ECLI:NL:RBOBR:2024:4260

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
16 september 2024
Publicatiedatum
12 september 2024
Zaaknummer
82/217930-23
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het opslaan en voorhanden hebben van illegaal knalvuurwerk met taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf

Op 16 september 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opslaan en voorhanden hebben van illegaal knalvuurwerk. De zaak kwam aan het licht na een anonieme melding op 3 december 2022, waarbij in de garagebox van de verdachte een aanzienlijke hoeveelheid professioneel vuurwerk werd aangetroffen, waaronder 960 stuks 'Cobra Trate' en 572 stuks 'Storm 2'. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging.

Tijdens de zitting op 2 september 2024 heeft de officier van justitie de vordering ingediend, waarin hij het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen achtte. De verdediging voerde aan dat de binnentreding en inbeslagname onrechtmatig waren, maar de rechtbank verwierp dit verweer. De rechtbank oordeelde dat de anonieme melding voldoende aanwijzingen bood voor de rechtmatigheid van de actie van de verbalisanten.

De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het voorhanden hebben en opslaan van professioneel vuurwerk, wat in strijd is met de wetgeving omtrent vuurwerk. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het feit, de risico's die het voorhanden hebben van dergelijk vuurwerk met zich meebrengt, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Uiteindelijk is aan de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden opgelegd, met een proeftijd van 3 jaren, en een taakstraf van 240 uren.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 82.217930.23
Datum uitspraak: 16 september 2024
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige economische kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te ' [geboorteplaats] op [1988] ,
wonende te [adres 1] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 2 september 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 26 juni 2024.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 3 december 2022 te ‘s-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland, al dan niet opzettelijk,
- 960 stuks, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Cobra Trate) en/of
- 572 stuks, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Storm 2),
in elk geval professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs

Inleiding.
Naar aanleiding van een anonieme melding wordt op 3 december 2022 in een garagebox van verdachte een grote hoeveelheid illegaal knalvuurwerk aangetroffen, te weten 960 stuks ‘Cobra Trate’ en 572 stuks ‘Storm 2’.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Het standpunt van de verdediging.
Door de verdediging is aangevoerd dat de binnentreding en de inbeslagname onrechtmatig hebben plaatsgevonden en dat hierdoor sprake is van een onherstelbaar vormverzuim. Het primaire standpunt van de verdediging is dat dit vormverzuim tot bewijsuitsluiting moet leiden en dat gelet hierop vrijspraak dient te volgen. Subsidiair is de verdediging van oordeel dat dit moet leiden tot strafvermindering.
Daarnaast is door de verdediging betwist dat in het geval van de aangetroffen ‘Storm 2’ nitraten daadwerkelijk sprake is geweest van illegaal (professioneel) vuurwerk. De verdediging verzoekt om alsnog onderzoek te doen naar dit vuurwerk om vast te stellen dat het geen dummy vuurwerk betreft.
Het oordeel van de rechtbank. [1]
De rechtmatigheid van het binnentreden en de inbeslagname.
Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een vormverzuim in het kader van het binnentreden en de inbeslagname. De anonieme melding is naar het oordeel van de rechtbank concreet en specifiek. Daarnaast is sprake van een verificatie van deze melding door middel van raadpleging van het kadaster. Gelet hierop was zonder meer sprake van een voldoende aanwijzing op basis waarvan de verbalisanten op grond van de Wet economische delicten mochten overgaan tot binnentreden en inbeslagname. Het verweer van de verdediging wordt verworpen.
Het verzoek tot nader onderzoek aan de inbeslaggenomen ‘Storm 2’ nitraten.
De rechtbank wijst het verzoek tot nader onderzoek aan de inbeslaggenomen ‘Storm 2’ nitraten af. Gelet op de inhoud van de hierna uitgewerkte bewijsmiddelen acht de rechtbank het niet noodzakelijk uitvoering te geven aan dit verzoek. Die bewijsmiddelen, en in het bijzonder de verklaring van verdachte, geven geen enkele aanleiding te vermoeden dat mogelijk sprake is geweest van dummy’s.
De bewijsmiddelen.
1.
een proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] op 22 december 2022, pag. 14 tot en met 17, voor zover inhoudende:
V: Op 3 december 2022 is er illegaal vuurwerk in beslag genomen. Weet je waar dit over gaat?
A: Ja, ik was erbij.
V: Dit vuurwerk is aangetroffen in een garagebox aan de [adres 2] te Den Bosch. Wat kun je over deze garagebox vertellen?
A: Hij is van mij, staat op mijn naam. Liggen een hoop spullen in van mij. (...)
V: In de garagebox zijn een aantal dozen met illegaal vuurwerk aangetroffen. Wie is eigenaar van het vuurwerk?
A: Dat was van mij.
V: Wat voor vuurwerk zat er in de dozen?
A: Nitraat ofzo. (...)
V: Wie heeft dit vuurwerk gekocht?
A: Ik.
2.
een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] op 3 december 2022, pag. 3 en 4 en bijlage pag. 10, voor zover inhoudende:
Op (...) 3 december 2022 (...) ontving ik een MMA (Meld Misdaad Anoniem) melding met de volgende meldtekst: '(...) [verdachte] (…) houden zich bezig met drugshandel en de verkoop van illegaal vuurwerk. Het vuurwerk, zoals shells, nitraten en salutes ligt opgeslagen in een garagebox achter de benzinepomp in de buurt van het provinciehuis in 's-Hertogenbosch.'(...)
Op (...) 3 december 2022 heb ik (...) een onderzoek ingesteld naar de MMA-melding en ben ik direct naar de genoemde locatie gereden. Ter plaatse zag ik dat de genoemde locatie een ondergrondse parkeergarage betrof. Ik zag dat de garage was gelegen aan de [adres 2] te 's-Hertogenbosch. (...)
Ik zag dat de ondergrondse garage was ingericht als parkeergarage en dat de ondergrondse garage was voorzien van dertig garageboxen. De garageboxen waren genummerd van één tot en met dertig. Ik bekeek hierop het kadasterformulier waar ik zag dat de mogelijke verdachte in het bezit was van een garagebox met [nummer] . (...) Ik betrad hierop de garagebox [nummer] . Ik zag dat de garagebox vol stond met goederen. Ik zag dat er twee kartonnen dozen in de garagebox stonden. Deze kartonnen dozen merkte ik op door de aanwezigheid van het gevarensymbool explosieven stoffen. (...) Ik zag dat de inhoud van deze dozen illegaal vuurwerk betrof. Ik zag in één van deze dozen vuurwerk plastic verpakkingen met hierop de tekst Cobra's Trate. Ik zag dat in één van deze dozen witte kartonnen verpakkingen zaten met hierop Engelse tekst met hierop duidelijke letters "Warning en Display Fireworks". Ik opende de witte verpakking en ik zag dat de verkapping was voorzien van zes stuks aan zwaar illegaal vuurwerk. (…)
Vrachtformulier. Totaal aantal dozen 2. (…) PL-nummer: PL2100-2022265165.
3.
een proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] op 2 februari 2023, pag. 18 en 19, bijlage 2 pag. 24, 27 en 28 en bijlage 3 pag. 29, 32 en 33, voor zover inhoudende:
Ik zag dat de door mij onderzochte partij was voorzien van: De PL-code (…): PL2100-2022265165. (...)
Het onderzochte vuurwerk is door mij ingedeeld in de Lijsten 1 t/m IV conform de Richtlijn Voor Strafvordering Vuurwerkdelicten en de Richtlijn en kader voor strafvordering jeugd en adolescenten, inclusief strafmaten Halt. De resultaten daarvan vermeldde ik in onderstaande tabel.(...)
Lijst III Professioneel vuurwerk ingedeeld in categorie F4, vuurwerk dat volgens opschrift niet is voorzien van een F categorie (categorie F1, F2, F3) en vuurwerk voorzien van de categorie P1 of P2 met uitzondering van handfakkels. (...)
Lijst III Bangers (zwaar knalvuurwerk: categorie F4 en/of niet ingedeeld 1532 st. (...)
Bijlage 2
Naam: Cobra Trate (...) aantal stuks: 960 (...)
Ik heb dit vuurwerk ingedeeld in Lijst III van de Richtlijn voor Strafvordering Vuurwerkdelicten. Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk NIET was voorzien van een categorie-indeling. (...) Knalvuurwerk van hetzelfde merk. naam, type en/of artikelnummer, met gelijke uiterlijke kenmerken als door mij onderzocht, is onderzocht door het NFI. Uit dit onderzoek is gebleken dat dit knalvuurwerk niet voldeed aan de gestelde eisen van het Vuurwerkbesluit en/of de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 en/of Regeling Aanwijzing Consumenten- en Theatervuurwerk. De samenstelling van de Netto Explosieve Massa (NEM) blijkt uit het NFI-rapport en is 2 gram. (...)
Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat: (...)
Dit pyrotechnisch artikel is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van de Tijdelijke regeling ex. Artikel 1.1.1., derde lid Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor vermaak en het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.(...)
Bijlage 3
Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort knalvuurwerk. (banger/ flashbanger) (...) Naam: Storm 2 (...) NEM-etiket in gr.: 30 gram flash powder (op doos) (…) aantal stuks: 572 (...)
Ik heb dit vuurwerk ingedeeld in Lijst III van de Richtlijn voor Strafvordering Vuurwerkdelicten. (...) Ik zag dat het door mij onderzochte vuurwerk was voorzien van de categorie-indeling F4. (...) Op basis van mijn bevindingen stel ik vast dat:
Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte:
op 3 december 2022 te ‘s-Hertogenbosch, opzettelijk,
- 960 stuks knalvuurwerk (Cobra Trate) en
- 572 stuks knalvuurwerk (Storm 2),
professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezenverklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feit.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie eist een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden en een taakstraf van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft verzocht te volstaan met een taakstraf voor de duur van 150 uren en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 of 6 maanden.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben en opslaan van een aanzienlijke hoeveelheid professioneel vuurwerk. Het is algemeen bekend dat vuurwerk gevaar kan opleveren voor de gezondheid en veiligheid. Dat geldt zeker voor professioneel vuurwerk, dat een substantieel zwaardere of explosievere lading bevat dan het vuurwerk dat aan consumenten verkocht mag worden. Het afsteken van professioneel vuurwerk door particulieren brengt grote risico’s mee, niet alleen voor degene die het afsteekt, maar ook voor de omstanders. Ernstige gehoorbeschadiging, zwaar lichamelijk letsel of zelfs overlijden kan daarvan het gevolg zijn. Bovendien had ontploffing van het vuurwerk enorme gevolgen kunnen hebben voor de verdere omgeving.
Ook het voorhanden hebben en opslaan van illegaal vuurwerk op zich is zeer gevaarlijk, vooral als het gaat om professioneel vuurwerk dat massa-explosief kan reageren. Dit betekent dat als één exemplaar in een partij, waarin de artikelen tegen elkaar aanliggen, tot ontbranding komt en explodeert, de kans bestaat dat de hele partij sympathisch mee-explodeert. Het gebied rondom zo een explosie, waarbinnen als gevolg van die explosie kans op letsel en materiële schade bestaat, wordt daarmee vergroot. De wetgever beoogt door middel van het Vuurwerkbesluit betere waarborgen te scheppen voor de bescherming van de gezondheid van de mens en het milieu tegen de ongewenste effecten die vuurwerk kan veroorzaken en aldus de illegale handel in vuurwerk te bestrijden. Verdachte heeft dit beleid ondermijnd.
De Landelijke Oriëntatiepunten Voor Straftoemeting (LOVS) bevatten geen aanknopingspunten voor zaken over het voorhanden hebben en opslaan van professioneel vuurwerk. De rechtbank zal bij het bepalen van de straf rekening houden met de hoeveelheid aangetroffen vuurwerk. Ook is acht geslagen op de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
De rechtbank is, alles afwegende, van oordeel dat kan worden volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf van na te melden duur. Met de voorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf beoogt de rechtbank verdachte ervan te doordringen dat er geen nieuwe strafbare feiten gepleegd mogen worden.
De rechtbank zal aan verdachte opleggen een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met een proeftijd van 3 jaren en een taakstraf voor de duur van 240 uren.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
14a, 14b, 14c, 22c, 22d van het Wetboek van Strafrecht;
1a, 2, 6 van de Wet op de economische delicten;
9.2.2.1 Wet milieubeheer;
1.2.2 Vuurwerkbesluit.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
Overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan (artikel 1.2.2 eerste lid van het Vuurwerkbesluit).
De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straf:
Een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 maanden voorwaardelijkmet een
proeftijd van 3 jaren.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.

Een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.

Dit vonnis is gewezen door:
mr. S.H. Schepers, voorzitter,
mr. A.H.J.J. van de Wetering en mr. S.J.H. van de Kant, leden,
in tegenwoordigheid van mr. N.P.M. van de Wouw, griffier,
en is uitgesproken op 16 september 2024.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de politie Oost-Brabant, genummerd PL2100-2022265165.