Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering
- de incidentele conclusie van antwoord.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 25 september 2024 uitspraak gedaan in een incident dat betrekking heeft op een vordering tot verwijzing naar het team Familie- en Jeugdrecht. De eiser, [eiser], heeft in de hoofdzaak een vordering ingesteld met betrekking tot levensonderhoud, specifiek kinderalimentatie, op basis van artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek. De ouders van [eiser] zijn in 2014 gescheiden en er is een ouderschapsplan opgesteld waarin afspraken over de kinderalimentatie zijn vastgelegd. Eiser heeft echter een verklaring ondertekend waarin staat dat zijn vader geen alimentatie meer verschuldigd is vanaf zijn 18e verjaardag. Eiser betwist de geldigheid van deze verklaring en vordert dat de rechtbank deze nietig verklaart of vernietigt, en dat de eerdere beschikking over de kinderalimentatie van kracht blijft.
De vader, gedaagde in de hoofdzaak, heeft in het incident gevorderd dat de rechtbank de zaak verwijst naar het team Familie- en Jeugdrecht en dat de procedure voortgezet wordt volgens de regels van de verzoekschriftprocedure. Hij stelt dat de vordering van eiser betrekking heeft op een overeenkomst over levensonderhoud die onder artikel 1:401 BW valt, en dat deze procedure dus met een verzoekschrift ingeleid had moeten worden. Eiser voert als verweer aan dat de verklaring niet onder de reikwijdte van dit artikel valt.
De rechtbank oordeelt dat in zaken over levensonderhoud, zoals kinderalimentatie, het volgen van de verzoekschriftprocedure dwingend voorgeschreven is, ook als er een overeenkomst is gesloten. Aangezien eiser de vorderingen met een dagvaarding heeft ingeleid, heeft de rechtbank besloten de zaak te verwijzen naar het team Familie- en Jeugdrecht en de procedure voort te zetten volgens de regels van de verzoekschriftprocedure. De proceskosten in het incident worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.