Op 16 september 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meermalen seksueel binnendringen en ontucht met drie van zijn nichtjes, die op het moment van de feiten nog geen 12 jaar oud waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van de inmiddels volwassen aangeefsters geloofwaardig en betrouwbaar zijn, en dat deze verklaringen voldoende steun vinden in andere bewijsmiddelen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaren, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank heeft de feiten als ernstig beoordeeld, gezien de kwetsbaarheid van de slachtoffers en het misbruik van vertrouwen door de verdachte. De rechtbank heeft ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder zijn ziekte van Parkinson, maar heeft desondanks geoordeeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die bestaan uit immateriële schade, met wettelijke rente vanaf de data van de feiten. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen in hun geheel toegewezen en de verdachte veroordeeld tot betaling van aanzienlijke bedragen aan elk van de slachtoffers.