaan, waardoor mensen om jou heen ongerust zijn over jou. Je gaat ook niet naar school. Daardoor kun je je niet goed ontwikkelen en mis je sociale contacten met leeftijdsgenootjes. Er is bij [instelling A] geprobeerd om jou te helpen, maar het gaat nog niet beter met je. Het gaat zelfs slechter met je. Er moet daarom goed gekeken worden wat er bij jou speelt, zodat je de goede hulp krijgt. Het is belangrijk dat je in een veilige omgeving bent met mensen, die deskundig zijn, je goed kunnen begeleiden en naar je luisteren en waar je vertrouwen in hebt.
Je hebt verteld dat je liever naar huis zou willen of naar een open groep. Hoewel ik dat wel begrijp, vind ik dat nu nog niet veilig genoeg. Binnenkort zal er een behandelplan worden opgesteld en dat zal met jou, je gezinsvoogd, je behandelaren en je moeder worden besproken. Je weet dan beter welke stappen er gezet gaan worden. Ook zal dan besproken worden welke woonplek voor jou het beste is.
[X] , ik weet dat je het moeilijk hebt. Ik wens je het beste toe. Ik hoop dat het je lukt om, samen met de mensen om je heen, een plan te maken voor jouw toekomst.”

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [X] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van de ondertoezichtstelling, met ingang van 2 januari 2024 tot 16 mei 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 januari 2024 door mr. V.M. Smits, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. A.A.M. Verberne als griffier, en op schrift gesteld op 10 januari 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.